Op 19 april 2018 heeft de Rechtbank Limburg in Maastricht uitspraak gedaan in een kort geding tussen Plum Infra B.V. (hierna: Plum) en de Gemeente Kerkrade (hierna: de Gemeente). Plum had ingeschreven op de nationale aanbesteding voor de reconstructie van de Rukkerweg, waarbij de laagste prijs als gunningscriterium gold. De Gemeente had Plum gevraagd om toelichting op haar inschrijving, maar heeft deze uiteindelijk ongeldig verklaard en het voornemen tot gunning aan een andere inschrijver, Kurvers B.V., bekendgemaakt. Plum vorderde in kort geding dat de Gemeente haar voorlopige gunningsbeslissing zou intrekken en haar inschrijving alsnog geldig zou verklaren. De Gemeente verweerde zich door te stellen dat Plum niet-ontvankelijk was omdat de dagvaarding te laat was betekend, en dat zij terecht om een toelichting op de eenheidsprijzen had verzocht.
De voorzieningenrechter oordeelde dat Plum niet-ontvankelijk was in haar vorderingen, omdat de dagvaarding buiten de termijn van 20 kalenderdagen was betekend, te rekenen vanaf de dagtekening van de gunningsbeslissing. De rechter stelde vast dat de termijn was aangevangen op 22 februari 2018 en geëindigd op 13 maart 2018, terwijl de dagvaarding pas op 15 maart 2018 was betekend. De voorzieningenrechter wees de vorderingen van Plum af en veroordeelde haar in de proceskosten aan de zijde van de Gemeente, die op € 1.442,- werden begroot. Dit vonnis benadrukt het belang van het tijdig aanwenden van rechtsmiddelen in aanbestedingsprocedures en de strikte naleving van de Alcateltermijn.