5.6.[de BV] betwist enkel de hoogte van de gevorderde schade. In dat kader voert zij de volgende relevante verweren:
De schade is door het UWV grofmazig geschat, niet rekening houdende met daadwerkelijke facturering en werkzaamheden. Daarom dient de schade van het UWV conform het door de Inspectie SZW, directie opsporing, uitgevoerde onderzoek op € 29.148,56 vastgesteld te worden, waardoor er geen discussie kan ontstaan omtrent de omvang van haar vordering. Daarbij komt dat het UWV volgens [de BV] heeft berust in de sepotbeslissing van het functioneel Parket waaruit [de BV] afleidt dat het UWV het bedrag van € 29.148,56 als juist erkent. Bovendien gaat het om een ambtsedig opgesteld proces-verbaal van de Inspectie SZW en levert dit ingevolge artikel 157 lid 1 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering dwingend bewijs op.
Het UWV trekt ten onrechte, 3 jaar na dato, conclusies uit interviews met WA Jongeren die voor het overgrote deel een verstandelijke achterstand hebben
Er staan individuele fouten in het onderzoek (een bedrijfsleider verklaart, die ten tijde van de onderzoeksperiode helemaal nog niet in dienst was).
De werkzaamheden zijn meeromvattend dan de directe contacturen.
Het UWV heeft geen hoor-wederhoor toegepast bij haar onderzoek.
Door arbeidsdeskundigen van het UWV was het [de BV] in individuele gevallen toegestaan om toegekende uren anders in te zetten en derhalve van het protocol af te wijken.
[de BV] gaat verder in op enkele individuele dossiers:
(i) dossier [dossier 1] : een creditnota is ten onrechte bij de vaststelling van de hoogte van de schade buiten beschouwing gelaten;
(ii) dossier [dossier 2] : de rapporteur merkt op dat op basis van de gedane verklaringen in redelijkheid niets kan worden geconcludeerd, terwijl in dat dossier wel € 9.900,00 aan schade wordt teruggevorderd;
(iii) dossier [dossier 3] : uit een e-mail van 8 november 2012 volgt dat tussen [de BV] en de arbeidsdeskundige van het UWV is overeengekomen dat jobcoach uren anders dan in het protocol omschreven staat, kunnen worden ingezet;
(iv) dossier [dossier 4] : Hoewel het UWV concludeert dat [de BV] 31,5 uren teveel zou hebben gefactureerd, kan dat niet kloppen omdat de jobcoach maar 11,5 uren heeft gedeclareerd.
Ten aanzien van de geclaimde advocaatkosten stelt [de BV] dat die onnodig zijn gemaakt en dat € 8.606,50 van de € 21.387,20 zijn omschreven als “diverse” (waarin bovendien deels uren zitten die op zondagen zijn gemaakt, hetgeen niet mogelijk zou zijn), hetgeen onvoldoende concreet is om declarabel te kunnen zijn.