In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Limburg op 1 september 2017, staat de zorgregeling voor de minderjarigen [minderjarige 1] en [minderjarige 2] centraal. De rechtbank heeft de verzoeken van de moeder en de vader in overweging genomen, waarbij de Raad voor de Kinderbescherming een belangrijke rol speelt. De moeder, vertegenwoordigd door advocaat mr. M. van Riet, en de vader, vertegenwoordigd door advocaat mr. S. Mestrini, zijn verwikkeld in een conflict over de omgangsregeling en de relatie van de vader met een minderjarige, [betrokkene]. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vader een affectieve relatie heeft gehad met [betrokkene], wat heeft geleid tot een negatieve beeldvorming bij de kinderen en een verwijdering van de vader. De Raad adviseert een begeleide omgangsregeling (BOR) om het contact tussen de vader en de kinderen te herstellen. De rechtbank benadrukt het belang van samenwerking tussen de ouders en de rol van de Raad in het proces. De moeder heeft voorwaarden gesteld aan haar medewerking aan de BOR, wat de situatie bemoeilijkt. De rechtbank heeft besloten dat de zorgregeling voorlopig onder begeleiding van Axnaga/Axiehuis zal plaatsvinden, met de verwachting dat de ouders hun ouderlijke verantwoordelijkheden gezamenlijk oppakken. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad en verdere beslissingen worden aangehouden tot de rapportages van de BOR-professionals zijn ingediend.