In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 17 mei 2017 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen [eisende partij] en [X] Notarissen B.V. De zaak betreft een geschil over de betaling van extra kosten door [eisende partij] aan [X] Notarissen voor werkzaamheden die niet vooraf waren afgesproken. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [X] Notarissen niet heeft kunnen bewijzen dat zij [eisende partij] voorafgaand aan de werkzaamheden heeft ingelicht over de financiële gevolgen van deze extra werkzaamheden. Hierdoor is de kantonrechter van oordeel dat het bedrag dat [eisende partij] meer heeft betaald dan het overeengekomen bedrag voor het opmaken van een verklaring van erfrecht, onverschuldigd is betaald en dient te worden terugbetaald.
De procedure begon met een overeenkomst van opdracht tussen partijen op 6 februari 2013, waarin [X] Notarissen zich verbond om een verklaring van erfrecht op te maken voor [eisende partij] voor een bedrag van € 508,00. Echter, [eisende partij] heeft uiteindelijk een factuur van € 3.248,07 betaald, zonder dat de verklaring van erfrecht was afgegeven. De kantonrechter heeft de vordering van [eisende partij] tot terugbetaling van dit bedrag toegewezen, evenals een bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten van € 439,81.
In reconventie heeft [X] Notarissen een bedrag van € 781,13 en € 1.500,00 aan dossierkosten gevorderd, maar deze vorderingen zijn door de kantonrechter afgewezen. De kantonrechter heeft [X] Notarissen veroordeeld in de proceskosten van [eisende partij], die zijn begroot op € 1.022,88. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.