Uitspraak
[appellante],
[geïntimeerde],
5.Het verdere verloop van de procedure
6.De beoordeling
“3.Kosten”aangekruist en ingevuld dat de opdrachtgever aan de notaris een honorarium verschuldigd is van € 508,00, inclusief btw en verschotten, exclusief legeskosten. De eveneens onder het kopje
“3.Kosten”opgenomen onderdelen
“meerwerk zal volgens uurtarief gefactureerd worden.”en
“Op basis van uurtarief € _____”zijn niet aangekruist of ingevuld.
“Advieswerkzaamheden notaris (…) [notaris 1] en (…) [de fiscalist] t/m 31 augustus 2013, waaronder diverse besprekingen, doornemen dossier, opstellen/ becijferen verdeling nalatenschap en brief cliënten inzake verdeling op basis van uren maal tarief (in totaal 26 uur a € 140)”,verminderd met de kosten van
“bedrijfsbezoek d.d. 21 juni 2013”.
primair[appellante] te veroordelen tot betaling van het door [geïntimeerde] betaalde bedrag van € 3.248,07, te vermeerderen met de wettelijke rente, en tot betaling van € 439,81 aan buitengerechtelijke incassokosten, en
subsidiaireen redelijke prijs te bepalen voor de door [appellante] uitgevoerde werkzaamheden en [appellante] te veroordelen tot betaling van het verschil tussen dit vast te stellen bedrag en het door [geïntimeerde] betaalde bedrag van € 3.248,07, te vermeerderen met de wettelijke rente, en tot betaling van buitengerechtelijke incassokosten.
primairevordering van [geïntimeerde] tot terugbetaling van € 3.248,07, vermeerderd met de wettelijke rente, en tot betaling van
meer subsidiair) bezwaar heeft gemaakt tegen de vermeerdering van eis, inhoudende dat [appellante] in hoger beroep buitengerechtelijke incassokosten, vermeerderd met wettelijke rente, vordert.
grief IIklaagt [appellante] dat de kantonrechter ten onrechte haar ontvankelijkheidsverweer niet heeft gehonoreerd.
grieven III en IVkomt [appellante] op tegen het aan de bewijsopdracht ten grondslag liggende oordeel van de kantonrechter in het tussenvonnis dat niet kan worden vastgesteld dat sprake is van een of meerdere vervolgopdrachten respectievelijk deelopdrachten door [geïntimeerde] en tegen het oordeel in het eindvonnis dat [appellante] niet is geslaagd in haar bewijsopdracht en de daaruit voortvloeiende toewijzing van de vordering van [geïntimeerde] op grond van onverschuldigde betaling.
“Bij de schatting van het tarief is uitgegaan van de thans bekende en de door de opdrachtgever verstrekte gegevens. In het geval er extra werkzaamheden dienen te worden verricht dan wordt dit aan de opdrachtgever boven het onder 3 genoemde honorarium in rekening gebracht op basis van en uurtarief. De notaris zal de opdrachtgever hiervan in kennis stellen.”ook is bepaald dat [appellante] [geïntimeerde] in kennis moet stellen van werkzaamheden buiten het bestek van de opdracht. Weliswaar staat in deze bepaling niet expliciet vermeld dat deze kennisgeving op voorhand dient te geschieden, maar een andere uitleg van deze bepaling maakt haar tot een zinledige bepaling. Het had bovendien op de weg van [appellante] gelegen om door schriftelijke vastlegging van een en ander te voorkomen dat misverstanden zouden kunnen ontstaan. Dit geldt te meer nu in de overeenkomst van opdracht voor het opmaken van een verklaring van erfrecht de onderdelen
“meerwerk zal volgens uurtarief gefactureerd worden.”en
“Op basis van uurtarief € _____”niet zijn aangekruist of ingevuld.
“intake (maximaal 1 uur)”, het
“opstellen”van de
“(eerste) ontwerpakten”en het
“passeren”van de
“akte(n)”.Blijkbaar heeft [appellante] met [geïntimeerde] dus een intakegesprek gehouden naar aanleiding van diens vraag naar een verklaring van erfrecht. Dit volgt ook uit de getuigenverklaringen. Uit niets volgt dat het toen over meer is gegaan dan de afgifte van die verklaring van erfrecht. Van [appellante] mag als professioneel opdrachtnemer worden verwacht dat zij haar opdrachtgever tijdig en met zoveel woorden duidelijk maakt wanneer meer werk nodig blijkt te zijn dat niet is begrepen in haar standaardtarief, zoals bijvoorbeeld het gegeven dat het testament - dat kennelijk nog niet meteen voorhanden was - keuzemogelijkheden bleek te bevatten die volgens [appellante] verder onderzoek nodig maakten. Van [geïntimeerde] mocht niet verwacht worden dat hij kennis heeft omtrent de omvang van de werkzaamheden nodig voor het afgeven van een verklaring van erfrecht. Uit niets blijkt dat hem telkens tevoren duidelijk is gemaakt dat er sprake was van werkzaamheden die niet binnen het voor het opmaken van een verklaring van erfrecht afgesproken tarief vielen.
“nadere gesprekken”met [geïntimeerde] gevoerd te hebben en
“twee keer (…) met [geïntimeerde] over vervolgwerkzaamheden”gesproken te hebben. De fiscalist heeft verklaard dat hij mailcontact met [geïntimeerde] heeft gehad, dat [geïntimeerde] aanvullende vragen heeft gesteld en dat hij na een afspraak met [geïntimeerde] werkzaamheden heeft verricht die niet behoren tot de reguliere werkzaamheden met betrekking tot een verklaring van erfrecht.
grief V, gericht tegen de proceskostenveroordeling en de veroordeling van [appellante] in de buitengerechtelijke incassokosten in eerste aanleg.