Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
GEMEENTE VENRAY
1.De procedure
- het verzoekschrift
- het verweerschrift
- de mondelinge behandeling d.d. 1 maart 2017.
2.De feiten
3.Het geschil
I.te bepalen dat de gemeente Venray aansprakelijk is voor de door [verzoekster] geleden en nog te lijden materiële en immateriële schade als gevolg van het ongeval dat haar op
8 november 2013 is overkomen;
4.De beoordeling
22 centimeter. Een en ander klemt te meer indien die afstap – zoals in het onderhavige geval aan de orde was – niet duidelijk (meer) zichtbaar was vanwege weersomstandigheden. De kantonrechter is van oordeel dat de gemeente Venray met haar betoog miskent dat het primair op haar weg ligt om ervoor te zorgen dat de weginrichting ook bij veranderde weersomstandigheden veilig is. Dit oordeel wordt bevestigd door de omstandigheid dat de gemeente Venray na het litigieuze ongeval een beter zichtbare witte markering op de traptreden heeft aangebracht, waar ook bij slechtere weersomstandigheden een duidelijk waarschuwend signaal van uit gaat. Anders dan de gemeente Venray betoogt in haar verweerschrift, dient dit aspect gelet op de in rechtsoverweging 4.5. genoemde jurisprudentie, wel bij de onderhavige beoordeling te worden betrokken. Niet valt in te zien waarom deze (weinig bezwarende) veiligheidsmaatregel niet eerder aangebracht had kunnen worden. Dat dit het straatbeeld van de gemeente Venray niet ten goede zou komen, weegt, nog daargelaten de validiteit van de stelling, niet op tegen het veiligheidsaspect voor het winkelend publiek.
’s-Hertogenbosch (ECLI:NL:GHSHE:2016:667), waren varkensruggen geplaatst om te voorkomen dat auto’s op de stoep zouden worden geparkeerd. De varkensruggen waren geplaatst bij parkeerplaatsen in plaats van bij of op een winkelroute, waardoor een scheiding werd aangebracht tussen winkelend publiek/voetgangers enerzijds en gemotoriseerd verkeer anderzijds, wat de veiligheid voor het winkelend publiek juist verhoogde. In de onderhavige zaak is der verhoging met traptreden direct voor de winkel gesitueerd, hetgeen met zich brengt dat andere eisen gesteld dienen te worden aan de in redelijkheid te nemen veiligheidsmaatregelen.
€ 250,42 alsmede 6 % kantoorkosten ad € 67,50. Aan voorbespreking, bestudering van het verweerschrift, de zitting en correspondentie heeft de gemachtigde van [verzoekster] 6,5 uur besteed. Het hiervoor in rekening gebrachte uurtarief bedraagt € 265,00 en dient eveneens vermeerderd te worden met 21 % btw ad € 361,72. De kantonrechter begroot de kosten aan de zijde van [verzoekster] derhalve op in totaal € 3.606,14 inclusief btw en kantoorkosten.