Uitspraak
5.De rechtbank overweegt als volgt.
13.Uit vaste rechtspraak van de CRvB (zie bijvoorbeeld de uitspraak van
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 8 februari 2017.
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 8 februari 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen een ambtenaar (eiseres) en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heerlen (verweerder) over een ontslagbesluit. Eiseres, geboren op 28 augustus 1963, was sinds 1995 werkzaam bij verweerder en had verschillende functies vervuld. Door een reorganisatie in 2010 werd zij aangesteld als medewerker callcenter, maar haar functioneren werd als onvoldoende beoordeeld. Verweerder verleende haar op 11 november 2015 eervol ontslag op grond van onbekwaamheid of ongeschiktheid, met ingang van 1 december 2016. Eiseres maakte bezwaar tegen dit besluit, maar verweerder verklaarde het bezwaar ongegrond en wijzigde uit coulance de ingangsdatum van het ontslag naar 1 maart 2017.
Eiseres ging in beroep tegen het ontslag en het niet toekennen van een na-wettelijke uitkering. De rechtbank oordeelde dat verweerder voldoende had aangetoond dat eiseres niet geschikt was voor haar functie, maar dat het ontslag niet grotendeels aan haar te wijten was. De rechtbank concludeerde dat eiseres onvoldoende was begeleid en dat de omstandigheden binnen de werksfeer een belangrijke rol speelden in haar ongeschiktheid. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde het bestreden besluit voor zover het de na-wettelijke uitkering betrof, en kende eiseres een na-wettelijke uitkering toe. Tevens werd verweerder veroordeeld tot vergoeding van griffierecht en proceskosten.