In deze uitspraak van de Rechtbank Limburg, gedateerd 29 december 2017, is het beroep van eiser gegrond verklaard. Eiser had een bestuurlijke boete van € 1.851,75 opgelegd gekregen door de staatssecretaris van Economische Zaken wegens vermeende overtredingen van de Meststoffenwet (Msw). De rechtbank oordeelde dat niet is komen vast te staan dat eiser een landbouwbedrijf heeft, en dat de Msw daarom niet van toepassing is. Eiser en zijn echtgenote bezitten een kasteel met grond, waarop zij hobbymatig pony's houden en fruitbomen hebben. De rechtbank concludeerde dat het maaien van gras en het voeren van de pony's niet kan worden aangemerkt als landbouw in de zin van de Msw. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit en herroepte het primaire besluit, waarbij de staatssecretaris was uitgegaan van de veronderstelling dat eiser een landbouwbedrijf had. De rechtbank oordeelde dat de omstandigheden niet voldoende zijn om te concluderen dat er sprake is van een bedrijf in de zin van de Msw. De uitspraak benadrukt dat voor de toepassing van de Msw sprake moet zijn van bedrijfsmatig handelen en dat de landbouwgrond in het kader van een normale bedrijfsvoering moet worden gebruikt. De rechtbank heeft ook bepaald dat de staatssecretaris het door eiser betaalde griffierecht moet vergoeden en dat de proceskosten van eiser worden vergoed.