In deze zaak gaat het om een huurgeschil tussen de besloten vennootschap Maatman Zorggroep B.V. en een gedaagde, die een gestoffeerde kamer huurde voor de periode van 1 juli 2016 tot en met 31 december 2016. De eiseres stelt dat de huurovereenkomst van rechtswege eindigde op 1 januari 2017, omdat de gedaagde niet tijdig was geïnformeerd over de beëindiging van de overeenkomst. Eiseres vordert ontruiming van de kamer en betaling van huur en servicekosten. De gedaagde betwist dat de overeenkomst een overeenkomst voor bepaalde tijd is en stelt dat hij aan zijn betalingsverplichtingen heeft voldaan. De kantonrechter oordeelt dat de overeenkomst wel degelijk een overeenkomst voor bepaalde tijd is en dat eiseres aan de wettelijke vereisten heeft voldaan om de overeenkomst te beëindigen. De vordering tot ontruiming wordt toegewezen, evenals de vordering tot betaling van huur en servicekosten, met veroordeling van de gedaagde in de proceskosten. Het vonnis is uitgesproken op 22 november 2017 door kantonrechter G.M.P. Brouns.