ECLI:NL:GHSHE:2020:1133
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep over de beëindiging van een huurovereenkomst voor bepaalde tijd en de toepassing van artikel 7:271 BW
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellant] tegen een vonnis van de kantonrechter van 22 november 2017, waarin de vordering van [de Zorggroep] tot ontruiming van een gehuurde kamer werd toegewezen. De huurovereenkomst was voor bepaalde tijd en gesloten vóór 1 juli 2016. Het hof oordeelt dat artikel 7:271 van het Burgerlijk Wetboek, dat sinds 1 juli 2016 van kracht is, niet van toepassing is op deze overeenkomst. De huurder, [appellant], heeft geen instemming gegeven voor de opzegging van de huurovereenkomst, waardoor deze niet rechtsgeldig is beëindigd. Het hof vernietigt het vonnis van de kantonrechter en wijst de vorderingen van [de Zorggroep] af. Tevens wordt [de Zorggroep] veroordeeld in de proceskosten van beide instanties, inclusief de kosten die [appellant] al heeft betaald. De uitspraak benadrukt de bescherming van huurders onder het oude recht, dat instemming van de huurder vereist voor beëindiging van de huurovereenkomst.