Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.Het verloop van de procedure
- verzoekster, bijgestaan door haar advocaat;
- namens verweerster: de heer G. Poddighe, psychiater, en mevrouw J. Roelofs, arts-assistente.
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 27 oktober 2017 uitspraak gedaan in een klachtzaak en schorsingsverzoek van verzoekster, die verblijft in het psychiatrisch ziekenhuis Zuyderland GGZ te Sittard-Geleen. Verzoekster heeft een klacht ingediend over de toepassing van dwangmedicatie, specifiek over de onjuiste einddata die in de kennisgeving tot toepassing van dwangbehandeling was vermeld. De rechtbank heeft de klacht gegrond verklaard, verwijzend naar eerdere uitspraken van de Hoge Raad die de noodzaak van zorgvuldige procedures en duidelijke communicatie over de duur van dwangbehandeling benadrukken. De rechtbank oordeelde dat de vermelding van een onjuiste einddatum in de aanzeggingen verzoekster in onzekerheid heeft gebracht over de duur van de dwangbehandeling, wat in strijd is met de Wet Bopz. De rechtbank heeft de beslissingen tot dwangbehandeling van 25 augustus en 19 september 2017 vernietigd en verweerster veroordeeld tot betaling van de proceskosten van verzoekster. Het verzoek tot schorsing van de beslissingen werd afgewezen, omdat de klacht al gegrond was verklaard. De rechtbank heeft tevens een nadere mondelinge behandeling bepaald voor de schadevergoeding die verzoekster heeft verzocht.