ECLI:NL:RBLIM:2017:10269
Rechtbank Limburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot betaling van de aanzegvergoeding in het arbeidsrecht
In deze zaak verzoekt de werknemer, die in dienst was bij Novoferm Nederland B.V., betaling van een aanzegvergoeding van € 2.439,36 bruto. De werknemer had een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd die eindigde op 1 juni 2017. Op 10 mei 2017 werd hem mondeling medegedeeld dat zijn contract zou worden omgezet naar een contract voor onbepaalde tijd, maar de schriftelijke bevestiging hiervan volgde pas op 24 mei 2017. De werknemer stelt dat de werkgever niet heeft voldaan aan de aanzegverplichting zoals vastgelegd in artikel 7:668 BW, omdat hij niet tijdig schriftelijk is geïnformeerd over de voortzetting van zijn arbeidsovereenkomst.
De kantonrechter oordeelt dat de werkgever inderdaad niet aan de aanzegverplichting heeft voldaan. De schriftelijke aanzegging had uiterlijk één maand voor het einde van de arbeidsovereenkomst moeten plaatsvinden. De mondelinge mededeling van 10 mei 2017 wordt niet als voldoende beschouwd, omdat de wet vereist dat de aanzegging schriftelijk gebeurt. De schriftelijke bevestiging van de verlenging op 24 mei 2017 wordt als de datum van aanzegging aangemerkt, waardoor de werkgever de aanzegtermijn niet volledig in acht heeft genomen.
De kantonrechter wijst het verzoek van de werknemer toe en veroordeelt Novoferm Nederland B.V. tot betaling van de aanzegvergoeding, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten. De proceskosten aan de zijde van de werknemer worden begroot op € 478,00. De beschikking is gewezen door mr. A.H.M.J.F. Piëtte en is in het openbaar uitgesproken op 23 oktober 2017.