Uitspraak
RECHTBANK limburg
uitspraak van de meervoudige kamer van 8 oktober 2014 in de zaak tussen
[naam eiser], eiser, en
Procesverloop
Overwegingen
a. de bestuurder die, al dan niet tezamen met zijn echtgenoot, houder is van aandelen die ten minste de helft van de stemmen in de algemene vergadering van de vennootschap vertegenwoordigen;
b. de bestuurder die, al dan niet tezamen met zijn echtgenoot, houder is van een zodanig aantal aandelen dat, indien in de statuten is bepaald dat het besluit tot schorsing of tot ontslag van deze bestuurder slechts mag worden genomen met een versterkte meerderheid in de algemene vergadering van de vennootschap, de overige aandeelhouders niet over deze versterkte meerderheid beschikken;
c. bestuurders die in de algemene vergadering van de vennootschap allen een gelijk of nagenoeg gelijk aantal stemmen kunnen uitbrengen; of
d. de bestuurder van een vennootschap waarvan ten minste twee derde deel van de aandelen worden gehouden door zijn bloed- of aanverwanten tot en met de derde graad.
-2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op de bestuurder die zeggenschap heeft in de algemene vergadering van de vennootschap door tussenkomst van een rechtspersoon.
Uit de bewoordingen en de systematiek van deze bepalingen[aanvulling rechtbank: bedoeld wordt artikel 2, eerste lid, aanhef en onder a, b en d, van de Regeling]vloeit voort dat het aandelenbezit van bestuurders en andere personen alleen gezamenlijk in aanmerking wordt genomen als het gaat om de combinatie van de bestuurder en diens echtgenoot, en dat onder de in letter d bedoelde aandelen die worden gehouden door bloed- of aanverwanten dus niet mede kunnen worden verstaan de aandelen die door de bestuurder zelf worden gehouden. Dit brengt mee dat de onder deze letter opgenomen regel niet kan worden toegepast in een geval als het onderhavige, waarin de directeur van een BV tezamen met de in die bepaling bedoelde bloed- of aanverwanten ten minste tweederde deel van de aandelen in die BV houdt, maar noch hijzelf, noch de combinatie van die bloed- of aanverwanten een aandelenbezit van ten minste tweederde deel in de BV heeft.”
alleneen gelijk of nagenoeg gelijk aantal stemmen kunnen uitbrengen. Hierbij dient naar dezerzijds oordeel (andermaal) naar de letter van die bepaling van de bepaling te worden gekeken. Gelet op de duiding ‘allen’, moeten niet alleen de stemmen die eiser en eiseres ieder kunnen uitbrengen in ogenschouw genomen worden, maar tevens de stemmen van de overige drie bestuurders. Nu eiser en eiseres ieder twee stemmen uit kunnen brengen en de overige bestuurders ieder één stem, is geen sprake van een gelijk aantal stemmen. Van een nagenoeg gelijk aantal stemmen is naar het oordeel van de rechtbank evenmin sprake. Hoewel het begrip ‘nagenoeg’ ruimte laat voor verschil in interpretatie, kan dit naar het oordeel van de rechtbank niet zo ruim worden uitgelegd dat er sprake is van een nagenoeg gelijke stemverhouding als de ene bestuurder twee van de zeven stemmen kan uitbrengen terwijl de andere slechts één van de zeven stemmen heeft. Dat eisers ieder de helft van de gecertificeerde aandelen bezitten, doet aan het voorgaande niet af. De mate van aandelenbezit, al dan niet gecertificeerd, is voor de toepassing van genoemd artikelonderdeel, gelet op de letterlijke tekst daarvan, immers niet van belang.
Beslissing
- verklaart de beroepen gegrond;
- vernietigt de bestreden besluiten;
- draagt verweerder op nieuwe besluiten te nemen op de bezwaren met inachtneming van deze uitspraak;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van ieder € 45,-- aan eisers te vergoeden;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eisers tot een bedrag van € 974,--.
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 8 oktober 2014.