Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De inhoud van het verzoekschrift
- € 2.225,38 voor de kosten van een raadsman;
- € 550,00 voor de kosten van een raadsman met betrekking tot de indiening en behandeling van dit verzoekschrift;
- € 12,88 voor de reiskosten.
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de rechtbank Limburg op 28 januari 2014 uitspraak gedaan in een verzoekschriftprocedure ex artikel 591a van het Wetboek van Strafvordering. De verzoekster, vertegenwoordigd door haar raadsman mr. J. van Wijk, vroeg om een vergoeding van kosten die zij had gemaakt in het kader van een klaagschriftprocedure. De verzoekster stelde dat zij kosten had gemaakt voor de rechtsbijstand en reiskosten, in totaal € 2.788,26. De rechtbank heeft de verzoekster gehoord en de officier van justitie heeft zich verzet tegen de hoogte van de verzochte kostenvergoeding. De rechtbank oordeelde dat de beklagzaken ex artikel 552a Sv juridisch eenvoudig zijn en dat forfaitaire bedragen voor de vergoeding van rechtsbijstand redelijk zijn. De rechtbank heeft de kosten voor de rechtsbijstand vastgesteld op € 909,10 exclusief BTW, en de reiskosten van € 12,88 afgewezen omdat deze niet door de verzoekster waren gemaakt. De rechtbank heeft de verzoekster een vergoeding toegekend van € 909,10, en het meer of anders verzochte afgewezen. De beschikking is gegeven door mr. L.P. Bosma, rechter, en is uitgesproken in openbare raadkamer. Tegen deze beschikking staat hoger beroep open bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch.