ECLI:NL:RBLIM:2014:7618
Rechtbank Limburg
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Afwijzing ontruimingsvordering in kort geding door kantonrechter
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 3 september 2014 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de stichting ZOwonen en een gedaagde, die in de Penitentiaire Inrichting Vught verblijft. ZOwonen vorderde de ontruiming van een huurwoning die door de burgemeester op grond van artikel 174a van de Gemeentewet voor drie maanden was gesloten. De kantonrechter oordeelde dat het belang van de huurder, die de beslissing van de bodemrechter wilde afwachten, zwaarder weegt dan het belang van ZOwonen bij de ontruiming. De huurovereenkomst was buitengerechtelijk ontbonden door ZOwonen, maar de kantonrechter stelde vast dat de sluiting van de woning inmiddels was opgeheven en dat de huurder geen toegang had gehad tot de woning. Dit leidde tot de conclusie dat de vordering tot ontruiming niet toewijsbaar was. De kantonrechter benadrukte de noodzaak van terughoudendheid bij ontruimingsvorderingen, vooral wanneer er nog geen definitieve beslissing is genomen in de bestuursrechtelijke procedure. De vorderingen van ZOwonen werden afgewezen, en de proceskosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij haar eigen kosten draagt.