Ingevolge artikel 4, eerste lid, van de Wpb legt het college verantwoording af aan de Minister van SZW over de uitvoering van deze wet, op de wijze bedoeld in artikel 17a van de Fvw. Ingevolge het tweede lid van dit artikel wordt de uitkering ter hoogte van het niet of onrechtmatig bestede deel door de Minister van SZW teruggevorderd, indien uit de verantwoordingsinformatie, bedoeld in artikel 17a, eerste lid, van de Fvw, blijkt dat de uitkering, bedoeld in artikel 2, niet volledig of onrechtmatig is besteed.
Artikel 5a van de Wpb bepaalt dat in afwijking van artikel 7:11 van de Awb, bij de toepassing van de artikelen 2, en 4, tweede lid, gebruik wordt gemaakt van de gegevens, bedoeld in artikel 5, tweede lid, en de informatie, bedoeld in artikel 6, onderdeel a, waarvan de Minister van SZW kennis heeft kunnen nemen op 30 september van het jaar volgend op het verantwoordingsjaar, met dien verstande dat gegevens die het college op verzoek van de Minister van SZW op een latere datum verstrekt mede in aanmerking worden genomen.
Aan de derde Nota van wijziging van het wetsvoorstel Verzamelwet SZW 2011, 32 520, nr. 10, onderdelen 6, 7, 8 en onderdeel G, ontleent de rechtbank - voor zover van belang - het navolgende. De gemeente legt, via de SiSa-systematiek jaarlijks verantwoording af aan het Rijk over de besteding van de hen toegekende specifieke uitkeringen. Op het terrein van SZW gaat het daarbij - onder meer - om de budgetten op grond van de Wpb. De systematiek van SiSa houdt onder meer in dat de gemeente haar jaarrekening, met inbegrip van de SiSa-bijlage, de accountantsverklaring en het rapport van bevindingen vóór 15 juli volgend op het verantwoordingsjaar indient bij de Minister van BZK. Deze informatie wordt vervolgens aan de vakminister ter beschikking gesteld.
De door de gemeente ingediende verantwoordingsinformatie is onder meer van belang voor de budgetvaststellingen voor individuele gemeenten. Op grond van de geldende regels vinden de budgetvaststellingen plaats uiterlijk op 30 september voorafgaand aan het jaar waarop die toekenning betrekking heeft. Aan het afgeven van budgetbeschikkingen gaat een zorgvuldig voorbereidingstraject vooraf, waarbij de ontvangen gecertificeerde verantwoordingsinformatie op inhoudelijke juistheid wordt beoordeeld en waarbij wordt bepaald welk aandeel in het landelijk beschikbare budget individuele gemeenten krijgen. Deze relatieve aandelen bepalen het te verlenen budget per gemeente.
De SiSa-verantwoordingssystematiek veronderstelt dat de gemeente de vereiste zorgvuldigheid betracht. Dit betekent dat de gemeente haar verantwoordingsinformatie voor indiening ervan bij de minister van BZK op juistheid controleert. De SiSa-systematiek voorziet in de mogelijkheid dat de gemeente een nadien onderkende fout corrigeert. Omdat een correctie door één gemeente, zoals hierna nader zal worden toegelicht, consequenties heeft voor het totale proces van budgetverdeling, is het voor het SZW-domein noodzakelijk helder te markeren wanneer correcties nog wel en wanneer die niet meer in het proces van budgetvaststellingen betrokken kunnen worden.
In de praktijk komt het voor dat gemeenten, die hun jaarverantwoording tijdig hebben ingediend, eerst geruime tijd na 15 juli of zelfs ná ontvangst van de vaststellingsbeschikking en/of terugvorderingsbeschikking, onvolkomenheden ontdekken in hun jaarverantwoording en op grond daarvan tot correctie overgaan. Een dergelijke correctie kan gevolgen hebben voor het relatieve aandeel dat die gemeente in het macrobudget heeft, én voor het daarop gebaseerde budget voor die gemeente. Daarmee is een dergelijke correctie tevens van invloed op de relatieve aandelen en dus ook op de feitelijke budgetten van alle andere gemeenten. Correctie door een individuele gemeente op een zo laat tijdstip heeft enkele onwenselijke gevolgen, die via deze wetswijziging worden voorkomen.
Een late correctie van verantwoordingsgegevens leidt allereerst, zoals reeds is aangeven, tot een ernstige verstoring va het proces van budgetverdeling. Verder kan de correctie, indien deze wordt ingediend nadat de budgetbeschikkingen zijn verzonden, tevens leiden tot financiële problemen voor het Rijk. Een hoger budget voor de corrigerende gemeenten zou moeten leiden tot een lager budget voor alle andere gemeenten, doch de aan hen afgegeven beschikkingen kunnen door formele rechtskracht en toepassing van beginselen van behoorlijk bestuur niet meer worden aangepast. Daarmee wordt het financiële risico van een late correctie volledig op het Rijk afgewenteld.
Voor zover de foutieve verantwoording heeft geleid tot een te hoge vaststelling van het budget voor die gemeente, wordt het teveel betaalde bedrag teruggevorderd van die gemeente.
Met de onderhavige wijzigingen wordt een uiterste datum bepaald waarop correcties in de SiSa-verantwoording nog in aanmerking genomen kunnen worden.
Met betrekking tot de budgetvaststellingen achteraf van geoormerkte gelden op basis van de verantwoording over de rechtmatige besteding van de gelden, geldt voor de minister van SZW een ruimere beslisperiode. Omdat het proces van vaststellingen achteraf in de praktijk een aanvang neemt in oktober van het jaar, waarin de verantwoordingsinformatie moet zijn ingediend, en het daarbij om andere verantwoordingsgegevens gaat dan die bij de vaststelling vooraf een rol spelen, is het redelijk om gemeenten een iets ruimere correctiegelegenheid te bieden, en wel tot en met 30 september.
Weliswaar kan worden gesteld dat gemeenten die zich met een jaar vertraging verantwoorden over de Wpb (zie artikelen 4, tweede lid Wpb), indien daarbij sprake is van SiSa tussen medeoverheden, al een goed jaar de gelegenheid hebben om hun verantwoording op die onderdelen correct in te dienen en dat een langere correctieperiode daarom niet strikt nodig is. Voor andere situaties gaat dit niet op en is het redelijk om de uiterste termijn, zoals reeds vermeld, tot en met 30 september te bepalen. Ter bevordering van transparante wetgeving is ervoor gekozen om, met betrekking tot de budgetvaststellingen achteraf, in alle gevallen een correctietermijn te bieden tot en met 30 september. Wijzigingen die na30 september via de geëigende procedure door gemeenten worden ingediend, worden bij de vaststellingen achteraf niet meer in aanmerking genomen, teneinde het proces van die vaststellingen ordelijk en zorgvuldig te kunnen laten plaatsvinden.
De uiterste datum waarop correcties in de SiSa-verantwoording nog in aanmerking genomen worden, wordt vastgelegd in de Wpb. Gekozen is voor een regeling op wetsniveau, omdat met de voorgestelde bepalingen wordt afgeweken van artikel 7:11 van de Awb. Het betreft een afwijking in die zin dat de budgetvaststelling achteraf – zowel in primo als in bezwaar – niet plaatsvindt op basis van alle feiten en omstandigheden zoals die zijn op het tijdstip van de beslissing (ex nunc), maar op grond van de verantwoordingsinformatie waarover de minister van SZW beschikt op 30 september van het jaar, volgend op het verantwoordingsjaar.