Uitspraak
RECHTBANK limburg
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 15 oktober 2013 in de zaak tussen
[eiser], te [woonplaats], eiser
Procesverloop
Overwegingen
enhet betrekking heeft op een eerder verlies van arbeidsuren in die dienstbetrekking. Omdat eiser per 1 mei 2007 gebruik is gaan maken van de VUT-regeling, maar er op die datum nog géén sprake was van een verlies aan arbeidsuren, is volgens verweerder niet aan de voorwaarde van de uitzonderingssituatie van artikel 3:5, derde lid, van het Aib voldaan.
1. Op de uitkering wordt inkomen geheel in mindering gebracht.
2. Bij algemene maatregel van bestuur wordt bepaald wat onder inkomen als bedoeld in het eerste lid wordt verstaan.
tegelijkertijdingaan. Verweerder refereert daarbij aan de volgende passage uit de Nota van toelichting (Staatsblad 2012 79) bij het Aib:
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit ten aanzien van de aftrek van VUT op de WW-uitkering en de vaststelling van de hoogte van het WW-dagloon;
- draagt verweerder op een nieuw besluit te nemen op het bezwaar met inachtneming van deze uitspraak;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 44,00 aan eiser te vergoeden;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten tot een bedrag van € 944,00 te betalen aan eiser.
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 15 oktober 2013.