Motivering
Feiten
Op grond van de stukken van het geding en het verhandelde ter zitting staat het volgende vast:
1.1 Eiseres is aangemerkt als een fiscale eenheid in de zin van artikel 7, vierde lid van de Wet op de omzetbelasting 1968 (de Wet). De fiscale eenheid bestaat uit de heer drs. [X], [X] Beheer B.V. en [Y] B.V. [X], voornoemd, is houder van alle aandelen in [X] Beheer B.V.
1.2 De heer [X] is op huwelijkse voorwaarden gehuwd met [echtgenote]. Zij hebben samen op 28 juli 2004 een perceel grond van circa 5.500 vierkante meter met een boerderij met koetshuis en schuur aangekocht voor € 600.000. De boerderij en het koetshuis zijn tezamen een beschermd rijksmonument als bedoeld in de Monumentenwet 1988. De stallen, de deel en de opslagruimte van de boerderij en de grond hadden op tot het moment van aankoop een agrarische functie.
1.3 Na de aankoop van de boerderij wordt deze verbouwd. Na de verbouwing beschikt de boerderij over een gecombineerde woon- en kantoorfunctie. De kantoorfunctie staat ten dienste aan [X] Beheer B.V. Voor de functie worden twee werkkamers en een conferentieruimte in de boerderij gerealiseerd. De agrarische functie gaat door de verbouwing verloren.
1.4 In een aantal opzichten zal het uiterlijk van de boerderij wijzigen. Op het dak zullen de twee bestaande dakkapellen worden vervangen door meer authentieke dakkapellen. In de rechter dakwand wordt een loggia gerealiseerd. In de achter dakwand wordt een dakraam aangebracht. In de voorgevel wordt een raampartij vervangen door een deur. In de achtergevel wordt de bestaande deur vervangen door een deur met aan weerszijden ramen, wordt een deur toegevoegd en wordt een raampartij dichtgemetseld. In de rechterzijgevel worden de staldeuren en een stalraampje vervangen door twee grote raampartijen. De linkergevel van de boerderij blijft ongewijzigd. Intern zal het gehele pand zal opnieuw worden ingedeeld.
1.5 De buitenmuren van de boerderij blijven staan en zullen waar nodig worden hersteld en gevoegd. De stalen stalramen worden na conservering opnieuw in de buitenmuren aangebracht. De binten blijven staan. Het dak wordt grotendeels vervangen, waarbij in plaats van de traditionele opbouw van riet met daarover heen dakpannen, moderne isolatiematerialen zullen worden gebruikt. De oude dakpannen worden zoveel mogelijk hergebruikt. De schoorstenen worden vervangen door identieke exemplaren. Sloop van de binnenmuren is noodzakelijk omdat de muren zijn aangetast door zuurinwerking van het vee. Op de gehele begane grond worden nieuwe betonvloeren gestort. Op de verdiepingen en de zolder worden nieuwe vloeren aangebracht. Ondanks dat de aanblik van de boerderij na de verbouwing is gewijzigd, is het rijksmonumentale karakter van de boerderij behouden.
1.6 Op ongeveer een meter naast de boerderij is het vrijstaande koetshuis gesitueerd. Het koetshuis wordt op soortgelijke wijze als de boerderij gerestaureeerd. De buitenmuren blijven staan, de kapconstructie blijft in stand en de dakpannen worden opnieuw geplaatst. In het koetshuis is een apparement voor persoonlijke doeleinden gepland.
1.7 Na sloop van de schuur zal op dezelfde plaats een nieuwe schuur worden gebouwd.
1.8 Bij de boerderij zal verder een tuin en parkeerruimte worden aangelegd.
1.9 Van de bij de boerderij aangekochte grond (zie 1.2) zal circa 3.000 vierkante meter worden verkocht aan [Y] B.V. en worden aangewend voor woningbouw.
1.10 [echtgenote] zal haar onverdeelde aandeel in de werkruimtes van de boerderij tegen vergoeding ter beschikking stellen aan [X] Beheer B.V.
1.11 Partijen hebben na onderling overleg vastgesteld dat 35 procent van het pand voor andere dan bedrijfsdoeleinden wordt gebruikt.
1.12 De totale kosten van de onder 1.3 tot en met 1.8 vermelde werkzaamheden bedragen € 933.000 inclusief btw.
1.13 Bij de voorbereiding van de verbouwing van de boerderij zijn aan eiseres kosten in rekening gebracht met een bedrag aan voorbelasting van € 1.520. Verweerder heeft de aftrek van dit bedrag geweigerd.