Verpleging
6.1 Bij besluit C heeft verweerder de functie verpleging, klasse 7 (16 tot 19,9 uur per week), met een extra omvang van 52 uur, geïndiceerd.
De indicatie voor deze functie is opgebouwd uit de volgende onderdelen:
- 5 maal per dag 6,5 minuten voor verzorging van de niet intacte huid rondom onnatuurlijke lichaamsopeningen (PEG en trachea) (totaal: 227,5 minuten per week);
- 4 dagen per week 5 maal 11,5 minuten voor katheteriseren (totaal: 230 minuten per week);
- 3 dagen per week 4 maal 11,5 minuten voor katheteriseren (totaal: 138 minuten per week);
- 2 maal per dag 8,5 minuten voor blaasspoelen met oxybutynine (totaal: 119 minuten per week);
- 1 maal per dag 16,5 minuten voor injecteren (totaal: 115,5 minuten per week);
- 2 maal per dag 1,5 minuten voor aan- en afkoppelen saturatiemeter (totaal: 21 minuten per week);
- 4 dagen per week gedurende 12 uur per nacht 4 maal per uur 1,5 minuten voor monitorbewaking/reageren op alarm (totaal: 288 minuten per week);
- 3 dagen per week gedurende 4 uur per nacht 4 maal per uur 1,5 minuten voor monitorbewaking/reageren op alarm (totaal: 72 minuten per week);
- 4 dagen per week 2 maal per nacht 6,5 minuten voor zuurstof toedienen (totaal: 52 minuten per week);
- 1 maal per week 26,5 minuten voor verwisselen buitencanule (totaal: 26,5 minuten per week);
- 4 maal per dag 11,5 minuten voor bronchiaal toilet (totaal: 322 minuten per week);
- 4 dagen per week gedurende 20 uur 6 maal en gedurende 4 uur 5 maal 1,5 minuten voor uitzuigen canule (totaal: 840 minuten per week);
- 3 dagen per week gedurende 12 uur 6 maal en gedurende 4 uur 5 maal 1,5 minuten voor uitzuigen canule (totaal: 414 minuten per week);
- 6 maal 4 uur per week verpleegkundig toezicht tijdens de nacht (totaal: 24 uur per week).
In totaal komt dit neer op 71 uur en 45,5 minuten per week.
6.2 De rechtbank stelt vast dat de tijd die verweerder heeft geïndiceerd voor verzorging van de niet intacte huid rondom onnatuurlijke lichaamsopeningen (PEG en trachea) en monitorbewaking/reageren op alarm door de gemachtigden van [A] niet wordt bestreden. De rechtbank stelt verder vast dat de tijden die verweerder heeft geïndiceerd voor katheteriseren, injecteren, verwisselen buitencanule, bronchiaal toilet en uitzuigen canule in lijn liggen met de normtijden die voor die handelingen zijn aangegeven in bijlage 5 (verpleging) bij de Indicatiewijzer en/of de Richtlijn. Ook de tijd die verweerder heeft geïndiceerd voor het blaasspoelen met oxybutynine ligt naar het oordeel van de rechtbank in lijn met de normtijden, omdat in de normtijden sprake is van blaasspoelen via een nog aan te brengen katheter. De rechtbank ziet in de stukken en het verhandelde ter zitting geen aanleiding om de door verweerder gehanteerde tijden en frequenties onjuist te achten. De rechtbank stelt vast dat de tijd die verweerder heeft geïndiceerd voor het aan- en afkoppelen van de saturatiemeter (behoudens de aftrek voor samenvallende handelingen) overeenstemt met de tijd die daarvoor volgens de gemachtigden van [A] nodig is. De rechtbank is van oordeel dat verweerder er terecht rekening mee heeft gehouden dat (veel van) deze handelingen samen zullen vallen met andere handelingen tijdens één zorgmoment.
6.3 De rechtbank is verder van oordeel dat verweerder onvoldoende heeft gemotiveerd, waarom hij in besluit C 52 minuten per week indiceert voor het toedienen van zuurstof, terwijl hij daarvoor in besluit B nog 560 minuten per week indiceerde. Dit verschil kan slechts gedeeltelijk worden verklaard door de omstandigheid dat een deel van deze zorg valt onder het individueel verpleegkundig toezicht gedurende de nacht. Verweerder heeft niet gemotiveerd waarom het aantal malen per nacht dat zuurstof wordt toegediend nu kan worden verlaagd van acht naar twee. De rechtbank is van oordeel dat in dit kader dient te worden uitgegaan van de in het rapport van Bureau Zeeman aangegeven (en door verweerder in besluit B overgenomen) frequentie en duur van 8 maal per nacht 8,5 minuten. Het geïndiceerde aantal minuten voor deze handeling komt daarmee op 272 minuten per week (4 nachten per week 8 maal 8,5 minuten).
6.4 Partijen verschillen van mening over de vraag of leveringsvoorwaarde C (voortdurend in de nabijheid) danwel leveringsvoorwaarde D (24 uur per dag direct aanwezig) op [A] van toepassing moet worden geacht. Uit hoofdstuk 2.6 van bijlage 1 (algemeen) van de Indicatiewijzer volgt dat de van toepassing geachte leveringsvoorwaarde geen onderdeel uitmaakt van het indicatiebesluit, maar een advies inhoudt van verweerder aan het zorgkantoor, in casu de zorgaanbieder, inzake de zorgverlening waar het gaat om de (on)planbaarheid van de zorg en/of de nabijheid van de zorgverlener ten opzichte van de verzekerde. Leveringsvoorwaarde C houdt in dat aan de zorgaanbieder wordt geadviseerd de zorg te laten verlenen door een zorgverlener die in de buurt van de verzekerde is. De hulpverlener is in de nabijheid van de verzekerde en biedt zorg, als dat nodig is. Leveringsvoorwaarde D houdt in dat aan de zorgaanbieder wordt geadviseerd de zorg te laten verlenen door een zorgverlener die 24 uur per dag dichtbij de verzekerde is. De hulpverlener moet direct zorg kunnen leveren, als dat nodig is, aangezien anders gevaar ontstaat. De vraag of leveringsvoorwaarde C danwel leveringsvoorwaarde D van toepassing is, is in deze zaak van belang voor de omvang van het door verweerder bij besluit C geïndiceerde individueel verpleegkundig toezicht in de vorm van respijtzorg. Op grond van hoofdstuk 5.4 van bijlage 5 (verpleging) van de Indicatiewijzer kan individueel verpleegkundig toezicht bij leveringsvoorwaarde C alleen worden geïndiceerd gedurende de nacht. Voor een twee-ouder gezin bedraagt de maximaal te indiceren hoeveelheid verpleegkundig toezicht drie nachten (6 dagdelen) per week, waarbij het aantal te indiceren uren per dagdeel (lees: nachtdeel) maximaal vier uur bedraagt. Bij leveringsvoorwaarde D kan individueel verpleegkundig toezicht zowel gedurende de nacht als gedurende de dag worden geïndiceerd. Voor zowel één-ouder als twee-ouder gezinnen bedraagt de maximaal te indiceren hoeveelheid verpleegkundig toezicht zeven nachten (14 dagdelen) per week, waarbij het aantal te indiceren uren per dagdeel (lees: nachtdeel) maximaal vier uur bedraagt. Daarnaast kunnen bij een twee-ouder gezin nog twee dagdelen (maximaal vier uur per dagdeel) per week gecompenseerd worden door het indiceren van verpleegkundig toezicht wanneer andere vormen van toezicht geen adequate oplossing zijn.
6.5 Zoals de rechtbank hiervoor heeft overwogen maakt de keuze voor de leveringsvoorwaarde geen onderdeel uit van het indicatiebesluit. De rechtbank is van oordeel dat - ongeacht of leveringsvoorwaarde C of D van toepassing is - de gemachtigden van [A] niet aannemelijk hebben gemaakt dat meer dan drie nachten (24 uur) per week individueel verpleegkundig toezicht noodzakelijk zijn. Daarbij neemt de rechtbank in aanmerking dat naast de indicatie voor individueel verpleegkundig toezicht een zeer groot aantal uren persoonlijke verzorging, verpleging en begeleiding is geïndiceerd en dat daarnaast van de ouders van [A] mag worden verwacht dat zij [A] de algemeen gebruikelijke ouderlijke zorg leveren. Bij een hogere indicatie zou ook de vraag rijzen wanneer het omslagpunt in zicht komt dat de functie langdurig verblijf moet worden geïndiceerd. Daarom is de rechtbank van oordeel dat verweerder de indicatie voor deze vorm van zorg terecht tot deze omvang heeft beperkt.
6.6 De rechtbank stelt vast dat de bij besluit C voor de functie verpleging geïndiceerde handelingen aan- en afkoppelen saturatiemeter, monitorbewaking/reageren op alarm, zuurstof toedienen, verwisselen buitencanule, bronchiaal toilet en uitzuigen canule behoren tot de canulezorg die in het jaar 2008 niet onder de AWBZ viel. In zoverre geldt de indicatie voor de functie verpleging daarom niet voor de periode van 2 december 2008 tot 31 december 2008.
6.7 Uit hetgeen hiervoor is overwogen, vloeit voort dat [A] in de periode van 2 december 2008 tot 31 december 2008 in aanmerking komt voor 2.270 minuten verpleging per week. Dit komt neer op 37 uur en 50 minuten per week wat resulteert in klasse 7 (16 tot 19,9 uur per week), met een extra omvang van 17 uur en 56 minuten per week.
6.8 Verder vloeit uit hetgeen hiervoor is overwogen voort dat [A] in de periode van 1 januari 2009 tot 31 december 2011 in aanmerking komt voor 4.525,5 minuten verpleging per week. Dit komt neer op 75 uur en 25,5 minuten per week wat resulteert in klasse 7 (16 tot 19,9 uur per week), met een extra omvang van 55 uur en 31,5 minuten per week.