ECLI:NL:RBLEE:2005:AS9135

Rechtbank Leeuwarden

Datum uitspraak
9 februari 2005
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
68221
Instantie
Rechtbank Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Postume adoptie van een minderjarige in het Nederlandse recht

In deze zaak heeft de Rechtbank Leeuwarden op 9 februari 2005 uitspraak gedaan in een verzoek tot postume adoptie van een minderjarige, geboren op 31 januari 2003 te Taipei, Taiwan. Verzoekster, die samen met haar overleden echtgenoot de adoptie wenste, heeft zich tot de rechtbank gewend met het verzoek om de adoptie van het kind uit te spreken. De rechtbank heeft eerst moeten beoordelen of de door verzoekster verzochte postume adoptie past binnen het Nederlandse recht.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de wettelijke regeling betreffende adoptie, die per 1 april 1998 van kracht is geworden, de postume adoptie heeft doen vervallen. Dit heeft geleid tot de mogelijkheid van éénouderadoptie. De rechtbank heeft echter geconcludeerd dat het niet aannemelijk is dat dit de bedoeling van de wetgever is geweest, gezien het belang van het kind dat centraal moet staan bij adopties. De rechtbank heeft daarbij verwezen naar het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind, dat het belang van het kind vooropstelt.

De rechtbank heeft geoordeeld dat het belang van het kind in deze situatie meebrengt dat het kind twee adoptief-ouders heeft, ondanks het overlijden van de adoptief-vader. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen objectieve grond is om postume adoptie onmogelijk te maken en heeft het verzoek ontvankelijk geacht. De rechtbank heeft vastgesteld dat aan de voorwaarden voor adoptie, zoals gesteld in de artikelen 1:227 en 1:228 van het Burgerlijk Wetboek, is voldaan.

Uiteindelijk heeft de rechtbank het verzoek tot adoptie toegewezen en uitgesproken dat de minderjarige door verzoekster en haar overleden echtgenoot wordt geadopteerd. De beschikking is gegeven door mr. J.D.S.L. Bosch, lid van de kamer en kinderrechter, en is ter openbare terechtzitting uitgesproken. Van deze beschikking kan binnen drie maanden hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te Leeuwarden.

Uitspraak

Rechtbank Leeuwarden
Sector civiel recht
afdeling familierecht
Uitspraak: 9 februari 2005
Rekestnummer: FA RK 05-120
Zaaknummer: 68221
ADOPTIE
BESCHIKKING
van de rechtbank te Leeuwarden, enkelvoudige familiekamer, in de zaak van:
[verzoekster],
wonende te [woonplaats],
hierna ook te noemen verzoekster,
procureur: mr. R.A. Schütz,
advocaat: M. Koomen, advocaat te Alkmaar.
PROCESGANG
Verzoekster heeft zich tot de rechtbank gewend met een verzoekschrift, ertoe strekkende dat de adoptie zal worden uitgesproken van de minderjarige [kind], geboren op 31 januari 2003 te Taipei, Taiwan, als zoon van [moeder] door verzoekster en haar overleden echtgenoot [echtgenoot].
RECHTSOVERWEGINGEN
Gelet op de aanwezige bescheiden, overweegt de rechtbank het volgende.
De rechtbank dient eerst te beoordelen of de door verzoekster verzochte, zogeheten postume adoptie past binnen het Nederlandse recht.
Bij de herziening van de wettelijke regeling betreffende adoptie, die per 1 april 1998 van kracht is geworden, is de postume adoptie komen te vervallen en vervangen door de mogelijkheid van éénouderadoptie. De achtergrond van de wijziging van de wettelijke regeling was de mogelijkheden tot adoptie te verruimen. In een geval als het onderhavige heeft de nieuwe wettelijke regeling, indien die naar de letter wordt toegepast, echter het omgekeerde effect. De rechtbank acht het niet aannemelijk dat dit de bedoeling is geweest. Hier komt bij dat bij iedere adoptie het belang van het kind centraal moet staan, zoals ook uit de memorie van toelichting op de thans geldende wettelijke regeling naar voren komt. Ook het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK) stelt in artikel 3 dit uitgangspunt bij alle maatregelen betreffende kinderen voorop; in artikel 21 van het verdrag wordt dit beginsel met name op adopties toegespitst.
De rechtbank acht een zwaarwegend belang van een kind dat het een vader en een moeder heeft, niet alleen in praktische maar ook in juridische zin. Het was de bedoeling van verzoekster en haar overleden echtgenoot om dit ten aanzien van [kind] door de adoptie te realiseren. Naar het recht van Taiwan is dit ook gebeurd, en indien de daar uitgesproken adoptie in 2004 was uitgesproken zou deze naar alle waarschijnlijkheid in Nederland erkend zijn met het beoogde resultaat naar Nederlands recht tot effect. Ook in feite heeft [kind] in de persoon van verzoekster en haar echtgenoot een vader en een moeder gehad totdat verzoeksters echtgenoot overleed. De rechtbank is van oordeel dat het belang van [kind] in deze situatie moet meebrengen dat zij twee adoptief-ouders heeft; de rechtbank ziet niet in waarom het overlijden van de adoptief-vader dat anders zou maken. De Staat dient dan ook door middel van wetgeving postume adoptie niet onmogelijk te maken, nu daarvoor, gelet op het bovenstaande, een objectieve grond ontbreekt. Mede gelet op bovengenoemde verdragsartikelen zal de rechtbank het verzoek dan ook ontvankelijk achten.
Mede in dat licht beoordeeld is aan de voorwaarden voor adoptie, gesteld door artikel 1:227 en 1:228 BW, naar het oordeel van de rechtbank voldaan.
De rechtbank houdt het ervoor dat de adoptie in het belang van de minderjarige is, nu niet is gebleken van feiten of omstandigheden waaruit anderszins blijkt.
Bij de stukken bevindt zich geen overeenkomstig de plaatselijke voorschriften door de daartoe bevoegde instantie opgemaakte akte van geboorte van voornoemde minderjarige, zodat de rechtbank deze bij afzonderlijke beschikking zal vaststellen.
Verzoekster heeft middels een door haar ondertekende schriftelijke verklaring kenbaar gemaakt dat zij wenst dat de minderjarige voortaan de geslachtsnaam [A] zal hebben. Nu verzoekster en haar overleden echtgenoot reeds een kind hebben dat deze achternaam draagt zal de rechtbank hierover, gelet op artikel 1:5 lid 8 BW, geen vermelding in deze beschikking opnemen; bedoelde achternaam zal van rechtswege vaststaan.
De rechtbank zal het verzoek daarom toewijzen als verzocht.
BESLISSING
De rechtbank:
spreekt uit de adoptie van de minderjarige [kind], geboren op 31 januari 2003 te Taipei, Taiwan door [verzoekster], wonende te [woonplaats], en [echtgenoot], overleden, laatstelijk gewoond hebbende te [woonplaats].
Deze beschikking is gegeven te Leeuwarden door mr. J.D.S.L. Bosch, lid van de kamer, tevens kinderrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting op woensdag 9 februari 2005 in tegenwoordigheid van de griffier.
(c: 354)
Van deze beschikking kan binnen 3 maanden hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te Leeuwarden. Indien u in deze procedure bent verschenen start deze termijn op de dag van de uitspraak. Als u niet in de procedure bent verschenen kan de termijn op een latere datum beginnen. Volgens de wet bent u ver-plicht om voor het instellen van hoger beroep een advocaat in te schakelen. In verband met de beperkte termijn dient u zo spoedig mogelijk contact met uw/een advocaat op te nemen!
De griffier