ECLI:NL:RBHAA:2012:BY2690

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
7 november 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
15/700521-08
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde met autistische stoornis en beperkte intellectuele vermogens

In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 7 november 2012 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van een 54-jarige man met een autistische stoornis en beperkte intellectuele vermogens. De vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling met één jaar was ingediend door de officier van justitie op 4 september 2012. Tijdens de openbare raadkamerzitting op 24 oktober 2012 zijn de officier van justitie, de terbeschikkinggestelde, zijn raadsman mr. P.J.H. Vinke, en de getuige-deskundige D. Duits, GZ-psycholoog, gehoord. De rechtbank heeft kennisgenomen van het advies van de kliniek, waarin werd gesteld dat de terbeschikkinggestelde structuur nodig heeft en dat een verlenging van de terbeschikkingstelling noodzakelijk is om het recidivegevaar te verminderen. De rechtbank heeft de conclusies van de kliniek overgenomen en geoordeeld dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen een verlenging van de terbeschikkingstelling vereisen. De rechtbank heeft daarbij rekening gehouden met de ernst van de misdrijven waarvoor de terbeschikkingstelling is opgelegd, waaronder bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en zedendelicten. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie toegewezen en de termijn van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege met één jaar verlengd. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat de terbeschikkinggestelde niet in staat is om zelfstandig voor zichzelf te zorgen en dat er blijvende beperkingen en delictgevaar zijn. De rechtbank heeft de beslissing openbaar uitgesproken en de samenstelling van de rechtbank vermeld.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector Strafrecht
Locatie Haarlem
Meervoudige raadkamer
Parketnummer: 15/700521-08
Uitspraakdatum: 7 november 2012
BESLISSING van de rechtbank, naar aanleiding van de op 4 september 2012 ter griffie van deze rechtbank ingediende vordering van de officier van justitie, welke vordering ertoe strekt dat de rechtbank de termijn van de terbeschikkingstelling van
[terbeschikkinggestelde] (hierna: betrokkene),
geboren op [geboortedatum] te Haarlem,
thans verblijvende Forensisch Psychiatrisch 2landen te Utrecht,
zal verlengen met één jaar.
1. De procedure
De rechtbank heeft kennisgenomen van de processtukken, waaronder:
- het vonnis van deze rechtbank van 13 oktober 2008, waarbij betrokkene ter beschikking werd gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege, wegens bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en bedreiging met verkrachting, poging zware mishandeling en feitelijke aanranding van de eerbaarheid. De termijn nam een aanvang op 28 oktober 2008;
- de beslissing van deze rechtbank van 3 november 2010, waarbij de termijn van de terbeschikkingstelling laatstelijk is verlengd met twee jaar. De termijn van deze verlenging eindigt op 28 oktober 2012;
- een advies als bedoeld in artikel 509o, tweede lid, aanhef en onder 1 van het Wetboek van Strafvordering, gedateerd 28 augustus 2012, afkomstig van Forensische Psychiatrisch 2landen (hierna: de kliniek) en ondertekend door Dr. J. Lucieer, psychiater tevens (plaatsvervangend) hoofd van de inrichting, strekkende tot verlenging van de terbeschikkingstelling van één jaar;
- de aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van de terbeschikkinggestelde als bedoeld in artikel 509o, tweede lid, aanhef en onder 2 van het Wetboek van Strafvordering. .
Op 24 oktober 2012 is de vordering op een openbare raadkamerzitting behandeld. Daarbij zijn gehoord de officier van justitie, de terbeschikkinggestelde, zijn raadsman mr. P.J.H. Vinke, advocaat te Hoofddorp en de getuige-deskundige D. Duits, GZ-psycholoog.
Van dit verhoor is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.
2. Het standpunt van de inrichting
In genoemd advies van de kliniek is onder meer - zakelijk weergegeven - het volgende opgenomen.
Betrokkene is een 54-jarige man met een autistische stoornis en beperkte intellectuele vermogens. Hij is meerdere malen veroordeeld wegens zedendelicten. Betrokkene kan onder bepaalde omstandigheden seksueel grensoverschrijdend en/of fysiek agressief gedrag vertonen. Een geringe frustratie zoals een onverwachte gebeurtenis, overprikkeling of het niet bevredigd krijgen van behoeftes kan leiden tot een impulsdoorbraak. Zijn copingvaardigheden zijn zeer gebrekkig. Bij direct ontslag wordt het risico op zowel toekomstig gewelddadig gedrag als toekomstig seksueel gewelddadig gedrag op de lange termijn als hoog ingeschat. Binnen de huidige instelling wordt het risico op (seksueel) gewelddadig gedrag ingeschat als laag tot matig. Betrokkene stelt zich coöperatief op ten opzichte van de behandeling en neemt trouw deel aan zijn programma. De samenwerking met het behandelteam verloopt goed. Hij laat zich aanspreken, corrigeren en begeleiden, doet zijn best spanningen bespreekbaar te maken en vraagt, indien spanningen zich voordoen, om hulp.
Het risicomanagement van betrokkene bestaat voornamelijk uit het bieden van een beschermende omgeving en externe structuur. Betrokkene is niet in staat zijn leven zelfstandig vorm te geven. Er is sprake van blijvende beperkingen en daarmee samenhangend delictgevaar. Gezien de meervoudige problematiek - de combinatie van de autistische stoornis, de licht verstandelijke beperking, de impulsiviteit, de agressie, het seksueel grensoverschrijdende gedrag en de zeer beperkte coping - en mede gezien de beperkte veranderbaarheid van deze problematiek zal ook voor de toekomst steun, structuur, begeleiding, alsmede toezicht en beveiliging noodzakelijk zijn.
Betrokkene zal op middellange termijn worden aangemeld bij een geschikte vervolgvoorziening, waar voldoende toezicht, beveiliging en begeleiding kan worden geboden. Onlangs is begeleid verlof voor hem aangevraagd, inmiddels is betrokkene hiermee gestart zodat hij een aanvang kan maken met het oefenen van verlofsituaties, ter voorbereiding op de toekomstige overplaatsing. Het doel van een jaar verlenging van de tbs met dwangverpleging is dan ook om betrokkene zo goed mogelijk voor te bereiden op uitplaatsing naar een vervolgvoorziening. Daarnaast is dit jaar nog nodig om een geschikte vervolgplek voor hem te vinden en hem daar aan te melden.
Gelet op de benodigde tijd om betrokkene voor te bereiden op een vervolgsetting en overplaatsing adviseren de deskundigen de terbeschikkingstelling met een termijn van één jaar te verlengen.
De getuige-deskundige D. Duits heeft bij de behandeling van de vordering voormeld advies toegelicht en onderschreven en heeft daaraan - zakelijk weergegeven - toegevoegd, dat er enige tijd gesmokkeld werd met de medicatie, maar dat dit nu wordt voorkomen door betrokkene smelttabletten aan te bieden en andere medicatie te vermalen. Het recidivegevaar is nog steeds aanwezig maar wordt binnen de instelling als laag tot matig ingeschat omdat er binnen de structuur en setting van de instelling adequaat gereageerd kan worden indien er zich problemen voordoen. Betrokkene heeft geleerd - indien seksuele gevoelens voor jonge, vrouwelijke invalgroepsleiding zich voordoen - dit te bespreken met zijn begeleider en/of zich terug te trekken op zijn kamer.
Voor het overige merkt de getuige-deskundige op dat het erg lastig is een vervolgsetting te vinden voor betrokkene. Hij is reeds meermalen afgewezen wegens het feit dat diverse instellingen de benodigde begeleiding niet kunnen bieden. Op dit moment is men bezig met een instelling die deze begeleiding met langdurige zorg wel zou kunnen bieden. Het gaat om een net gestarte afdeling waar nog plaatsen beschikbaar zijn. Echter, betrokkene dient wel nog te worden aangenomen en daarom is ervoor gekozen een verlenging van 1 jaar te adviseren. De behandeling die daar plaats zal vinden, zal niet meer inhouden dan het bieden van structuur die betrokkene altijd nodig zal hebben, oefenen met Rimap en het ontwikkelen van dagbesteding. Gezien zijn beperkingen zal betrokkene altijd afhankelijk blijven van specialistische zorg in een gesloten setting. De vraag is of dit uiteindelijk zal moeten blijven plaatsvinden in het kader van tbs of dat omzetting naar een civiele setting tot de mogelijkheden zou behoren.
3. Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie handhaaft - gelet op het advies van de kliniek en de mondelinge toelichting, de ondersteuning daarvan en de aanvulling daarop door getuige-deskundige D. Duits - haar vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van één jaar.
4. Het standpunt van betrokkene en zijn raadsman
De raadsman refereert zich aan het oordeel van de rechtbank. Hij merkt daarbij het volgende - zakelijk weergegeven- op.
Cliënt vindt het verblijf in de kliniek niet leuk, dat kan iedereen zich voorstellen. Maar hij weet ook dat hij structuur nodig heeft. Het komende jaar is onder meer nodig om het recidivegevaar in te dammen. Als hij op straat komt te staan, zou dat een maatschappelijke teloorgang bij hem teweegbrengen. Cliënt is niet in staat voor zichzelf te zorgen, hij heeft hulp en steun nodig. Wel is sprake van een positieve ontwikkeling. Er wordt gesproken over mogelijkheden voor een vervolgtraject. De periode van verlenging zou slechts één jaar bedragen, met als doel hem in een vervolginstelling te plaatsen en hem daar op voor te bereiden. Dit moet een succes worden. Tevens moet er ruimte zijn om naar een andere vervolginstelling te zoeken, voor het geval de locatie die men nu op het oog heeft niet door zou gaan.
5. De beoordeling
De rechtbank kan zich verenigen met de hiervoor vermelde conclusies en het advies van de kliniek en maakt deze tot de hare.
De rechtbank is, gelet op voormeld advies en de ter zitting daarop gegeven toelichting door getuige-deskundige D. Duits van oordeel, dat de veiligheid van anderen/de algemene veiligheid van personen verlenging van de termijn gedurende welke betrokkene ter beschikking is gesteld, vereist. De rechtbank neemt daarbij in aanmerking dat de terbeschikkingstelling is opgelegd voor een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
Met inachtneming van de betrokken wetsartikelen, waaronder artikel 38d en artikel 38e van het Wetboek van Strafrecht,de artikelen 509o, 509s en 509t van het Wetboek van Strafvordering, alsmede artikel 46 van het Reglement verpleging ter beschikking gestelden, komt de rechtbank tot de volgende beslissing.
6. De beslissing
De rechtbank:
Wijst de vordering van de officier van justitie toe en verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege van betrokkene voor de duur van één jaar.
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Deze beslissing is gegeven door
mr. L.C. Bannink, voorzitter,
mr. T. Avedissian en mr. J.C.M. Swinkels, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. M.E. van den Bergh
en in het openbaar uitgesproken op 7 november 2012.
Mr. Bannink is buiten staat deze beschikking mede te ondertekenen.