ECLI:NL:RBHAA:2011:BU3844
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.G. Tielenius Kruythoff
- J.W.H.G. Loyson
- C.M. Cichowski-van der Kleijn
- Rechtspraak.nl
Opzettelijke invoer van cocaïne en bewijsverweer
In deze zaak heeft de rechtbank Haarlem op 19 september 2011 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 23 mei 2011 te Schiphol opzettelijk een hoeveelheid van ongeveer 1500 gram cocaïne heeft ingevoerd. De verdediging voerde aan dat niet wettig en overtuigend bewezen kon worden dat de verdachte deze hoeveelheid had ingevoerd, omdat slechts één van de 125 aangetroffen slikkersbollen was getest. De raadsman stelde dat de bollen niet gelijk van vorm waren en dat de steekproef niet representatief was. Daarnaast werd betoogd dat de overige bollen mogelijk andere stoffen bevatten en dat het nettogewicht van elke bol niet vastgesteld kon worden.
De rechtbank verwierp dit verweer en oordeelde dat alle 125 slikkersbollen qua vorm, kleur en grootte nagenoeg identiek waren. Een monster van de aangetroffen stof bleek cocaïne te bevatten, en de verdachte had verklaard dat hij een beloning van 6.000 euro zou ontvangen voor de smokkel. De rechtbank achtte het wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan de opzettelijke invoer van cocaïne, een schadelijke stof voor de gezondheid.
De rechtbank oordeelde dat de ingevoerde hoeveelheid bestemd was voor verdere verspreiding en handel, wat gepaard gaat met andere vormen van criminaliteit. De rechtbank legde de verdachte een gevangenisstraf op van twaalf maanden, met aftrek van de tijd die hij in voorlopige hechtenis had doorgebracht. De rechtbank verklaarde de verdachte strafbaar en sprak hem vrij van andere ten laste gelegde feiten die niet bewezen waren.