ECLI:NL:RBHAA:2011:BQ8227
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in zaak van vermeende (verlengde) invoer van cocaïne
In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Haarlem, stond de verdachte terecht op beschuldiging van (verlengde) invoer van cocaïne. De tenlastelegging betrof het opzettelijk binnenbrengen van ongeveer 5963,5 gram cocaïne in Nederland op 9 november 2010, tezamen met anderen. De rechtbank heeft op 1 juni 2011 uitspraak gedaan na een openbare terechtzitting op 17 en 18 mei 2011. De officier van justitie vorderde bewezenverklaring van het primair ten laste gelegde feit en een gevangenisstraf van 45 maanden.
De rechtbank heeft echter geoordeeld dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte schuldig te verklaren. Uit het dossier en het onderzoek ter terechtzitting bleek niet dat de verdachte wist of bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat hij naar een hotel moest komen om iemand met een koffer cocaïne op te halen. De rechtbank concludeerde dat de verdachte slechts een dienst verleende aan een bekende, zonder te weten dat deze persoon betrokken was bij de invoer van drugs.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was, dat zij bevoegd was tot kennisneming van de zaak en dat het openbaar ministerie ontvankelijk was in zijn vervolging. De verdachte werd uiteindelijk vrijgesproken van zowel het primair als het subsidiair ten laste gelegde feit. De rechtbank heeft het bevel tot voorlopige hechtenis opgeheven en de onmiddellijke invrijheidstelling van de verdachte bevolen.