ECLI:NL:RBHAA:2006:AY6955
Rechtbank Haarlem
- Raadkamer
- J. van Andel
- M. Brok
- Rechtspraak.nl
Verzoek om vergoeding van reis- en verblijfskosten na vrijspraak van invoer cocaïne
In deze zaak heeft de rechtbank Haarlem op 24 augustus 2006 uitspraak gedaan op een verzoekschrift van verzoekster, die eerder was vrijgesproken van de invoer van cocaïne. Het verzoekschrift, ingediend door haar advocaat mr. J.I.M.G. Jahae, betreft de vergoeding van reis- en verblijfskosten, alsook de kosten van de raadsman, die verzoekster heeft gemaakt in verband met haar strafzaak. Verzoekster vorderde een totaalbedrag van € 62.952,48, subsidiair € 57.731,82, ter dekking van diverse kosten, waaronder vliegtickets, verblijfskosten en kosten voor juridische bijstand. De rechtbank heeft de procedure in raadkamer behandeld, waarbij zowel verzoekster als haar advocaat aanwezig waren, evenals de officier van justitie, mr. Van Zwieten.
De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoekster recht heeft op vergoeding van bepaalde kosten op basis van artikel 591a van het Wetboek van Strafvordering. De rechtbank heeft de kosten van het retour vliegticket van verzoekster van € 983,00 goedgekeurd, evenals een bedrag van € 227,74 voor verblijfskosten in Nederland gedurende de behandeling van de strafzaak. Daarnaast is er een bedrag van € 1.000,00 toegewezen voor de kosten van een vliegticket om bij een zitting van het Gerechtshof te zijn. De kosten van de raadsman zijn vastgesteld op € 23.729,67, waarbij rekening is gehouden met de tijdsbesteding en het geldende uurtarief.
De rechtbank heeft echter ook een aantal vorderingen afgewezen, waaronder kosten die niet onder de vergoedingen vallen zoals genoemd in artikel 591a Sv, en gederfde inkomsten. Uiteindelijk heeft de rechtbank besloten om verzoekster een totale vergoeding van € 27.020,41 toe te kennen, en het meer of anders verzochte af te wijzen. De uitspraak is openbaar gedaan door de fungerend voorzitter mr. Van Andel, in aanwezigheid van griffier mr. Brok.