ECLI:NL:RBGRO:2009:BK6018
Rechtbank Groningen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontbinding arbeidsovereenkomst en leeftijdsonderscheid in prepensioenregeling
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Groningen op 8 december 2009 uitspraak gedaan in een geschil tussen de coöperatie Avebe U.A. en werknemer Q. over de ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Avebe had verzocht om de arbeidsovereenkomst met Q. te ontbinden op grond van gewichtige redenen, omdat Q. op het punt stond de leeftijd van 62 jaar te bereiken en Avebe een inkrimping van arbeidsplaatsen noodzakelijk achtte. Q. heeft zich verzet tegen dit verzoek en stelde dat het ontslag en de verplichting om gebruik te maken van de prepensioenregeling een leeftijdsonderscheid vormden, wat in strijd is met de Wet Gelijke Behandeling op grond van Leeftijd bij de Arbeid (WGBL).
De kantonrechter heeft vastgesteld dat Avebe inderdaad een leeftijdsonderscheid maakt door Q. te ontslaan en te verplichten gebruik te maken van de prepensioenregeling. De rechter oordeelde dat er geen objectieve rechtvaardiging voor dit onderscheid aanwezig was, zoals vereist in artikel 7 lid 1 sub c van de WGBL. De kantonrechter heeft de vordering van Avebe tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst afgewezen en geoordeeld dat het verzoek tot ontbinding niet kon worden toegewezen, omdat dit de bescherming tegen niet-objectief gerechtvaardigde leeftijdsdiscriminatie zou ondermijnen.
Daarnaast heeft de kantonrechter Avebe veroordeeld in de kosten van de procedure, vastgesteld op € 250,00 voor het salaris van de gemachtigde van Q. De uitspraak benadrukt het belang van gelijke behandeling op de arbeidsmarkt en de bescherming van werknemers tegen leeftijdsdiscriminatie.