ECLI:NL:RBGRO:2009:BK6017
Rechtbank Groningen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontslag op basis van leeftijdsonderscheid en prepensioenregeling in arbeidsovereenkomst
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Groningen op 8 december 2009 uitspraak gedaan in een geschil tussen de coöperatie Avebe U.A. en werknemer P. over de ontbinding van de arbeidsovereenkomst. De werknemer, P., was op het moment van de procedure 62 jaar oud en was door Avebe ontslagen met de verplichting om gebruik te maken van een prepensioenregeling. De kantonrechter oordeelde dat dit ontslag een leeftijdsonderscheid vormde zoals bedoeld in de Wet Gelijke Behandeling op grond van Leeftijd bij de Arbeid (WGBL). De kantonrechter concludeerde dat er geen objectieve rechtvaardiging voor dit onderscheid aanwezig was, zoals vereist in artikel 7 lid 1 sub c van de WGBL.
De vordering van P. tot wedertewerkstelling en doorbetaling van loon in kort geding werd toegewezen, terwijl de voorwaardelijke verzoeken van Avebe tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst werden afgewezen. De mondelinge behandeling vond plaats op 24 november 2009, waarbij beide partijen en hun gemachtigden hun standpunten uiteenzetten. De kantonrechter heeft in zijn overwegingen benadrukt dat de gewichtige redenen die Avebe aanvoerde voor de ontbinding van de arbeidsovereenkomst niet voldoende waren om het ontslag te rechtvaardigen, vooral gezien de bescherming tegen leeftijdsdiscriminatie die de WGBL biedt.
De kantonrechter heeft uiteindelijk beslist dat het voorwaardelijke verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst werd afgewezen en dat Avebe als in het ongelijk gestelde partij werd veroordeeld in de kosten van de procedure, vastgesteld op € 250,00 voor het salaris van de gemachtigde van P. Deze uitspraak is gedaan door mr. B. van den Bosch en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.