ECLI:NL:RBGEL:2025:9992

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
31 oktober 2025
Publicatiedatum
21 november 2025
Zaaknummer
11550594 \ BR VERZ 25-310 \ 814
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen beslissing officier van justitie inzake verkeerssanctie en motiveringsbeginsel

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Gelderland op 31 oktober 2025 uitspraak gedaan in een beroep tegen een beslissing van de officier van justitie. De betrokkene, vertegenwoordigd door My Legal Consultancy B.V., had een sanctie opgelegd gekregen voor het overschrijden van de snelheid binnen de bebouwde kom. De overtreding vond plaats op 31 augustus 2023 te Apeldoorn, waar de betrokkene met een snelheid van 54 km/u werd geflitst, terwijl de toegestane snelheid 50 km/u was. De kantonrechter overwoog dat de ambtsedige verklaring van de verbalisant voldoende grondslag bood voor de vaststelling van de gedraging, tenzij de betrokkene specifieke feiten en omstandigheden aanvoert die aan de juistheid van deze verklaring twijfelen. De kantonrechter heeft de argumenten van de betrokkene, waaronder de stelling dat het H1 bord niet was gepasseerd, niet overtuigend geacht. Na eigen onderzoek via Google Maps bevestigde de kantonrechter dat het bord op de juiste locatie stond. De kantonrechter heeft de beslissing van de officier van justitie vernietigd en het sanctiebedrag verlaagd met 25% vanwege overschrijding van de redelijke termijn van 2 jaar, zoals bedoeld in artikel 6 EVRM. Tevens werd de officier van justitie veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van de betrokkene. De uitspraak biedt inzicht in de toepassing van het motiveringsbeginsel en de beoordeling van verkeerssancties in het kader van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv).

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Team strafrecht
Zittingsplaats Apeldoorn
zaakgegevens 11550594 \ BR VERZ 25-310 \ 814
cjib-nr / registratienr [cjib-nr / registratienr]
zitting van 31 oktober 2025
beslissing inzake Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van

[betrokkene]

wonende te [adres 1] , [postcode] [woonplaats]
betrokkene
gemachtigde My Legal Consultancy B.V.
tegen

de officier van justitie

Gronden voor de beslissing

Het beroep is ingesteld tegen een beslissing van de officier van justitie met bovenvermeld CJIB nummer.
Aan betrokkene is bij inleidende beschikking een sanctie opgelegd vanwege het, met het voertuig met kenteken [kenteken] , 4 km per uur harder rijden dan mag binnen de bebouwde kom, op 31 augustus 2023 om 11.02 uur, te Apeldoorn, Jachtlaan t.h.v. [adres 2] .
De kantonrechter overweegt als volgt.
Het beroep is ingesteld tegen een beslissing van de officier van justitie met bovenvermeld CJIB nummer.
In de door gemachtigde zonder feitelijk onderbouwing aangevoerde beroepsgrond dat het motiveringsbeginsel is geschonden, ziet de kantonrechter geen aanleiding de beslissing van de officier van justitie te vernietigen.
In Wahv-zaken biedt de ambtsedige verklaring van de verbalisant zoals opgenomen in het zaakoverzicht van het CJIB, in beginsel voldoende grondslag voor de vaststelling dat de gedraging is verricht. Dat is anders indien betrokkene voor zijn zaak specifieke feiten en omstandigheden aanvoert, die aanleiding geven te twijfelen aan de juistheid van één of meer onderdelen van de ambtsedige verklaring dan wel indien uit het dossier zulke feiten en omstandigheden blijken (Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
De kantonrechter heeft zich naar aanleiding van het verweer dat het H1 bord niet is gepasseerd zelf aan de hand van Google Maps Streetview op de situatie georiënteerd en geconstateerd dat het H1 bord al jaren op dezelfde plaats op de Europaweg staat. Zonder nadere onderbouwing bestaat er geen reden aan te nemen dat dit bord op de datum van de verweten gedraging daar niet stond.
Verder merkt de kantonrechter op dat, indien betrokkene in de veronderstelling was dat zij niet binnen de bebouwde kom reed en dus 80 km/u zou mogen rijden, gelet op de geconstateerde snelheid van 54 km/u het verweer dat er geen H1 bord is gepasseerd ongeloofwaardig is.
De kantonrechter heeft geen reden te twijfelen aan de - in het zaakoverzicht weergegeven - bevindingen van de verbalisant, waaronder het gegeven dat via een geijkt en op de voorgeschreven wijze gebruikt snelheidsmeetinstrument een gecorrigeerde snelheid werd gemeten van 54 kilometer per uur.
Naar het oordeel van de kantonrechter is de gedraging verricht en betrokkene hiervoor aansprakelijk.
Gemachtigde is niet door de officier van justitie gehoord op het beroep tegen de beschikking en er heeft geen extra schriftelijke ronde plaats gevonden. De kantonrechter verwijst naar het arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 13 mei 2025 (ECLI:NL:GHARL:2025:2912) en ziet daarom aanleiding om het bedrag van de administratieve sanctie te matigen met 25%.
De redelijke termijn van 2 jaar, als bedoeld in artikel 6 EVRM, is overschreden. Gelet op het arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 28 juli 2023 (ECLI:NL:GHARL:2023:6369) wordt het sanctiebedrag met 25% gematigd.
Er zijn termen voor een proceskostenveroordeling voor de fase van het beroep tegen de beslissing van de officier van justitie.
De kantonrechter kent voor het beroep tegen de beslissing van de officier van justitie 1 punt toe, met een wegingsfactor van 0,5 – licht -. Op grond van artikel 13a, tweede lid, van de Wahv wordt, nu de beslissing van de officier van justitie dateert van na 1 januari 2024, een vermenigvuldigingsfactor van 0,25 toegepast. De officier van justitie zal derhalve worden veroordeeld in de kosten tot een bedrag van € 113,38 (1 x € 907,- x 0,5 x 0.25).
Er zal daarom als volgt worden beslist.

Beslissing

De kantonrechter:
-verklaart het beroep tegen de beslissing van de officier van justitie gegrond;
-vernietigt de beslissing van de officier van justitie;
-verklaart het beroep tegen de inleidende beschikking gedeeltelijk gegrond en wijzigt de inleidende beschikking, in zoverre dat het bedrag van de sanctie wordt gewijzigd in € 18,- (exclusief administratiekosten);
-bepaalt dat het CJIB de gestelde zekerheid gedeeltelijk aan betrokkene terugbetaalt;
-veroordeelt de officier van justitie tot het vergoeden van de proceskosten van betrokkene tot een bedrag van € 113,38.
Deze beschikking is gegeven door de kantonrechter mr. J.M.J.M. Doon, en in het openbaar uitgesproken op 31 oktober 2025 in tegenwoordigheid van de griffier.
De griffier, De kantonrechter,
Rechtsmiddel:
Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de verzending van een afschrift hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem - Leeuwarden, doch alleen indien:
a. de bij deze beslissing opgelegde sanctie meer dan € 110,00 bedraagt, of
b. het beroepschrift niet-ontvankelijk is verklaard omdat de zekerheid niet (tijdig) is gesteld.
Het beroepschrift dient schriftelijk te worden ingediend bij de rechtbank Gelderland, Team strafrecht, Mulderzaken, kamer C.1.06, Postbus 9030, 6800 EM Arnhem en dient door degene die beroep heeft ingesteld, of door zijn gemachtigde te zijn ondertekend. Beroepschriften die per e-mail worden ingediend, kunnen gezien de wettelijke regeling niet in behandeling worden genomen.
De procedure bij het gerechtshof verloopt geheel schriftelijk, tenzij in het beroepschrift uitdrukkelijk om een zitting wordt gevraagd waarbij u uw standpunt mondeling wilt toelichten.
Een afschrift van deze uitspraak is aan betrokkene en de officier van justitie verzonden op: