Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
uitspraak van de meervoudige kamer van
in de zaak tussen
[eiser], uit [plaats], eiser
de gemeente Lingewaard, de vergunninghouder (gemachtigde: [gemachtigde]).
Rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 17 september 2025 uitspraak gedaan in een geschil over een omgevingsvergunning voor de bouw van 130 woningen in de gemeente Lingewaard. Eiser, vertegenwoordigd door mr. M.B. de Jong, had beroep ingesteld tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders, vertegenwoordigd door mr. A.J. Likkel, dat op 29 mei 2024 de omgevingsvergunning had verleend. Eiser betoogde dat het college onvoldoende had onderbouwd dat de verkeerssituatie als gevolg van de nieuwe woningen een goede ruimtelijke ordening zou waarborgen. De rechtbank had eerder op 4 april 2025 een tussenuitspraak gedaan waarin het college werd opgedragen om het geconstateerde gebrek te herstellen. Na een aanvullende motivering van het college op 12 juni 2025, waarin werd ingegaan op de verkeerssituatie en de gevolgen voor het woon- en leefklimaat van eiser, oordeelde de rechtbank dat het college het gebrek had hersteld. De rechtbank concludeerde dat de toename van verkeer door de nieuwe woningen aanvaardbaar was en dat er geen onaanvaardbare verslechtering van het woon- en leefklimaat van eiser zou optreden. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde het bestreden besluit, maar liet de rechtsgevolgen in stand. Eiser kreeg recht op vergoeding van griffierecht en proceskosten.