ECLI:NL:RBGEL:2025:6639

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
18 juli 2025
Publicatiedatum
7 augustus 2025
Zaaknummer
11487480 \ AZ VERZ 25-1
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van de instemmingsplicht van de ondernemingsraad bij beëindiging van aandelenregelingen binnen Essilor

In deze zaak heeft de Ondernemingsraad (OR) van Essilor Group the Netherlands B.V. verzocht om de nietigheid van een besluit van de onderneming tot beëindiging van de Performance Shares regeling. De OR stelt dat het besluit nietig is omdat de vereiste instemming op grond van artikel 27 lid 1 van de Wet op de ondernemingsraden (WOR) ontbreekt. Essilor vraagt vervangende toestemming voor de beëindiging van de regeling, maar de kantonrechter oordeelt dat de OR tijdig de nietigheid heeft ingeroepen. De rechter concludeert dat de regeling van de Performance Shares een arbeidsvoorwaardenregeling betreft en dat het besluit tot beëindiging instemmingsplichtig is. De kantonrechter wijst het verzoek van Essilor om vervangende toestemming af, omdat de OR's weigering om in te stemmen niet onredelijk is. De rechter verklaart het besluit van Essilor tot beëindiging van de Performance Shares nietig en verplicht de onderneming om de uitvoering van dit besluit stop te zetten en alle gevolgen terug te draaien. De rechter wijst ook de verzoeken van Essilor af en veroordeelt de onderneming in de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANKGELDERLAND
Team handel en kanton
Zittingsplaats Arnhem
Zaaknummer / rekestnummer: 11487480 \ AZ VERZ 25-1
Beschikking van 18 juli 2025
in de zaak van
DE ONDERNEMINGSRAAD ESSILOR GROUP THE NETHERLANDS B.V.,
te Zevenaar,
verzoekende partij,
verwerende partij in het tegenverzoek,
hierna te noemen: OR,
gemachtigde: mrs. S.F.H. Jellinghaus en A. Veldscholte,
tegen
ESSILOR GROUP THE NETHERLANDS B.V.,
te Zevenaar,
verwerende partij,
verzoekende partij in het tegenverzoek,
hierna te noemen: Essilor,
gemachtigde: mr. R. Olde.

1.De kern van de zaak

Het gaat in de kern in deze zaak om de vraag of het besluit (van de in Frankrijk gevestigde moedermaatschappij) van Essilor tot het beëindigen van haar aandelenregeling, te weten de (matching van) Performance Shares, onder het bereik van artikel 27 lid 1 WOR valt en, zo ja, of het besluit tot het beëindigen daarvan nietig is nu de OR haar instemming heeft geweigerd. In dat verband moet ook beoordeeld worden of de OR de nietigheid tijdig heeft ingeroepen.
Als van nietigheid sprake is, moet beoordeeld worden of het besluit van de OR om geen toestemming te verlenen niet redelijk is dan wel het voorgenomen besluit gevergd wordt door zwaarwegende bedrijfsorganisatorische, bedrijfseconomische of bedrijfssociale redenen. In dat geval zal de kantonrechter aan Essilor desgevraagd vervangende toestemming verlenen om tot het beëindigen van de betreffende aandelenregeling over te gaan (artikel 27 lid 6 WOR).
Voorts ligt de vraag voor of Essilor ter zake van twee (andere) aandelenregelingen het besluit heeft genomen tot afschaffing (en vervanging door een nieuwe regeling) is overgegaan, ondanks dat de OR haar instemming ter zake heeft geweigerd.

2.De procedure

2.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met productie 1 tot en met 17, ontvangen op 3 januari 2025 van de zijde van de OR;
- de akte overleggen producties, tevens akte vermeerdering van eis met productie 18 tot en met 25, ontvangen op 25 maart 2025 van de zijde van de OR;
- het verweerschrift tevens voorwaardelijk verzoek met productie 1 tot en met 7, ontvangen op 14 april 2025 van de zijde van Essilor;
- het verweerschrift van de zijde van de OR tegen het voorwaardelijk verzoek van Essilor met productie 26 en 27;
- de bij op 26 mei 2025 gedateerde brief van de zijde van Essilor, ontvangen aanvullende producties 8 en 9, tevens houdende een wijziging van haar verzoek;
- de bij brieven van 27 mei 2025 en 30 mei 2025 aan de zijde van de OR toegezonden productie 28 respectievelijk 29.
2.2.
De mondelinge behandeling van de zaak heeft plaatsgevonden op 2 juni 2025. De voltallige OR is verschenen, bijgestaan door mrs. Van Kempen en Veldscholte. Namens Essilor zijn verschenen [naam 1] (bestuurder) en [naam 2] (HR), bijgestaan door mr. Olde. De gemachtigden aan de zijde van beide partijen hebben het woord gevoerd aan de hand van spreekaantekeningen die zijn overgelegd. Van hetgeen verder tijdens de mondelinge behandeling is besproken zijn door de griffier aantekeningen gemaakt.

3.De feiten

3.1.
Essilor is onderdeel van het internationale concern EssilorLuxottica dat is ontstaan uit een fusie tussen het Franse Essilor en de Italiaanse Luxottica Group in 2018. Het concern is een verkooporganisatie van optische producten, actief in meer dan 100 landen. Er is geen cao van toepassing.
3.2.
De OR is ingesteld voor de Nederlandse activiteiten van Essilor.
3.3.
Werknemers van Essilor hebben te maken met, voor zover van belang in dit geschil, vier aandelenregelingen:
  • Saving Plan
  • Valoptec
  • Performance Shares
- Boost
3.4.
De regelingen Saving Plan en Valoptec zijn eenzelfde type regeling waarbij de werknemer ervoor kan kiezen om een deel van zijn salaris te besteden voor de aankoop van aandelen in EssilorLuxottica. Het Saving Plan staat open voor werknemers met schaal 7 en Valoptec voor werknemers vanaf schaal 7. Deelname is vrijwillig. Het betreft lokale regelingen van Essilor in Nederland. Blijkens het reglement Valoptec bedraagt de werknemersbijdrage 4% van het bruto jaarsalaris (inclusief vakantiegeld), welke zal worden verhoogd met € 15,00 per maand, op voorwaarde dat de maximumbijdrage van
€ 2.880,00 per jaar (€ 240,00 per maand) is bereikt. De bijdrage van de werkgever, de zogenoemde loyaliteitsbijdrage, bedraagt tevens 4% van het (bruto)jaarsalaris, met een maximum van € 2.160,00 per jaar (€ 180,00 per maand). Van de bijdrage wordt € 25,00 netto uitbetaald (in het kader van en zolang de werkkostenregeling van toepassing is) en het overige deel bruto. De aangekochte aandelen staan twee jaar vast.
3.5.
De Performance Shares is een regeling die vanaf 2011 bestaat en aanvankelijk door Essilor werd uitgevoerd [2] en sinds 2018 door de Franse moedermaatschappij van Essilor, EssilorLuxottica, wordt gebruikt. Het behoort – in beginsel – tot de discretionaire bevoegdheid van EssilorLuxottica om jaarlijks al dan niet aan werknemers Performances Shares toe te kennen. In de praktijk is dat sinds de fusie wel jaarlijks gedaan.
Deze regeling houdt, op hoofdlijnen, in dat werknemers van EssilorLuxottica aandelen voorwaardelijk krijgen aangeboden. De voorwaarden staan vermeld in het zogeheten Grant Plan. Werknemers moeten daar, als ze Performance Shares aangeboden krijgen, middels een digitaal systeem mee instemmen. De Performance Shares worden pas definitief eigendom van de werknemer als deze na drie jaar nog in dienst is. Daarnaast moet voldaan zijn aan ‘performance condities’ die zien op de waardeontwikkeling. Afhankelijk daarvan wordt een percentage van het aantal voorwaardelijk toegekende Performance Shares, definitief toegekend.
3.6.
Werknemers van Essilor die op grond van de regeling Valoptec aandelen hebben gekocht kregen jaarlijks Performance Shares toegekend door EssilorLuxottica. De Valoptec aandelen werden dan, afhankelijk van het aantal dat de werknemer had gekocht, gematcht met 180%, 90% of 45%. In de Nederlandse toelichting op de Valoptec-regeling [3] is een kopje ‘Performance Shares’ opgenomen. Daaronder staat:
“Evenredig met het aantal aandelen dat gekocht wordt per jaar heb je recht op performances shares.
Deze Performance Shares krijg je er dus als kadootje bij. Indien je performance Shares krijgt, ontvang je hierover een bericht vanuit Frankrijk. Het enige dat je hiervoor moet doen is aandelen kopen en de performance shares te accepteren in empshare.net. Ook zijn rekenvoorbeelden opgenomen.”
3.7.
Middels een PowerPointpresentatie op 22 maart 2024 heeft Essilor aan de OR de volgende toestemming gevraagd [4] :
Voor de volgende wijzigingen vragen we instemming van de Ondernemingsraad:
  • Het beëindigen van de lokale regelingen per eind 2024 (Savingplan – Valoptec) en daarmee de matching van performance shares
  • De matching van performance shares per 2024
  • Het Boost plan upgraden (zie slide 8), met uitstel van de lancering tot maart 2025.
3.8.
Bij brief van 7 oktober 2024 heeft de OR zijn instemming geweigerd. Daarbij heeft hij in zijn conclusie en aanbeveling het volgende overwogen:
“In het licht van de bovenstaande analyse wordt geconcludeerd dat de voorgenomen eenzijdige wijziging van de Performance Shares door Essilor juridisch onhoudbaar is. Essilor is er niet in geslaagd een objectief zwaarwichtig belang aan te tonen dat de wijziging rechtvaardigt, hetgeen essentieel is voor de toepassing van zowel 7:613 BW (dan wel eventueel de Stoof/Mammoet-norm). Daarbij is het nog hoogst onzeker of er überhaupt wel sprake is van een rechtsgeldig overeengekomen eenzijdig wijzigingsbeding. Het ontbreken van een solide basis voor deze wijziging ondermijnt de rechtsgeldigheid van de voorgestelde aanpassing van de aandelenregeling.
Gelet op de negatieve impact op de werknemers en het ontbreken van voldoende juridische grondslag voor de wijziging, verleent de ondernemingsraad onder de huidige omstandigheden géén instemming op de voorgenomen wijziging van de aandelenregeling.”
3.9.
Bij e-mail van 25 oktober 2024 heeft Essilor aan de OR onder meer laten weten:
“(…) Invoering van de Superboost-regeling is een realiteit net als het stopzetten van (in ieder geval op dit moment al) de performance shares (…).”
3.10.
Bij e-mail van 28 oktober 2024 heeft de OR de nietigheid van dit besluit ingeroepen.
3.11.
Bij e-mail van 19 februari 2025 heeft Essilor de Groespondernemingsraad en de OR laten weten op individuele basis met werknemers in gesprek te zullen gaan, temeer omdat er inmiddels een aantrekkelijke overgangsregeling ligt.
3.12.
Inmiddels heeft Essilor met 104 van de 107 werknemers in Nederland die onder de lokale aandelenregelingen vielen individueel afspraken gemaakt waarbij de werknemers afstand doen van aanspraken uit de regelingen Valoptec, Saving Plan en Performance Shares en zij gebruik kunnen gaan maken van de Superboost-regeling. De werknemers zijn daarbij twee compensatieregelingen aangeboden waaruit zij konden kiezen en hebben gekozen. Essilor heeft er op gewezen dat de aangeboden compensatie alleen ziet op het vervallen van hun aanspraken terzake Valoptec en Saving Plan en niet op de Performance Shares, omdat die laatste geen secundaire arbeidsvoorwaarde betreft maar een specifieke en vrijwillige regeling betreft van EssilorLuxottica en onder de voorwaarden van het Grant Plan.

4.Het verzoek en het verweer

Het verzoek van de OR
4.1.
De OR verzoekt na vermeerdering van eis:
te verklaren voor recht dat het besluit van Essilor van 25 oktober 2024 nietig is;
Essilor te verplichten om uitvoering van het niet toekennen van de Performance Shares, waarvoor geen instemming is verkregen, stop te zetten en alle gevolgen die het uitvoeren van het besluit met zich heeft meegebracht terug te draaien;
te verklaren voor recht dat het besluit van 19 februari 2025 tot vervanging van de Valoptec- en Boost-regelingen, inclusief de Performance Shares, door de Super Boostregeling nietig is;
Essilor te veroordelen tot terugwerkende uitvoering van de Valoptec- en Boost -regelingen, inclusief de Performance Shares.
Het verweer en voorwaardelijk tegenverzoek (na wijziging bij brief van 26 mei 2025) van Essilor.
4.2.
Essilor voert verweer en vraagt de verzoeken van de OR af te wijzen en Essilor vervangende toestemming te verlenen om te besluiten de bestaande aandelenregelingen te vervangen door de Superboost-regeling met de daarbij behorende overgangsregeling zoals genoemd in de randnummer 88 van het verweer-/verzoekschrift, dan wel, namelijk indien zou worden geoordeeld dat door Essilor enig instemmingsplichtig besluit is genomen waarvan door de OR tijdig de nietigheid is ingeroepen, voor recht te verklaren dat de OR ten onrechte een beroep op de nietigheid van het besluit van Essilor ter zake de aandelenregelingen heeft gedaan.
4.3.
Op de standpunten van partijen wordt hierna, waar nodig voor de beoordeling van het geschil, nader ingegaan.

5.De beoordeling

Performances Shares; arbeidsvoorwaardenregeling van Essilor?
5.1.
De OR stelt dat de regeling ter zake de Performance Shares een binnen Essilor geldende arbeidsvoorwaardenregeling betreft. Zij voert daartoe aan dat binnen Essilor al 13 jaar (derhalve ook voor de fusie in 2018) uitvoering aan deze regeling gegeven wordt en deze direct verbonden is aan de Valoptec-regeling, omdat iedere werknemer die op grond van de Valoptec-regeling aandelen koopt automatisch Performances Shares ontvangt.
De OR verwijst daartoe naar de Nederlandse uitleg van de Performance Shares, na en aansluitend aan de toelichting op de Valoptec-regeling, waarin staat:
“Evenredig met het aantal aandelen dat gekocht wordt per jaar heb je recht op performances shares.
Deze Performance Shares krijg je er dus als kadootje bij. Indien je performance shares krijgt, ontvang je hierover een bericht vanuit Frankrijk. Het enige dat je hiervoor moet doen is aandelen kopen en de performance shares te accepteren in empshare.net. Ook zijn rekenvoorbeelden opgenomen.” [5]
5.2.
Essilor betwist dat van een arbeidsvoorwaardenregeling binnen haar onderneming sprake is. Zij wijst erop dat het om een regeling van haar moedervennootschap, EssilorLuxottica gaat, die een discretionaire bevoegdheid heeft om ze toe te kennen. Daarnaast moeten de werknemers bij toekenning van Performances Shares instemmen met de daarvoor geldende voorwaarden, neergelegd in het zogeheten Grant Plan.
5.3.
De kantonrechter is van oordeel dat de regeling ter zake de Performance Shares een arbeidsvoorwaardenregeling betreft. De kantonrechter motiveert hierna waarom.
Allereerst volgt uit de hiervoor geciteerde Nederlandse toelichting op de Valoptec-regeling en de Performance Shares dat de werknemers die aandelen op grond van de Valoptec-regeling kopen
recht hebbenop Performance Shares. Dat kan toch niet anders worden uitgelegd dan dat sprake is van een arbeidsvoorwaardenregeling. Dat EssilorLuxottica op grond van de door haar ter zake in het leven geroepen regeling een discretionaire bevoegdheid tot toekenning zou hebben, doet aan de toezegging van Essilor jegens haar werknemers niet af. Hetzelfde geldt voor de omstandigheid dat de werknemers in geval van toekenning moeten instemmen met de daarvoor geldende voorwaarden.
Ten overvloede wordt overwogen dat bovendien uit de bestendige gedragslijn sinds 2011 althans 2018 voortvloeit dat sprake is van een geldende (de arbeidsovereenkomst aanvullende) arbeidsvoorwaarde. [6] De kantonrechter betrekt bij dat oordeel dat de OR onbetwist heeft gesteld dat de Performance Shares al sinds 2011 jaarlijks worden toegekend aan haar werknemers die van de Valoptec-regeling gebruik maken, deze regeling geldt voor een substantiële groep werknemers binnen Essilor, te weten degenen met salarisschaal 7 of hoger. Gesteld noch gebleken is dat Essilor op enig moment duidelijk heeft gecommuniceerd dat deze stopgezet konden worden en de voordelen voor de werknemers die ze krijgen zijn evident. Dat de uitvoering van de regeling (kennelijk) bij EssilorLuxottica rust doet aan het vorenstaande niet af.
Besluit tot beëindigen van de Performances shares is instemmingsplichtig (artikel 27 WOR)
5.4.
Nu sprake is van een arbeidsvoorwaardenregeling valt het afschaffen van de Performance Shares onder het instemmingsrecht van artikel 27 WOR. Dat het besluit tot het afschaffen van de Performance Shares (en de vervanging door de Superboost) is genomen door de moedermaatschappij van Essilor, EssilorLuxottica, maakt dat niet anders. Het besluit van de EssilorLuxottica grijpt rechtstreeks in op de (secundaire) arbeidsvoorwaarden van een relevante groep van werknemers van Essilor, EssilorLuxottica heeft als moeder zeggenschap over Essilor en Essilor zou ook hebben kunnen besluiten niet langer recht op Performances Shares te geven alleen al door de Valoptec-regeling af te schaffen hetgeen zij ook, op grond van het beleid van EssilorLuxottica beoogt. [7] Voor zover het besluit niet door Essilor maar door EssilorLuxottica is genomen wordt het aan Essilor toegerekend. Een ander oordeel zou feitelijk tot ondermijning van het Nederlandse medezeggenschapsrecht leiden.
OR heeft tijdig de nietigheid ingeroepen van het besluit tot beëindigen van de regeling Performance shares
5.5.
Essilor heeft op 25 oktober 2024 aan de OR laten weten dat de regeling Performance Shares is of wordt beëindigd. De OR heeft vervolgens binnen een maand, te weten op 28 oktober 2024, daarvan de nietigheid ingeroepen. Dat is tijdig. Essilor heeft weliswaar aangevoerd dat al veel eerder, te weten ten tijde van de instemmingsaanvraag het besluit was genomen tot beëindiging van de Performances Shares en dit tijdens de presentatie daarvan is toegelicht, maar dat is door de OR gemotiveerd betwist. Daargelaten het verweer van de OR dat partijen in die tijd nog in overleg waren, verdraagt de stelling van Essilor zich niet met de aanvraag om instemming die zij op
22 maart 2024 in haar PowerPointpresentatie deed, waarvan (feitelijk) ook de voorgenomen beëindiging van de Performance Shares deel uitmaakte. De stelling van Essilor dat zij op 29 juli 2024 het standpunt heeft ingenomen dat zij als ondernemer eenzijdig mag overgaan tot (discretionair) niet toekennen van Performance Shares [8] en dat als besluit heeft te gelden, waarmee de OR bekend was, wordt verworpen. De conclusie is dat de OR de nietigheid van het besluit van Essilor tot afschaffing van de Performance Shares tijdig heeft ingeroepen. De door de OR verzochte verklaring voor recht dat het besluit van Essilor van 25 oktober 2024 nietig is wordt dan ook gegeven.
Geen vervangende toestemming voor het beëindigen van (de matching van) Performance Shares
5.6.
Essilor verzoekt vervangende toestemming op grond van artikel 27 lid 4 WOR. Dat artikel bepaalt dat de kantonrechter slechts vervangende toestemming geeft als de beslissing van de ondernemingsraad om geen instemming te geven onredelijk is, of het voorgenomen besluit van de ondernemer gevergd wordt door zwaarwegende bedrijfsorganisatorische, bedrijfseconomische of bedrijfssociale redenen.
Essilor heeft ter onderbouwing van haar verzoek aangevoerd dat de weigering van de OR om instemming te verlenen onredelijk is, mede omdat naast bedrijfseconomische redenen Essilor er groot belang aan hecht dat van de Superboost alle werknemers van Essilor gebruik kunnen maken en niet slechts een beperkte groep werknemers, zoals van de regelingen Valoptec, Saving Plan en Performance Shares. Nu Essilor enkel voor het beëindigen van de regelingen Valoptec en Saving Plan compensatie heeft aangeboden, maar niet voor het beëindigen van de (matching van de) Performance Shares, is de weigering de OR om in te stemmen niet onredelijk. Er zal geen vervangende toestemming worden gegeven. Het verzoek van Essilor wordt afgewezen.
Stopzetten uitvoering / ongedaanmaking
5.7.
Het vorenstaande betekent ook dat de verzoeken van de OR om Essilor te verplichten zich te onthouden van handelingen die strekken tot uitvoering of toepassing van het nietige besluit, alsmede alle reeds verrichte uitvoeringshandelingen terug te draaien. Ten overvloede en ter voorkoming van executiegeschillen wordt opgemerkt dat de tussen Essilor en haar werknemers gemaakte individuele afspraken niet als uitvoeringshandelingen kwalificeren. De onderhavige procedure is niet de aangewezen weg om deze afspraken aan te tasten.
Valoptec en Saving Plan
5.8.
De OR heeft bij vermeerdering van haar verzoek verzocht (ook) het volgens de OR op 19 februari 2025 door Essilor genomen besluit om de regelingen Saving Plan en Valoptec af te schaffen. Essilor heeft daartegen verweer gevoerd en op haar beurt bij tegenverzoek toestemming verzocht voor het vervangen van de bestaande aandelenregelingen door de Superboost-regeling, dus voor niet alleen de regeling ter zake Performance Shares maar ook het Saving Plan en de Valoptec-regeling.
5.9.
Het besluit van Essilor van 25 oktober 2024 zag enkel op invoering van Superboost en afschaffing van de Performance Shares, maar niet op afschaffen van Saving Plan en Valoptec. Dat Essilor later een (formeel) besluit heeft genomen om tot vervanging van de lokale regelingen Saving Plan en Valoptec door Superboost over te gaan is niet gebleken. Wel blijkt uit het handelen van Essilor in februari 2025 dat zij, ondanks het ontbreken van instemming van de OR, wel de intentie had om de lokale aandelenregelingen (Saving Plan en Valoptec) door Superboost vervangen. In februari 2025 heeft zij immers de werknemers die onder deze regelingen vielen de keus voorgelegd om te kiezen voor Superboost, waarbij zij, onder aanbieding van compensatie, afstand moesten doen van hun aanspraken uit Saving Plan en Valoptec. De aangeboden compensatie bestond voor Valoptec uit € 900,00 netto in pensioen (jaarlijks) of € 4.500,00 netto (eenmalig) en voor Saving Plan uit € 450,00 netto in pensioen of € 2.250,00 netto (eenmalig). Essilor heeft door na de weigering van de OR aldus te handelen in plaats van vervangende toestemming te vragen, de Nederlandse medezeggenschapswetgeving ondermijnd. Niet gezegd kan echter worden dat door het maken van individuele afspraken, terwijl de werknemers wisten dat de OR instemming had geweigerd, Essilor (feitelijk) een besluit tot afschaffing van bedoelde regelingen heeft genomen. Niet is immers gebleken dat de regelingen Valoptec en Saving Plan ook voor degenen die niet akkoord zijn gegaan met vervanging door Superboost zijn komen te vervallen. De door de OR verzochte verklaring voor recht wordt daarom niet gegeven.
5.10.
Het vorenstaande betekent dat de verzoeken van de OR om Essilor te verplichten de uitvoering aan de genomen besluiten stop te zetten en de gevolgen die het uitvoeren van de besluiten met zich hebben gebracht terug te draaien/ongedaan te maken afgewezen worden.
Geen vervangende toestemming voor het beëindigen regelingen Valoptec en Saving Plan
5.11.
Anders dan Essilor heeft verzocht zal ook voor het vervangen van de regelingen Valoptec en Saving Plan door Superboost geen vervangende toestemming worden verleend. De reden is dat blijkens de instemmingsaanvraag van 22 maart 2024 (sheet 8 van de PowerPointpresentatie) het voorgenomen besluit waarvoor instemming werd gevraagd een totaalpakket behelst en zich niet leent voor splitsing in onderdelen, dit temeer niet omdat de Valoptec-regeling en Performance Shares nauw met elkaar zijn verbonden zoals hiervoor is uiteengezet. De kantonrechter is overigens wel van oordeel dat Essilor voldoende belang heeft bij het afschaffen van de bestaande aandelenregelingen, zowel de lokale als de Performance Shares, dit vooral vanwege de bedrijfssociale gevolgen die dat heeft omdat alle werknemers dan kunnen deelnemen. Essilor zal evenwel een aanvullende compensatieregeling moeten aanbieden waarbij ook rekening wordt gehouden met het afschaffen van de Performance Shares en de gevolgen die dat heeft in combinatie met het afschaffen van Valoptec. Nu die compensatie niet is geboden is het besluit van de OR haar instemming te weigeren niet onredelijk. Overigens merkt de kantonrechter op dat de OR overvraagt waar zij als voorwaarde voor instemming stelt dat de bestaande regelingen moeten blijven bestaan voor de werknemers die daar nu gebruik van maken en daarvoor een sterfhuisconstructie moet gelden.
5.12.
Essilor wordt zowel in het verzoek als in het tegenverzoek (grotendeels) in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten betalen, waarbij het salaris voor de gemachtigde in beide verzoeken gelet op de samenhang tussen het verzoek en het tegenverzoek wordt begroot op de helft van het salaris voor de gemachtigde.

6.De beslissing

De kantonrechter,
Op het verzoek van de OR
6.1.
verklaart voor recht dat het besluit van Essilor van 25 oktober 2024 om de regeling ter zake Performances Shares te stoppen nietig is;
6.2.
verplicht Essilor zich te onthouden van handelingen die strekken tot uitvoering of toepassing van het nietige besluit, alsmede alle reeds verrichte uitvoeringshandelingen terug te draaien;
6.3.
veroordeelt Essilor in de proceskosten aan de zijde van de OR, tot op heden begroot op € 678,00 (€ 135,00 aan griffierecht en € 543,00 aan salaris voor de gemachtigde);
6.4.
verklaart de onder 6.3. genoemde veroordeling uitvoerbaar bij voorraaf;
6.5.
wijst het meer of anders verzochte af;
Op het verzoek van Essilor
6.6.
wijst het verzochte af;
6.7.
veroordeelt Essilor in de proceskosten aan de zijde van de OR, tot op heden begroot op € 543,00 aan salaris voor de gemachtigde;
6.8.
verklaart de onder 6.7. genoemde veroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. E.W. de Groot en in het openbaar uitgesproken op
18 juli 2025.
918 \ 498

Voetnoten

1.Volgens de OR betreft de Performances Shares een arbeidsvoorwaarde van Essilor, volgens Essilor is die regeling van EssilorLuxottica en dus geen arbeidsvoorwaarde van Essilor zelf.
2.Randnummer 10 verweerschrift van OR op het tegenverzoek van Essilor.
3.productie 27 zijde OR.
4.Sheet 8 van de ppt-presentatie. Dit betreft blijkens de toelichting van Essilor ter zitting de daadwerkelijke aanvraag. Deze is niet gevolgd door een nadere of uitgewerkte aanvraag van Essilor.
5.Productie 27 zijde OR.
6.Vlg. HR 22 juni 2018, ECLI:NL:HR:2018:976 (FNV/Pontmeyer) waarin de HR gezichtspunten heeft geformuleerd ter beoordeling van de vraag of een feitelijke gedragslijn tot het ontstaan van een arbeidsvoorwaarde heeft geleid.
7.J.J.M. van Mierlo, Medezeggenschap en de spanning tussen WOR en ondernemingsrecht, Serie vanwege het Van der Heijden Instituut, deel 117, Deventer, Kluwer 2013, p. 181.
8.Hetgeen de OR in randnummer 27 van haar verzoek heeft genoemd.