ECLI:NL:RBGEL:2025:4786
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Loonsanctie opgelegd wegens onvoldoende re-integratie-inspanningen in spoor 2
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 23 juni 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. M. Bosma, en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV). Eiseres heeft een loonsanctie opgelegd gekregen omdat het UWV van mening is dat zij onvoldoende re-integratie-inspanningen heeft verricht in spoor 2, na een wachttijd van 104 weken na 14 oktober 2021. Eiseres is het niet eens met deze beslissing en heeft beroep ingesteld.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het UWV terecht heeft geoordeeld dat de re-integratie-inspanningen van eiseres niet adequaat zijn geweest. De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden van de zaak beoordeeld, waaronder de rol van de arbeidsdeskundige en de rapportages van de re-integratiebegeleider. Eiseres heeft onvoldoende gedaan om de werknemer te re-integreren, met name door zich te beperken tot vacatures in de maatschappelijke zorg en onderwijs, zonder breder te zoeken naar passend werk.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat de loonsanctie terecht is opgelegd en dat eiseres niet in haar procesbelang is geschaad door de verwijzing naar het rapport van de arbeidsdeskundige. Het beroep van eiseres is ongegrond verklaard, en zij krijgt geen griffierecht terug of vergoeding van proceskosten. De uitspraak benadrukt het belang van adequate re-integratie-inspanningen en de verantwoordelijkheden van werkgevers in het kader van de Wet WIA.