ECLI:NL:RBGEL:2025:4786

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
23 juni 2025
Publicatiedatum
20 juni 2025
Zaaknummer
AWB-24_1148
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Loonsanctie opgelegd wegens onvoldoende re-integratie-inspanningen in spoor 2

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 23 juni 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. M. Bosma, en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV). Eiseres heeft een loonsanctie opgelegd gekregen omdat het UWV van mening is dat zij onvoldoende re-integratie-inspanningen heeft verricht in spoor 2, na een wachttijd van 104 weken na 14 oktober 2021. Eiseres is het niet eens met deze beslissing en heeft beroep ingesteld.

De rechtbank heeft vastgesteld dat het UWV terecht heeft geoordeeld dat de re-integratie-inspanningen van eiseres niet adequaat zijn geweest. De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden van de zaak beoordeeld, waaronder de rol van de arbeidsdeskundige en de rapportages van de re-integratiebegeleider. Eiseres heeft onvoldoende gedaan om de werknemer te re-integreren, met name door zich te beperken tot vacatures in de maatschappelijke zorg en onderwijs, zonder breder te zoeken naar passend werk.

De rechtbank heeft geconcludeerd dat de loonsanctie terecht is opgelegd en dat eiseres niet in haar procesbelang is geschaad door de verwijzing naar het rapport van de arbeidsdeskundige. Het beroep van eiseres is ongegrond verklaard, en zij krijgt geen griffierecht terug of vergoeding van proceskosten. De uitspraak benadrukt het belang van adequate re-integratie-inspanningen en de verantwoordelijkheden van werkgevers in het kader van de Wet WIA.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Bestuursrecht
zaaknummer: ARN 24/1148

uitspraak van de enkelvoudige kamer van

in de zaak tussen

[eiseres] te [plaats], eiseres

(gemachtigde: mr. M. Bosma),
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen,het UWV.

Samenvatting

Volgens het UWV heeft eiseres tijdens de wachttijd van 104 weken na 14 oktober 2021 niet voldoende re-integratie-inspanningen in spoor 2 verricht. Aan eiseres is om die reden een loonsanctie opgelegd. Eiseres is het daar niet mee eens. Zij voert daartoe een aantal beroepsgronden aan.
De rechtbank komt in deze uitspraak tot het oordeel dat het beroep ongegrond is.
Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.

Procesverloop

1. Met het bestreden besluit van 18 januari 2024 op het bezwaar van eiseres is het UWV gebleven bij het besluit van 17 augustus 2023 om aan eiseres een loonsanctie op te leggen.
1.1.
Eiseres heeft beroep ingesteld tegen het bestreden besluit.
1.2.
De rechtbank heeft partijen laten weten dat zij een zitting niet nodig vindt en gevraagd of zij het daarmee eens zijn. Omdat partijen daarna niet om een zitting hebben gevraagd, heeft de rechtbank het onderzoek gesloten en de zaak niet behandeld op een zitting. [1]

Beoordeling door de rechtbank

De niet betwiste feiten
2. De rechtbank stelt vast dat de volgende feiten tussen partijen niet betwist zijn.
2.1.
Eiseres is werkzaam als detacheerder binnen het zogenaamde Sociale Domein. Werknemers van eiseres worden voor bepaalde tijd of voor bepaalde opdrachten geplaatst bij een opdrachtgever, meestal een gemeente.
2.2.
De werknemer van eiseres is op 14 oktober 2021 door ziekte volledig uitgevallen voor zijn werkzaamheden.
2.3.
De bedrijfsarts heeft op 12 augustus 2022 de Eerstejaarsevaluatie verricht. In haar rapportage staat onder meer het volgende.
“Ik adviseer, gezien de duur van het verzuim en de onzekere prognose ten aanzien van verder herstel, om een arbeidsdeskundige in te schakelen. Deze onderzoekt de arbeidsmogelijkheden van de werknemer voor re-integratie bij de eigen werkgever dan wel elders op de arbeidsmarkt. (…) Ten aanzien van de huidige re-integratie mogelijkheden, acht ik de heer (…) belastbaar voor 2x2 uur in werkzaamheden rekening houdende met de in de LAB [2] benoemde beperkingen.”
2.4.
Op 26 september 2022 heeft de door eiseres ingeschakelde arbeidsdeskundige een re-integratie-onderzoek verricht. De arbeidsdeskundige adviseert eiseres een
re-integratiebureau in te schakelen dat werknemer, naast de re-integratie-activiteiten in het eerste spoor, adequaat kan begeleiden naar passend werk bij een andere werkgever.
2.5.
Op 28 september 2022 is het Plan van Aanpak bijgesteld en wordt een ander einddoel van de re-integratie van de werknemer verwacht, ofwel (gedeeltelijke) werkhervatting bij een andere werkgever ofwel werkhervatting in de eigen functie bij eiseres of een andere werkgever.
2.6.
Op 24 oktober 2022 is Staatvandienst in opdracht van eiseres gestart met de
re-integratie van de werknemer in spoor 2.
2.7.
Staatvandienst heeft op 27 december 2022, 27 februari 2023, 26 april 2023 en
6 juli 2023 tussentijds gerapporteerd. Uit de rapportages volgt dat de werknemer bij voorkeur aan de slag gaat als persoonlijk begeleider in de zorg, maatschappelijk begeleider in het onderwijs, muziekdocent of klantmanager binnen de branches Zorg en Welzijn, Cultuur, Onderwijs en Gemeenten. De sollicitatie-activiteiten hebben zich beperkt tot functies/vacatures binnen die sectoren.
2.8.
De werknemer heeft op 17 juli 2023 een uitkering op grond van de Wet Werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA) aangevraagd.
2.9.
De arbeidsdeskundige van het UWV heeft het re-integratieverslag van eiseres en de werknemer beoordeeld. [3]
In dat kader heeft de arbeidsdeskundige op 9 augustus 2023 nadere vragen gesteld aan eiseres, die zij per e-mail van 15 augustus 2023 heeft beantwoord. Volgens de arbeidsdeskundige heeft eiseres niet genoeg gedaan om de werknemer te re-integreren en heeft eiseres daarvoor geen deugdelijke grond.
“Wat betreft structureel passend werk in spoor 2 ben ik van mening dat het spoor 2 traject tijdig is ingezet. Echter is het traject niet adequaat vorm gegeven. Dit omdat ik van mening ben dat eenzijdig/niet breed genoeg gezocht is. Tot juli 2023 zijn alle activiteiten uitsluitend gericht op vacatures in de Maatschappelijke Zorg of Onderwijs muziekdocent. Het persoonsprofiel sluit hierbij niet volledig aan bij het zoekprofiel. (…) Er is tot augustus 2023 niet gesolliciteerd naar ander passende werk in ondersteunende/administratieve werkzaamheden, terwijl het persoonsprofiel van de werknemer hier goed bij aansluit en ook in het zoekprofiel is opgenomen. Een werkervaringsplaats of proefplaatsing in de richting van dit zoekprofiel heeft niet plaatsgevonden. Ik ben dan ook van mening dat (nog) niet breed genoeg naar passend werk gezocht is.”
Totstandkoming van het bestreden besluit
3. Bij besluit van 17 augustus 2023 is aan eiseres een loonsanctie opgelegd en moet eiseres het loon van de werknemer doorbetalen tot 10 oktober 2024.
3.1.
Eiseres heeft tegen dit besluit bezwaar gemaakt.
3.2.
De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep (b&b) heeft op 8 januari 2024 gerapporteerd. [4]
“Deze heroverweging is gericht op de beschikbare gegevens met betrekking tot de re-integratie activiteiten die zijn verricht tot de datum onderzoek verlengde loondoorbetalingsverplichting. (…) Alle acties die werkgever en werknemer ná de datum van de beslissing van 17 augustus 2023 hebben ondernomen vallen in het kader van het herstel van het verzuim en worden niet beoordeeld in deze bezwaarprocedure.
(…)
De arbeidsdeskundige SMZ heeft in haar rapportage aangegeven dat tot nu toe de
re-integratieactiviteiten in spoor 2 zich hoofdzakelijk op functies (…) op gebied van muziek richten. Voor een deel van deze beroepsrichtingen ontbreekt het aan de vereiste opleidingsachtergrond wordt gesteld door de arbeidsdeskundige. Gelet op de behaalde diploma’s sluit ik mij aan bij het standpunt dat werknemer niet beschikt over alle specifieke diploma’s die vereist worden in voornoemde functies. (…)
De arbeidsdeskundige SMZ heeft terecht aangegeven dat ze geconstateerd heeft dat in de voortgangsrapportage spoor 2 van juli 2023 pas sprake is van uitbreiding van de zoekactiviteiten naar zoekprofiel (...) De arbeidsdeskundige SMZ heeft terecht aangegeven dat de medische beperkingen (…) administratieve en/of ondersteunende werkzaamheden niet uitsluiten. (…)
Dit kan weliswaar niet de voorkeur hebben maar betreffen mogelijk wel passende functies. Hierdoor zijn er wel kansen gemist in spoor 2.
Daarnaast heeft werknemer blijkbaar in de primaire beoordeling te kennen gegeven dat hij op vacatures op gebied van Sociaal Domein (…) of ander administratieve/ondersteunende werkzaamheden niet reageert. (…)
Indien de re-integratiebegeleider van mening is geweest dat er ten onrechte niet op geschikte functies zou zijn gereageerd, dan had werkgever hiervan op de hoogte moeten worden gebracht. Deze is verantwoordelijk voor het nemen van de juiste (prikkelende) maatregelen indien nodig (…).”
3.3.
Vervolgens is het bestreden besluit genomen.
Heeft eiseres voldoende re-integratie-inspanningen verricht?
4. Het UWV heeft aan eiseres een loonsanctie opgelegd omdat eiseres onvoldoende re-integratie-inspanningen zou hebben verricht waardoor het spoor 2 traject niet als adequaat kan worden bestempeld.
4.1.
Op grond van artikel 25, negende lid, van de Wet WIA legt het UWV een loonsanctie op als blijkt dat de werkgever zonder deugdelijke grond onvoldoende
re-integratie-inspanningen heeft verricht. Deze beoordeling is gebaseerd op in ieder geval een arbeidsdeskundig onderzoek.
4.1.1.
De ratio achter de loonsanctie is dat de werkgever in de verlengtermijn van een jaar, na de datum waarop de werkneemster de einde wachttijd heeft bereikt, het tekortschieten in de re-integratie-verplichtingen kan herstellen. Dat brengt met zich dat in het besluit waarmee de loonsanctie wordt opgelegd het UWV voldoende tot uitdrukking moet brengen in welke verplichtingen dan wel re-integratie-inspanningen de werkgever tekort is geschoten, zodat de werkgever tot herstel daarvan kan overgaan.
4.1.2.
Op grond van artikel 65 van de Wet WIA, voor zover hier van belang, beoordeelt het UWV of de werkgever en de verzekerde in redelijkheid hebben kunnen komen tot de
re-integratie-inspanningen die zijn verricht.
4.1.3.
In de Beleidsregels beoordelingskader poortwachter (de Beleidsregels) heeft het UWV een inhoudelijk kader neergelegd voor de beoordeling van de vraag of de werkgever en de werknemer in redelijkheid konden komen tot de re-integratie-inspanningen die zijn verricht.
4.1.4.
Daarnaast is de Werkwijzer Poortwachter (de Werkwijzer) van belang, waarmee het UWV aan werkgevers duidelijkheid probeert te bieden over wat van hen bij de re-integratie van een werknemer wordt verwacht.
4.1.5.
In de Werkwijzer is in paragraaf 4.3. uiteengezet wanneer spoor 2 ingezet moet worden en wat daarin van de werkgever en de werknemer wordt verwacht.
“Het geheel van activiteiten moet als ‘adequaat’ kunnen worden aangemerkt. Daarvoor moet het traject bestaan uit een logisch samenhangende reeks van elkaar opvolgende, flankerende en/of overlappende activiteiten, die de afstand tussen het persoonsprofiel en het zoekprofiel van de werknemer zo snel en zo veel mogelijk opheft of verkleint. [5]
Het persoonsprofiel is de van tevoren vastgestelde uitgangspositie van de werknemer. Het zoekprofiel is het einddoel, gericht op een structurele werkhervatting in een geschikte functie buiten de eigen organisatie via de kortst mogelijke route.
(…)
Het persoonsprofiel wordt, rekening houdend met doelbinding en proportionaliteit, vastgesteld aan de hand van een inventarisatie van de opgedane arbeidservaring, specifieke vaardigheden, genoten scholing en gevolgde cursussen, belemmeringen en beperkingen, en de persoons-gebonden kenmerken van de arbeidsongeschikte werknemer. Zoveel als mogelijk wordt rekening gehouden met zijn ambities, wensen en voorkeuren.
(…)
Het zoekprofiel bestaat uiteindelijk uit een beredeneerde opsomming of omschrijving van branches, functies en/of werkzaamheden, waarbinnen en waarnaar met de meeste kans op succes wordt gezocht.
(…)
De aard, omvang en verscheidenheid van de re-integratiebelemmerende factoren bepalen de mate waarin een tweede spoortraject qua duur als ‘adequaat’ kan gelden. (…)”
4.1.6.
In paragraaf 7.1.2 van de Werkwijzer poortwachter staat nog het volgende.
“Onder passend werk wordt verstaan: alle arbeid die aansluit bij krachten en bekwaamheden van de werknemer, tenzij die in redelijkheid niet aan de werknemer kan worden opgedragen.”
4.1.7.
In de Werkwijzer [6] is verder opgemerkt dat, als de werknemer niet meewerkt aan de re-integratie, de werkgever tot het treffen van prikkelende maatregelen zoals het opschorten van loon, kan overgaan.
Medische beoordeling re-integratie-inspanningen
5. Niet in geschil is dat de sociaal-medische begeleiding door eiseres gedurende de wachttijd adequaat is geweest.
5.1.
De beroepsgrond van eiseres dat van haar in redelijkheid niet verwacht kon worden te twijfelen aan de adviezen van de bedrijfsarts passeert de rechtbank om die reden dan ook.
Arbeidsdeskundige beoordeling re-integratie-inspanningen spoor 1
6. Evenmin is in geschil dat, omdat het eigen werk niet passend (te maken) is en eiseres geen ander werk voor eiser heeft, re-integratie in spoor 1 niet (langer) aan de orde is.
Arbeidsdeskundige beoordeling re-integratie-inspanningen spoor 2
7. Ten aanzien van deze arbeidsdeskundige beoordeling overweegt de rechtbank als volgt.
7.1.
De stelling van eiseres dat voor de motivering van het bestreden besluit niet kan worden volstaan met de verwijzing naar het arbeidsdeskundig onderzoek in bezwaar, althans dat dat niet toereikend is, volgt de rechtbank niet.
7.1.1.
Artikel 7:13 van de Awb staat er niet aan in de weg dat bij de beslissing op bezwaar gebruik wordt gemaakt van een advies of een rapport, mits uit de beslissing op bezwaar volgt dat de motivering voor de beslissing op dat rapport of advies berust en dat rapport of advies bij de bekendmaking van de beslissing ter hand wordt gesteld.
7.1.2.
Eiseres is door de verwijzing naar het rapport van de arbeidsdeskundige b&b, dat tegelijkertijd met het bestreden besluit aan eiseres is verstrekt, niet in haar procesbelang geschaad.
7.2.
Eiseres stelt zich verder op het standpunt dat zij al het nodige heeft verricht wat van haar kon en mocht worden verwacht in het kader van de uitvoering van haar re-integratie-inspanningen.
7.2.1.
Ook dit volgt de rechtbank niet.
7.2.2.
De re-integratie-activiteiten zijn niet alleen adequaat als het traject bestaat uit een logisch samenhangende reeks van elkaar opvolgende, flankerende en/of overlappende activiteiten. Deze activiteiten moeten er ook op gericht zijn om de afstand tussen het persoonsprofiel en het zoekprofiel van de werknemer zo snel en zo veel mogelijk op te heffen of te verkleinen.
7.2.3.
Niet in geschil is dat Staatvandienst, samen met de werknemer, meerdere activiteiten, gericht op het verkrijgen van (passend) werk bij een andere werkgever heeft verricht. Het traject als zodanig is dan ook logisch en juist ingericht geweest, maar kan nog steeds niet als adequaat, en daarmee als voldoende, worden aangemerkt.
7.2.4.
De rechtbank volgt het standpunt van het UWV dat Staatvandienst en de werknemer de inspanningen om passend werk te vinden tot juli 2023 teveel hebben beperkt door zo goed als uitsluitend te sturen op de voorkeuren van de werknemer als het gaat om wat de werknemer als passend werk ervaart en niet op de werkervaring van en de daardoor verworven competenties door de werknemer.
Dit staat haaks op hetgeen als een adequate inspanning wordt beschouwd, waarbij de arbeidservaring, specifieke vaardigheden en genoten scholing en cursussen leidend zijn en zo mogelijk met de persoonlijke voorkeuren rekening wordt gehouden. [7]
Voor zover de werknemer had gemeend dat ander werk (waar zijn voorkeur niet naar uitging) zoals administratieve werkzaamheden, gelet op zijn persoonsprofiel niet passend, zou zijn, dan had de werknemer een deskundigenoordeel van het UWV kunnen aanvragen. Dat is niet gebeurd.
7.2.5.
Van eiseres had verwacht mogen worden dat zij strakker zou toezien op het verkleinen van de afstand tussen het persoonsprofiel en het zoekprofiel, bijvoorbeeld door het treffen van wat in de Werkwijzer als prikkelende maatregelen worden genoemd.
Eiseres had ook kunnen overgaan tot het tussentijds bijstellen van de opdracht aan Staatvandienst.
7.2.6.
Dat voor de werknemer geen ander passend werk, passend bij zijn persoonsprofiel, beschikbaar zou zijn en om die reden het zoekprofiel beperkt moest blijven tot functies passend bij de voorkeur van de werknemer heeft eiseres niet gesteld. Ook anderszins is dat niet gebleken.
7.2.7.
Het UWV heeft dan ook terecht geoordeeld dat de re-integratie-inspanningen in spoor 2 niet adequaat zijn geweest.
7.3.
Het voorgaande brengt met zich dat de beroepsgronden niet slagen.

Conclusie en gevolgen

8. Het beroep is ongegrond. Het UWV heeft terecht beslist dat de re-integratie-inspanningen in spoor 2 niet adequaat zijn verricht. Het UWV mocht dan ook een loonsanctie aan eiseres opleggen. Eiseres krijgt daarom het griffierecht niet terug. Zij krijgt ook geen vergoeding van haar proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. mr. J.M.C. Schuurman-Kleijberg, rechter, in aanwezigheid van mr. K.V. van Weert, griffier.
Uitgesproken in het openbaar op
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden.
Digitaal hoger beroep instellen kan via “Formulieren en inloggen” op www.rechtspraak.nl. Hoger beroep instellen kan eventueel ook nog steeds door verzending van een brief aan de Centrale Raad van Beroep, Postbus 16002, 3500 DA Utrecht.
Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Artikel 8:57 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk.
2.LAB = Lijst met Arbeidsmogelijkheden en Beperkingen.
3.Arbeidsdeskundig rapport van 16 augustus 2023.
4.Arbeidsdeskundig onderzoek in bezwaar.
5.Paragraaf 4.3.4 Adequaat traject.
6.In paragraaf 4.4.2.1 Werknemer werkt niet mee.
7.Zie bijvoorbeeld de uitspraken van Centrale Raad van Beroep van 12 januari 2011, ECLI:NL:CRVB:2011:BP0937, en 22 april 2020, ECLI:NL:CRVB:2020:1032.