Uitspraak
1.De procedure
2.De feiten
3.Het verzoek en het verweer
4.De beoordeling
5.De beslissing
10 juli 2025schriftelijk kan uitlaten over de rechtsoverwegingen 4.7 tot en met 4.10 en over de vraag of en hoe hij het bewijs wil leveren;
Rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Gelderland op 12 juni 2025 een tussenbeschikking gegeven in een arbeidsrechtelijke kwestie tussen een verzoeker en de besloten vennootschap SCHOONMAAKORGANISATIE SUCCES B.V. De verzoeker heeft een verzoekschrift ingediend met betrekking tot de berekening van de transitievergoeding, die hij meent te vorderen vanaf de aanvang van zijn dienstverband op 1 maart 2003. De verwerende partij, Succes, heeft een transitievergoeding van € 7.976,02 bruto voldaan, berekend van 7 december 2015 tot 27 januari 2025, en betwist de datum van indiensttreding. Tijdens de mondelinge behandeling op 15 mei 2025 heeft de kantonrechter de partijen gehoord en is er gediscussieerd over de vraag of de verzoeker in de periode van 1 juni 2015 tot 7 december 2015 feitelijk werkzaam is geweest voor Succes of dat Yasmijn B.V. als opvolgend werkgever kan worden aangemerkt. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er geen sprake is van ernstig verwijtbaar handelen van de verzoeker, wat hem recht geeft op een transitievergoeding. De rechter heeft de verzoeker in de gelegenheid gesteld om bewijs te leveren dat hij in de betwiste periode werkzaam is geweest, en heeft de verdere beslissing aangehouden tot 10 juli 2025, waarbij de verzoeker zijn bewijsstukken moet indienen.