Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van
[eiser], uit [plaats],
de burgemeester van de gemeente Wageningen
Als derde-partijen nemen aan de zaak deel: [derde-partij] uit [plaats] (gemachtigde: mr. G.A.C. Beckers), vergunninghouder;
Samenvatting
Procesverloop
Beoordeling door de rechtbank
6.1. Deze beroepsgrond slaagt niet. Eiser heeft onvoldoende onderbouwd dat zodanige overlast te verwachten valt dat het woon- en leefklimaat in de omgeving op ontoelaatbare wijze nadelig zal worden beïnvloed. De burgemeester is voldoende gemotiveerd ingegaan op de door eiser gevreesde overlast. De burgemeester heeft op de zitting ook toegelicht dat handhavend zal worden opgetreden op het moment dat sprake is van overlast. Ook heeft de burgemeester voldoende gemotiveerd dat de parkeerbehoefte is onderzocht aan de hand van de Nota Parkeernormen [plaats] 2015 en dat geen overlast wordt verwacht. Als er wel verkeers- en/of parkeeroverlast ontstaat, heeft de burgemeester toegelicht zoveel als mogelijk daartegen op te treden. Op het moment dat mensen verkeerd parkeren, bestaat ook de mogelijkheid om daartegen handhavend op te treden. Daarbij komt dat op de zitting duidelijk is geworden dat de vergunninghouder ervan doordrongen is dat hij een rol speelt in het voorkomen van (parkeer- en verkeers)overlast.
Conclusie en gevolgen
€ 1.000 wegens overschrijding van de redelijke termijn.
Beslissing
mr.L. Janssen, griffier. Deze uitspraak is in het openbaar uitgesproken op: