Uitspraak
1.Het verloop van de procedure
2.De feiten
- de man zal met ingang van 1 mei 2015 maandelijks bij vooruitbetaling € 350 alimentatie aan de vrouw voldoen,
- de alimentatie is onderworpen aan de wettelijke indexering,
- het te indexeren bedrag van € 350 kan nimmer worden verhoogd. Verlaging is wel mogelijk,
- vanaf de dag dat de vrouw gaat samenleven met een ander als waren zij gehuwd of een geregistreerd partnerschap of huwelijk aangaat, eindigt de alimentatieplicht van de man.
3.Het verzoek van de man
1 januari 2017 is beëindigd, althans de partneralimentatie met ingang van
1 januari 2017 op nihil te stellen, althans een ingangsdatum nihilstelling te bepalen als de rechtbank juist acht,
4 april 2024 en 12 december 2024 (inschrijvingsperiode [partner vrouw] ) is beëindigd,
4.De beoordeling
- er is een affectieve relatie,
- die duurzaam is,
- waarin wordt samengewoond,
- een gemeenschappelijke huishouding wordt gevoerd en
- de partners elkaar wederzijds verzorgen.
affectieve duurzame relatie
samenwoning
12 december 2024 bij haar ingeschreven heeft gestaan, maar zij stelt dat dit enkel was om hem een inschrijfadres te bezorgen. De man betwist dat er sprake was van een LAT-relatie en stelt dat de vrouw en [partner vrouw] richting hulpverlening niet transparant zijn geweest over hun samenwoning vanwege de antecedenten van [partner vrouw] . Dit zou volgens de man ook de reden zijn dat de kinderen [partner vrouw] kenden onder een andere naam dan de naam die in zijn paspoort staat. Daarnaast vermoedt de man dat de vrouw en [partner vrouw] zich niet op hetzelfde adres hebben ingeschreven omdat dit een nadelig effect zou hebben op hun aanspraak op toeslagen en uitkeringen. De man stelt tot slot dat [partner vrouw] zich in december 2024 heeft uitgeschreven van het adres van de vrouw zodat zij in aanmerking zou komen voor gefinancierde rechtsbijstand voor deze procedure over de partneralimentatie.
Gemeenschappelijke huishouding en wederzijdse verzorging
5.De beslissing
1 juli 2023 is geëindigd op grond van het bepaalde in artikel 1:160 BW;