[gedaagde in conv] vordert na vermeerdering van eis bij vonnis, zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. voor recht te verklaren dat [eiser in conv] jegens [gedaagde in conv] onrechtmatig heeft gehandeld, aangezien [eiser in conv] een deel van de fundering van het pand heeft geplaatst op het aan [gedaagde in conv] toebehorende perceel;
II. [eiser in conv] te veroordelen om binnen vier weken vanaf de dag van dit vonnis, althans binnen een door de rechtbank te bepalen termijn, de fundering van het pand zodanig aan te passen dat deze wordt verwijderd van het perceel van [gedaagde in conv] , zulks op straffe van een dwangsom van € 1.000,00 voor iedere dag dat [eiser in conv] nalaat aan deze veroordeling te voldoen, met een maximum van € 100.000,00;
III. [eiser in conv] te veroordelen om aan [gedaagde in conv] te voldoen een bedrag van € 1.995,00, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de datum van de indiening van de conclusie van eis in reconventie, althans vanaf de datum van dit vonnis, dan wel, subsidiair, om binnen vier weken te rekenen vanaf de datum van dit vonnis, althans binnen een door de rechtbank te bepalen termijn, het hekwerk en de bestrating staande en gelegen tussen het perceel van [eiser in conv] en dat van [gedaagde in conv] volledig en deugdelijk te herstellen en schoon te maken, zulks op straffe van een dwangsom van € 1.000,00 voor iedere dag dat [eiser in conv] nalaat aan deze veroordeling te voldoen, met een maximum van € 100.000,00;
IV. [eiser in conv] te verbieden zich op het perceel van [gedaagde in conv] te begeven zonder voorafgaande toestemming van [gedaagde in conv] , zulks op straffe van een dwangsom van € 1.000,00 voor iedere dag dat [eiser in conv] nalaat aan deze veroordeling te voldoen, met een maximum van € 100.000,00;
V. [eiser in conv] te veroordelen om binnen vier weken na de datum van dit vonnis, althans binnen een door de rechtbank te bepalen termijn, de waterafvoervoorzieningen (spuwers) van het pand op het perceel van [eiser in conv] die zijn gericht op het perceel van [gedaagde in conv] te verwijderen en [eiser in conv] te gebieden om binnen deze termijn zodanige voorzieningen te treffen dat voorkomen wordt dat het water via het perceel van [gedaagde in conv] wordt afgevoerd, op straffe van een dwangsom van € 1.000,00 voor iedere dag dat [eiser in conv] nalaat aan deze veroordeling te voldoen, met een maximum van € 100.000,00;
VI. [eiser in conv] te veroordelen om binnen vier weken na dit vonnis, althans een door de rechtbank te bepalen termijn, de camera die aanwezig is op het perceel van [eiser in conv] en die gericht is op het perceel van [gedaagde in conv] te verwijderen en verwijderd te houden, op straffe van een dwangsom van € 1.000,00 voor iedere dag dat [eiser in conv] nalaat aan deze veroordeling te voldoen, met een maximum van € 100.000,00;
met veroordeling van [eiser in conv] in de proceskosten, te vermeerderen met de nakosten, te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van dit vonnis, en met de wettelijke rente over de (na)kosten te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening.