Uitspraak
RECHTBANK Gelderland
1.[eiseres sub 1] , en2. [eiser sub 2] ,
1.De procedure
- de mondelinge behandeling van 19 maart 2025,
- de pleitnota van [gedaagde] .
Rechtbank Gelderland
In deze zaak, die zich afspeelt in de Rechtbank Gelderland, betreft het een kort geding dat is aangespannen door eisers, een echtpaar, tegen hun (stief)dochter, gedaagde. De aanleiding voor het geschil is het overlijden van [naam 1], de zoon van eisers en de halfbroer van gedaagde. Eisers hebben gedaagde de toegang ontzegd tot de condoleance en de uitvaart van [naam 1], wat heeft geleid tot een eerdere mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter op 4 februari 2025. In deze uitspraak werd eisers opgedragen om gedaagde en haar gezin de gelegenheid te geven om op een waardige manier afscheid te nemen van [naam 1]. Eisers zijn veroordeeld tot het betalen van een dwangsom van € 20.000,00 indien zij niet aan deze verplichting zouden voldoen.
Na de mondelinge uitspraak heeft gedaagde geconstateerd dat eisers niet volledig aan de veroordelingen hebben voldaan, omdat de kist tijdens het afscheidsmoment voor gedaagde en haar gezin gesloten bleef, terwijl deze tijdens de condoleance wel geopend was. Gedaagde heeft daarop executiemaatregelen aangekondigd, wat eisers hebben proberen te voorkomen door een nieuw kort geding aan te spannen. In dit kort geding vorderden eisers dat de voorzieningenrechter gedaagde zou verbieden om verdere executiemaatregelen te treffen.
De voorzieningenrechter heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat eisers niet volledig hebben voldaan aan de eerdere veroordelingen en dat de aangekondigde executie door gedaagde rechtmatig is. De voorzieningenrechter heeft de vorderingen van eisers afgewezen en de proceskosten tussen partijen gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt. Dit vonnis is uitgesproken op 2 april 2025.