Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van
[eiser] , uit [plaats] , eiser
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oude IJsselstreek,
[derde-belanghebbende]uit [plaats] , samen aangeduid als de derde-partij,
de Staat der Nederlanden(minister van Justitie en Veiligheid).
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
.Het verzoek om schadevergoeding vanwege overschrijding van de redelijke termijn wijst de rechtbank toe. Het verzoek dat gaat over de eerdere opgelegde kostenvergoeding wijst de rechtbank deels toe. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot haar oordeel komt en welke gevolgen het oordeel heeft.
- de geluidsonderzoeken en de rapportages daarvan zijn niet zorgvuldig;
- een nieuwe geluidsmeting door een onafhankelijk deskundige is noodzakelijk;
- in geval van toepassing van een strengere geluidsnormering, overschrijdt de airco-unit de geluidsnorm:
- er is sprake van strijd met het evenredigheidsbeginsel;
- de hoorzitting bij de commissie bezwaarschriften is niet verlopen zoals het hoort.
“Artikel 4:6. eerste lid. van de APV, (…) bepaalt dat het verboden is buiten een inrichting in de zin van de Wet Milieubeheer op een zodanige wijze toestellen of geluidsapparaten in werking te hebben of handelingen te verrichten dat voor een omwonende of voor de omgeving geluidhinder wordt veroorzaakt. In de APV heeft het college daar geen geluidsnormen aan verbonden. Het college heeft aangegeven voor de uitleg van het in artikel 4:6 van de APV opgenomen begrip geluidhinder te kijken naar de geluidsnormen die zijn opgenomen in label 2.17a van het Activiteitenbesluit milieubeheer. Die normen zijn strikt genomen niet van toepassing op geluid dat een airco-unit van een woning maakt, maar voor de uitleg van het begrip geluidhinder in artikel 4:6 van de APV kan in redelijkheid aangesloten worden bij die normen. In deze tabel staat aangegeven wat het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau (LAr,LT) op de gevel van gevoelige gebouwen mag bedragen voor de periodes:
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- veroordeelt het college tot het betalen van een schadevergoeding aan eiser van € 1.900,-;
- veroordeelt de Staat der Nederlanden (de minister van Justitie en Veiligheid) tot het betalen van een schadevergoeding aan eiser van € 100,-;
- veroordeelt het college tot het betalen van de wettelijke rente aan eiser tot een bedrag van € 0,39;
- wijst het meer of anders verzochte af.