In deze uitspraak van de Rechtbank Gelderland, gedateerd op 25 maart 2025, wordt het beroep van eiseres tegen een last onder dwangsom beoordeeld. Eiseres had een last opgelegd gekregen voor het met het bestemmingsplan strijdige gebruik van een recreatiewoning voor permanente bewoning. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, omdat eiseres niet heeft kunnen aantonen dat zij haar hoofdverblijfplaats niet op het recreatiepark heeft. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ede heeft op basis van verschillende feiten en omstandigheden, waaronder frequent controles en getuigenverklaringen, aannemelijk gemaakt dat eiseres permanent in de recreatiewoning verblijft. De rechtbank oordeelt dat het college bevoegd was om handhavend op te treden en dat de dwangsom verbeurd is, omdat eiseres niet heeft voldaan aan de last om de bewoning te beëindigen. De rechtbank wijst ook het beroep tegen het invorderingsbesluit af, omdat de dwangsom is verbeurd en er geen bijzondere omstandigheden zijn die een andere beslissing rechtvaardigen. De uitspraak benadrukt het belang van handhaving van bestemmingsplannen en de rol van de gemeente in het toezicht op de naleving daarvan.