Uitspraak
RECHTBANK Gelderland
1.De procedure in beide zaken
2.De verdere beoordeling in beide zaken
€ 702.160,00 +
Rechtbank Gelderland
In deze civiele procedure, behandeld door de Rechtbank Gelderland, zijn twee partijen betrokken: een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, aangeduid als [eiser], en een andere besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, aangeduid als [gedaagde]. De zaak betreft een afrekening van projectontwikkeling en de benoeming van een deskundige. De rechtbank heeft op 19 februari 2025 uitspraak gedaan in de gevoegde zaken, waarbij de procedure op tegenspraak is gevoerd. De rechtbank heeft vastgesteld dat partijen in de loop der jaren mondeling overeenkomsten hebben gesloten over de ontwikkeling van drie projecten, maar dat deze niet schriftelijk zijn vastgelegd. Dit heeft geleid tot geschillen over de winstdeling en de verplichtingen van partijen. De rechtbank heeft geoordeeld dat [gedaagde] niet heeft ingestemd met de benoeming van een deskundige, wat de rechtbank heeft gedwongen om zonder deskundigenadvies te oordelen. De rechtbank heeft [gedaagde] veroordeeld tot betaling van een geldlening van € 687.936,53 aan [eiser], vermeerderd met rente, en heeft de vordering van [gedaagde] in reconventie afgewezen. Daarnaast heeft de rechtbank geoordeeld dat [eiser] recht heeft op 50% van de winsten uit de projecten en heeft [gedaagde] veroordeeld om afschrift te verstrekken van de projectadministraties. De rechtbank heeft ook dwangsommen opgelegd voor het niet voldoen aan deze veroordeling. De uitspraak is een belangrijke stap in de afhandeling van de geschillen tussen de partijen en benadrukt de noodzaak van schriftelijke overeenkomsten in zakelijke samenwerkingen.