ECLI:NL:RBGEL:2025:1227

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
19 februari 2025
Publicatiedatum
14 februari 2025
Zaaknummer
11022935
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake ontoereikende volmacht en schijn vertegenwoordigingsbevoegdheid in civiele procedure

In deze civiele procedure, behandeld door de Kantonrechter van de Rechtbank Gelderland, is een geschil ontstaan tussen [eiser in conv] en WIGGERS VAN MEGGELEN GERECHTSDEURWAARDERS & INCASSOKANTOOR B.V. over de betaling van facturen voor geleverde diensten en producten. De zaak betreft een overeenkomst die door [naam], operationeel directeur van Wiggers, is gesloten met [eiser in conv] voor de levering van antivirussoftware en andere IT-diensten. De kern van het geschil draait om de vraag of [naam] beschikte over een toereikende volmacht om deze overeenkomst te sluiten. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [naam] niet over een toereikende volmacht beschikte, maar dat [eiser in conv] zich op de schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid mocht beroepen. De rechter oordeelt dat Wiggers gebonden is aan de overeenkomst en moet voldoen aan de betalingsverplichtingen. Wiggers heeft ook een reconventionele vordering ingesteld om wachtwoorden van de pc's te verkrijgen, welke door de kantonrechter is toegewezen. De proceskosten zijn toegewezen aan de eiser in conventie, terwijl de kosten in reconventie zijn gecompenseerd.

Uitspraak

RECHTBANKGELDERLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Zutphen
Zaaknummer: 11022935 \ CV EXPL 24-1049
Vonnis van 19 februari 2025
in de zaak van
[eiser in conv] ,handelend onder de naam
[bedrijf 1],
te [vestigingsplaats] ,
eisende partij in conventie,
verwerende partij in reconventie,
hierna te noemen: [eiser in conv] ,
gemachtigde: P.G. Keurntjes, gerechtsdeurwaarder,
tegen
WIGGERS VAN MEGGELEN GERECHTSDEURWAARDERS & INCASSOKANTOOR B.V.,
te Zutphen ,
gedaagde partij in conventie,
eisende partij in reconventie,
hierna te noemen: Wiggers ,
procederend bij: E.S.A. Wiggers .

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 25 september 2024,
- de mondelinge behandeling van 21 januari 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt,
- de machtiging van 21 januari 2025 waarin Wiggers E.S.A. Wiggers heeft gemachtigd om namens Wiggers op te treden.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Op 26 september 2023 heeft [eiser in conv] op verzoek van [naam ] (hierna: [naam ] ), destijds operationeel directeur en aandeelhouder van Wiggers , werkzaamheden verricht om een storing in het computersysteem van Wiggers (een defecte switch) te verhelpen.
2.2.
Bij e-mail van 25 oktober 2023 heeft [naam ] het volgende aan [eiser in conv] bericht:
“(…)
Voor nu heb ik op korte termijn de volgende zaken en hopelijk kun jij dit oppaken;
(…)
- (…) we moeten naar nieuwe inlog op de pc’s
Ik wil ook geen lokale opslag op de pc’s van bestanden. Alles staat in de cloud en pc’s worden niet gebackuped.
(…)
- we hebben 2 internetverbindingen. Het zou zo moeten zijn dat als de ene uitvalt dat de ander het blijft doen. De 1 heeft vast ip.en de ander niet. Dat IP staat geregistreerd bij [bedrijf 2] . Als dat vereiste is om.er voor te zorgen dat we altijd bereikbaar blijven dan moeten we dat aanpassen op de andere internetverbinding en beide ip’s bekend maken. Dit in overleg met [bedrijf 2] . Er moet een failover zijn
- we hebben wifi en alle zooi ip’s moeten er uit van oude medewerkers etc
- vervangen van de switch in overleg en opnieuw ordenen van de patchkast en troep eruit.
Heb jij hier tijd voor, wil je dit doen en hoe snel kun je komen ;)
(…)”
2.3.
[eiser in conv] heeft op 8 november 2023 een offerte uitgebracht aan Wiggers . Deze offerte heeft [eiser in conv] verzonden aan [naam ] . In de offerte is, voor zover relevant, het volgende vermeld:
“Hierbij ontvang je van mij de offerte voor het leveren van antivirussoftware voor de werkstations van jullie kantoor.
Dit betreffen 22 systemen op kantoor, 1 laptop en 2 systemen elders.
(…)
Licentie voor 2 jaar per licentie € 51,05 (Totaal € 1.276,25)
(…)
Dit betreft een software pakket dat op het werkstation word geïnstalleerd en de monitoring en signalering word centraal in de Cloud door [bedrijf 3] geregeld. (…)
(…)
De installatie van de software zal ik meenemen als ik de werkstations ga aanpassen.
Prijzen : exclusief 21 % BTW.
(…)”
2.4.
Bij factuur van 14 november 2023 (factuurnummer 202321105) heeft [eiser in conv] een bedrag van € 1.420,72 (incl. btw) aan Wiggers in rekening gebracht. In de omschrijving van de factuur is het volgende vermeld:
“Omschrijvi…
Aantal
Prijs
Totaal
[bedrijf 3] partner beheer, 24 maanden. Prijs per werkstation
Ingang datum 13-11-2023 einde looptijd: 14-11-2025”
23,00
51,05
1.174,15
2.5.
Bij factuur van 14 november 2023 (factuurnummer 202321106) heeft [eiser in conv] een bedrag van € 1.697,03 (incl. btw) aan Wiggers in rekening gebracht. In de omschrijving van de factuur is het volgende vermeld:
“Omschrijvi…
Aantal
Prijs
Totaal
Support i.v.m. defecte switch
26-09-2023 van 20:00 tot 21:00 uur
1,00
82,50
82,50
Analyse netwerk omgeving
26-10-2023 van 10:00 tot 12:00 uur
2,00
82,50
In kaart brengen IT omgeving en begin aanpassen werkstations
02-11-2023 van 9:00 tot 12:00 uur
3,00
82,50
247,50
Aanpassen werkstations vervolg
09-11-2023 van 9:00 tot 15:30 uur
6,50
82,50
536,25
Aanpassen werkstations vervolg
13-11-2023 van 9:00 tot 15:30 uur
6,50
82,50
536,25
Totaal factuur
€ 1.402,50
Totaal BTW
€ 294,53
Totaal te betalen
€ 1.697,03”
2.6.
Bij e-mail van 12 december 2023 heeft [naam ] aan [eiser in conv] bericht:
“In aansluiting op ons telefoongesprek bevestig ik hierbij (nogmaals) de aan u verstrekte opdracht in oktober en november, voor het aanpassen en opschonen van de werkstations van Wiggers Gerechtsdeurwaarders , het toevoegen van een geldige virusscanner op de pc’s en het aansluiten van de nieuwe internetverbinding met een vast IP. Dit alles in het kader van het geconstateerde risico in de RI&E die Wiggers Gerechtsdeurwaarders voert. Ik heb dit gedaan als operationeel directeur van Wiggers Gerechtsdeurwaarders en de heer Wiggers is hierover door mij geïnformeerd en is hiervan ook steeds op de hoogte geweest. Hij was ook aanwezig die keren dat u als leverancier bij ons het bedrijf bezocht heeft.
(…)
De 2 openstaande facturen zullen dus gewoon vanuit Wiggers Gerechtsdeurwaarders binnen de gestelde termijn betaald moeten worden. De heer Wiggers gaat echter over de betalingen van de kantoorrekening en zal dit met u af handelen.”
2.7.
Bij e-mail van 21 december 2023 heeft E.S.A. Wiggers , destijds algemeen directeur van Wiggers , onder meer aan [eiser in conv] bericht:
“(…) Ik was zoals ik al aangaf zelf niet bekend met jouw inzet, maar wil jou ook niet in de kou zetten voor het geleverde werk. Ik hoop dat je nog even geduld ten aanzien van de uitbetaling hebt. Het gaat aldus zeker niet maanden duren, maar er is wel wat tijd nodig om dit alles in goede banen te leiden. (…)”
2.8.
Bij e-mail van 2 januari 2024 heeft E.S.A. Wiggers onder meer aan [eiser in conv] bericht:
“(…) Zoals ik al eerder aangaf ben ik niet gekend in de beslissing jou in te huren, maar dat wij er ondanks dat wel met jou uit gaan komen en voor betaling kunnen zorgen. (…)”

3.Het geschil

in conventie
3.1.
[eiser in conv] vordert dat de kantonrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, Wiggers zal veroordelen om aan [eiser in conv] te betalen een bedrag van € 3.691,84, vermeerderd met de wettelijke handelsrente over € 3.117,75 vanaf 18 maart 2024 tot aan de dag van volledige betaling en Wiggers zal veroordelen in de proceskosten en nakosten.
in reconventie
3.2.
Wiggers vordert dat [eiser in conv] zal worden veroordeeld om de wachtwoorden waarmee als beheerder kan worden ingelogd, aan Wiggers mede te delen.
in conventie en in reconventie
3.3.
Partijen hebben verweer gevoerd. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

in conventie
4.1.
Tussen partijen staat vast dat [naam ] in naam van Wiggers met [eiser in conv] een overeenkomst heeft gesloten op grond waarvan [eiser in conv] antivirussoftware aan Wiggers heeft geleverd en diverse werkzaamheden heeft verricht. Niet in geschil is dat [naam ] niet over een toereikende volmacht beschikte om deze overeenkomst in naam van Wiggers met [eiser in conv] te sluiten. Uit het overgelegde uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel blijkt dat uitsluitend Wiggers Holding , waarvan E.S.A. Wiggers enig aandeelhouder en bestuurder is, bevoegd was Wiggers te vertegenwoordigen. Wiggers is daarom in beginsel niet gebonden aan de overeenkomst die [naam ] met [eiser in conv] heeft gesloten.
4.2.
[eiser in conv] heeft zich beroepen op de schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid door [naam ] . Hij heeft in dit verband, kort gezegd, gesteld dat hij er gerechtvaardigd op mocht vertrouwen dat [naam ] bevoegd was tot het verstrekken van opdrachten. [naam ] hield zich, zo stelt [eiser in conv] , in zijn functie als operationeel directeur bezig met de dagelijkse gang van zaken op kantoor. E.S.A. Wiggers was geruime tijd niet op kantoor aanwezig en [eiser in conv] mocht er redelijkerwijs van uitgaan dat [naam ] en E.S.A. Wiggers contact met elkaar onderhielden over de gang van zaken op kantoor, aldus [eiser in conv] .
4.3.
De kantonrechter overweegt als volgt.
Op grond van artikel 3:61 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek (BW) is Wiggers ondanks het ontbreken van een toereikende volmacht wel gebonden aan de overeenkomst die [naam ] met [eiser in conv] heeft gesloten als [eiser in conv] op grond van een verklaring of gedraging van Wiggers heeft aangenomen en onder de gegeven omstandigheden ook redelijkerwijs mocht aannemen dat een toereikende volmacht was verleend. Voor toerekening van schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid kan op grond van vaste rechtspraak ook plaats zijn als [eiser in conv] gerechtvaardigd heeft vertrouwd op de volmacht verlening aan [naam ] op grond van feiten en omstandigheden die voor risico van Wiggers komen en waaruit naar verkeersopvattingen zodanige schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid kan worden afgeleid. De schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid kan tevens berusten op feiten en omstandigheden die zich hebben voorgedaan na de totstandkoming van de betrokken rechtshandeling. Van zodanige feiten en omstandigheden kan voorts sprake zijn ingeval van een niet-doen, waaronder het laten voortbestaan van een bepaalde situatie (zie in dit verband HR 12 januari 2001, ECLI:NL:HR:2001:AA9429 en HR 14 oktober 2022, ECLI:NL:HR:2022:1456).
4.4.
Uit de hiervoor uiteengezette feiten blijkt dat [naam ] is opgetreden als de contactpersoon van [eiser in conv] . Ten tijde van het sluiten van de overeenkomst was [naam ] operationeel directeur van Wiggers en als zodanig heeft hij zich ook via een door Wiggers aan [naam ] verstrekt e-mailadres jegens [eiser in conv] gepresenteerd. Dit betreft een functie die op zichzelf bij [eiser in conv] de indruk heeft kunnen wekken dat [naam ] bevoegd was om in naam van Wiggers een overeenkomst als de onderhavige aan te gaan. Dat geldt temeer omdat het hier gaat om een overeenkomst met een gering financieel belang. Vast staat dat E.S.A. Wiggers [eiser in conv] in elk geval één keer op kantoor heeft gezien en heeft gesproken, alsmede dat hij [eiser in conv] software op zijn pc heeft laten installeren. Daarbij heeft E.S.A. Wiggers niet aan [eiser in conv] laten weten dat [naam ] niet bevoegd was de overeenkomst met [eiser in conv] te sluiten of dat [eiser in conv] de werkzaamheden moest staken. Ook heeft Wiggers de facturen van [eiser in conv] in eerste instantie zonder protest behouden. E.S.A. Wiggers heeft zelfs bij e-mail van 21 december 2023 en 2 januari 2024 toegezegd voor betaling van de facturen van [eiser in conv] te zullen zorgdragen. Op grond van deze feiten en omstandigheden, die voor risico komen van Wiggers en waaruit naar verkeersopvattingen schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid kan worden afgeleid, heeft [eiser in conv] er gerechtvaardigd op mogen vertrouwen dat door Wiggers aan [naam ] een toereikende volmacht was verleend om Wiggers bij het aangaan van de overeenkomst te vertegenwoordigen. Dit brengt met zich dat Wiggers is gebonden aan de overeenkomst die [naam ] met [eiser in conv] heeft gesloten. Wiggers dient deze overeenkomst na te komen.
4.5.
Wiggers heeft subsidiair verweer gevoerd tegen de door [eiser in conv] gefactureerde posten. Dit verweer zal hierna, voor iedere factuur afzonderlijk, aan de orde komen.
Factuur 202321105
4.6.
In deze factuur heeft [eiser in conv] een bedrag van € 1.420,72 (incl. btw) aan Wiggers in rekening gebracht voor de levering van antivirussoftware voor 23 werkstations en een daarbij behorend abonnement voor de duur van 24 maanden. Wiggers heeft de verschuldigdheid van deze kosten betwist en heeft daartoe aangevoerd dat het niet nodig was om nieuwe antivirussoftware aan te schaffen omdat op de pc’s van Wiggers reeds antivirussoftware was geïnstalleerd die veel minder duur was dan de door [eiser in conv] geïnstalleerde software. Ook worden de pc’s op het kantoor volgens Wiggers enkel gebruikt om verbinding te maken met een extern bureaublad, waarna alle gebruikers van het kantoor in een strikt beveiligde, beschermde en afgeschermde omgeving werken. [eiser in conv] had als specialist moeten aangeven dat de reeds geïnstalleerde antivirussoftware prima was en ruimschoots volstond voor algemene veiligheid op pc’s, zeker wanneer er in een beveiligde online omgeving wordt gewerkt die aan de hoogste veiligheidsniveaus voldoet, aldus Wiggers .
4.7.
De kantonrechter overweegt dat Wiggers op grond van de overeenkomst is gehouden om een bedrag van € 1.420,72 aan [eiser in conv] voor de geleverde en geïnstalleerde antivirussoftware te betalen. Daarbij doet de vraag of het al dan niet nodig was om de antivirussoftware te vervangen op de 23 werkstations van Wiggers , hetgeen Wiggers heeft betwist, niet ter zake. Voor zover Wiggers met het verweer dat zij verkeerd door [eiser in conv] is geadviseerd heeft beoogd aan te voeren dat [eiser in conv] is tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomst omdat hij bij zijn werkzaamheden de zorg van een goed opdrachtnemer niet in acht zou hebben genomen, faalt dit verweer. Het enkel stellen dat sprake is van een tekortkoming, zonder daarbij de ontbinding van de overeenkomst te vorderen, is immers – indien al mogelijk – onvoldoende om te worden ontheven van de betalingsverplichting. Hetgeen partijen in dit verband naar voren hebben gebracht over de gestelde tekortkoming kan daarom in het midden blijven.
Factuur 202321106
4.8.
In deze factuur heeft [eiser in conv] in de eerste plaats één uur gedeclareerd voor het verhelpen van een storing in het computersysteem van Wiggers op 26 september 2023, hetgeen door Wiggers niet is betwist. De overige achttien gefactureerde uren zien op werkzaamheden die [eiser in conv] naar eigen zeggen in de periode van 26 oktober 2023 tot en met 13 november 2023 heeft verricht. Wiggers heeft betwist dat [eiser in conv] deze achttien uur in opdracht van Wiggers heeft gewerkt en heeft daartoe aangevoerd dat [eiser in conv] slechts heeft gewerkt aan handvol pc’s en dat hij daarop antivirussoftware heeft geïnstalleerd en wachtwoorden heeft aangepast.
4.9.
[eiser in conv] heeft tegen het verweer van Wiggers ingebracht dat hij in voormelde periode de beveiliging van het netwerk en het werksysteem van de pc’s heeft doorgelicht en dat hij vervolgens overleg heeft gevoerd met [naam ] en de softwareleverancier [bedrijf 2] , waarna hij een plan heeft geschreven om ervoor te zorgen dat het beveiligingslek bij Wiggers afdoende gedicht kon worden. Daarna heeft [eiser in conv] onder meer de pc’s opnieuw ingericht en voorzien van de laatste software, heeft hij een virusscanner met beheertol opgezet, een nieuw IP-adres toegevoegd en de pc’s aangesloten op alle printers, aldus [eiser in conv] .
4.10.
De kantonrechter stelt vast dat Wiggers niet gemotiveerd heeft betwist dat [eiser in conv] de hiervoor onder r.o. 4.9. opgesomde werkzaamheden heeft verricht. Als onvoldoende gemotiveerd weersproken staat daarom vast dat [eiser in conv] die werkzaamheden heeft uitgevoerd. Het aantal uren dat [eiser in conv] voor deze werkzaamheden heeft gedeclareerd, komt de kantonrechter niet onredelijk hoog voor. Het verweer van Wiggers op dit punt wordt derhalve gepasseerd.
4.11.
Wiggers heeft ten slotte de hoogte van het door [eiser in conv] gefactureerde uurloon van € 82,50 (excl. btw) betwist. De kantonrechter overweegt dat Wiggers in dit geval op grond van artikel 7:405 lid 2 BW het op de gebruikelijke wijze berekende loon is verschuldigd omdat niet gesteld of gebleken is dat partijen een contractuele afspraak over de hoogte van het loon hebben gemaakt. [eiser in conv] heeft gesteld dat het in rekening gebrachte uurloon geheel marktconform is. Dit is vervolgens door Wiggers niet, althans niet gemotiveerd, weersproken. Daarmee staat vast dat het uurloon van € 82,50 een gebruikelijk uurloon is voor de door [eiser in conv] uitgevoerde werkzaamheden.
4.12.
De conclusie is dat de verweren van Wiggers tegen de gefactureerde posten niet slagen. Wiggers is op grond van de overeenkomst gehouden het bedrag van € 3.117,75 aan [eiser in conv] te betalen. De niet betwiste wettelijke handelsrente (tot en met 18 maart 2024 berekend op € 113,56) is als op de wet gegrond toewijsbaar op de wijze zoals hierna in de beslissing is vermeld.
4.13.
[eiser in conv] vordert tevens vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. Aan de wettelijke vereisten voor vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten is voldaan. De hoogte van het gevorderde bedrag ad € 436,78 is in overeenstemming met het tarief dat is weergegeven in het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten en dat geacht wordt redelijk te zijn. De vergoeding van de buitengerechtelijke incassokosten zal derhalve worden toegewezen.
4.14.
De vordering zal worden toegewezen tot een bedrag van € 3.668,09. Het meerdere door [eiser in conv] gevorderde zal worden afgewezen omdat voor toewijzing daarvan geen grondslag is gesteld of gebleken.
4.15.
Wiggers is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van [eiser in conv] worden vastgesteld en begroot op:
- kosten van de dagvaarding
115,22
- griffierecht
248,00
- salaris gemachtigde
476,00
(2 punten × € 238,00)
- nakosten
119,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
958,22‬
in reconventie
4.16.
In reconventie vordert Wiggers dat [eiser in conv] de wachtwoorden waarmee als beheerder op de pc’s van Wiggers kan worden ingelogd, aan haar mededeelt.
4.17.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft [eiser in conv] toegezegd de wachtwoorden na afloop van de mondelinge behandeling nog op dezelfde dag aan Wiggers te zullen verstrekken. De vordering van Wiggers zal zekerheidshalve worden toegewezen.
4.18.
Gelet op de uitkomst in deze zaak in reconventie zullen de proceskosten worden gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

5.De beslissing

De kantonrechter
in conventie
5.1.
veroordeelt [eiser in conv] om aan Wiggers te betalen een bedrag van € 3.668,09 te vermeerderen met de wettelijke handelsrente als bedoeld in artikel 6:119a BW over een bedrag van € 3.117,75 met ingang van 19 maart 2024 tot de dag van volledige betaling,
5.2.
veroordeelt Wiggers in de proceskosten van € 958,22‬, te vermeerderen met de kosten van betekening,
5.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.4.
wijst het meer of anders gevorderde af,
in reconventie
5.5.
veroordeelt [eiser in conv] om de wachtwoorden waarmee als beheerder op de pc’s van Wiggers kan worden ingelogd, aan Wiggers mede te delen,
5.6.
compenseert de kosten van de procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
5.7.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.C.J.I.M. van Dorp en in het openbaar uitgesproken op 19 februari 2025.
lt