ECLI:NL:RBGEL:2025:10845

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
12 december 2025
Publicatiedatum
11 december 2025
Zaaknummer
ARN 24_6362
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing laattijdige Wajong-aanvraag door UWV met betrekking tot beperkingen na achttiende verjaardag

In deze uitspraak van de Rechtbank Gelderland wordt de afwijzing van een Wajong-aanvraag door het UWV behandeld. Eiseres, geboren in 1997, heeft op 18 november 2022 een Wajong-uitkering aangevraagd, maar deze aanvraag werd door het UWV afgewezen op 13 maart 2023. De rechtbank oordeelt dat het UWV terecht heeft afgewezen, omdat eiseres op haar 18e verjaardag geen ziekte of gebrek had waardoor zij duurzaam niet kon werken. De rechtbank benadrukt dat eiseres moet aantonen dat zij op haar 18e verjaardag beperkingen had, wat zij niet voldoende heeft gedaan. De rechtbank heeft de medische informatie van eiseres zorgvuldig beoordeeld en concludeert dat de PTSS-klachten pas na haar 18e verjaardag zijn ontstaan. Eiseres krijgt geen gelijk en het beroep wordt ongegrond verklaard. De uitspraak is gedaan door rechter J.M.C. Schuurman-Kleijberg, in aanwezigheid van griffier K.V. van Weert.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Bestuursrecht
zaaknummer: ARN 24/6362

uitspraak van de enkelvoudige kamer van

in de zaak tussen

[eiseres] uit [plaats], eiseres

(gemachtigde: mr. K.W.M. Jansen),
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, het UWV.

Samenvatting

1. Deze uitspraak gaat over de afwijzing door het UWV van de aanvraag van eiseres tot toekenning van een uitkering op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong). Eiseres is het niet eens met die afwijzing. De rechtbank komt in deze uitspraak tot het oordeel dat het UWV de aanvraag terecht heeft afgewezen. Eiseres krijgt geen gelijk. Het beroep is ongegrond. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
1.1.
Omdat de rechtbank het belangrijk vindt dat eiseres de uitspraak begrijpt, zal de rechtbank sommige dingen wat korter of in niet-juridische taal opschrijven. De uitleg staat dan in kleine letters onderaan de bladzijde.

Procesverloop

2. Eiseres heeft op 18 november 2022 een Wajong-uitkering aangevraagd. Het UWV heeft deze aanvraag met het besluit van 13 maart 2023 afgewezen. Met het bestreden besluit van 27 augustus 2024 op het bezwaar van eiseres is het UWV bij de afwijzing van de aanvraag gebleven.
2.1.
Eiseres heeft beroep ingesteld tegen het bestreden besluit.
2.2.
De rechtbank heeft eiseres nog gevraagd om (medische) stukken in te leveren die zien op haar gezondheidssituatie op en rondom het 17e en 18e levensjaar. Eiseres heeft daarop een brief van haar behandelend psycholoog van GGNet van 4 augustus 2025 overgelegd. De verzekeringsarts bezwaar en beroep (b&b) heeft daar inhoudelijk op gereageerd. [1]
2.3.
De rechtbank heeft partijen bij brief van 26 september 2025 laten weten dat zij een zitting niet nodig vindt en gevraagd of partijen het daarmee eens zijn. Omdat partijen daarna niet om een zitting hebben gevraagd, heeft de rechtbank het onderzoek op 10 november 2025 gesloten en de zaak niet behandeld op een zitting. [2]

Beoordeling door de rechtbank

Totstandkoming van het bestreden besluit
3. De rechtbank stelt vast dat de navolgende feiten tussen partijen vaststaan.
3.1.
Eiseres is geboren op [geboortedatum] 1997. Zij is op [geboortedatum] 2015 18 jaar geworden.
3.2.
Eiseres heeft op de basisschool gezeten. Daarna is zij naar de praktijkschool [3] gegaan. Eiseres heeft een kappersopleiding gevolgd. [4] Zij heeft in 2016 een diploma gehaald. Eiseres heeft gewerkt als kapster. Eiseres heeft tot 9 mei 2019 ook gewerkt als huishoudelijk hulp. [5] Op 9 mei 2019 is zij uitgevallen voor dat werk. Eiseres was op dat moment 22 jaar oud.
3.3.
Eiseres is op 12 augustus 2020 onderzocht door een arts van het UWV. [6] Eiseres heeft bij die arts gezegd dat zij sinds 2018 psychische klachten heeft. [7] Voor die tijd heeft eiseres nooit klachten gehad. De arts heeft ook gekeken naar de informatie van de huisarts. [8] Volgens de huisarts heeft eiseres sinds 2018 last van angst en spanning maar daarvoor nog niet. Eiseres heeft op 10 augustus 2020 een (medische) vragenlijst ingevuld. Eiseres heeft opgeschreven dat zij onder andere ‘geestelijke klachten’ heeft. Verder heeft zij opgeschreven dat zij PTSS [9] , agressie- en angstklachten, waanideeën, paniekaanvallen en stemmingsstoornissen heeft. Eiseres heeft vanaf 3 juni 2020 ziekengeld ontvangen. [10]
3.4.
Op 6 februari 2021 heeft eiseres een WIA-uitkering [11] aangevraagd. Zij is door een verzekeringsarts onderzocht. [12] De verzekeringsarts stelt vast dat eiseres vanwege haar medische problemen [13] op dat moment geen arbeidsvermogen heeft. Eiseres ontvangt vanaf
6 mei 2021 een WIA-uitkering. [14]
3.5.
Op 18 november 2022 heeft eiseres een Wajong-uitkering aangevraagd. Eiseres was op dat moment 25 jaar oud. Het UWV heeft op 13 maart 2023 op die aanvraag beslist. De aanvraag is afgewezen.
Toetsingskader
4. Omdat eiseres na 1 januari 2015 18 jaar geworden is, zijn op haar de artikelen van hoofdstuk 1a van de Wajong van toepassing. In de bijlage staan de artikelen die de rechtbank heeft gebruikt voor haar beslissing.
4.1.
De wet bepaalt dat eiseres alleen recht op een Wajong-uitkering heeft als zij op haar 18e verjaardag een ziekte of gebrek heeft en zij door die ziekte of dat gebrek [15] nooit [16] (meer) kan werken.
4.2.
Het is niet voldoende dat eiseres zelf zegt en vindt dat zij door haar ziekte niet meer kan werken. Dat moet ‘objectief medisch’ vast gesteld worden. Dat betekent dat wat een arts vindt over de gezondheidssituatie van eiseres gebaseerd moet zijn op feiten, bijvoorbeeld een medisch onderzoek of andere medische informatie.
Beoordeling door de rechtbank
5. Het UWV heeft de uitkering geweigerd omdat eiseres ziek is geworden op 9 mei 2019. Eiseres was op dat moment al 22 jaar oud. Volgens het UWV was bij eiseres op haar 18e verjaardag geen sprake van een ziekte of een gebrek waardoor eiseres duurzaam niet over arbeidsvermogen beschikt. [17]
5.1.
Eiseres is het hier niet mee eens. Zij had op haar 18e verjaardag al beperkingen, waardoor zij niet (meer) kan werken. Die beperkingen zijn binnen 5 jaar na haar 18e verjaardag toegenomen en zichtbaar geworden. Zij heeft daarom wel recht op een Wajong-uitkering.
5.2.
De rechtbank moet beoordelen of het UWV terecht heeft geweigerd om aan eiseres een Wajong-uitkering toe te kennen. Dat betekent dat de rechtbank ook moet beoordelen of het UWV juist heeft vastgesteld dat eiseres op haar 18e verjaardag geen ziekte of gebrek had waardoor zij blijvend niet kon en kan werken.
Heeft het UWV juist vastgesteld dat er geen sprake is van een ziekte of gebrek op de 18e verjaardag?
6. De rechtbank stelt voorop dat eiseres de Wajong-uitkering voor het eerst heeft aangevraagd toen zij al 25 jaar oud was. Dat is (ruim) 7 jaar na haar 18e verjaardag. Dat betekent dat er sprake is van een ‘laattijdige’ aanvraag.
6.1.
Vanwege de laattijdige aanvraag zal eiseres aannemelijk moeten maken dat zij op haar 18e verjaardag een ziekte of een gebrek had waardoor zij niet (meer) kon en kan werken. [18] Eiseres zal dat moeten doen aan de hand van objectieve medische informatie van haar artsen en behandelaren. Die informatie moet iets zeggen over de gezondheid van eiseres op haar 18e verjaardag. [19]
Als eiseres die medische informatie niet heeft of niet overlegt, dan komen de gevolgen daarvan voor rekening van eiseres. Zoals bijvoorbeeld het gevolg dat de verzekeringsartsen van het UWV niet kunnen vaststellen of eiseres op haar 18e verjaardag een ziekte of gebrek had, of dat zij door een ziekte of gebrek niet kon werken.
6.1.1.
De rechtbank merkt verder nog op dat het niet van belang is of een ziekte of een gebrek op een bepaald moment al (onzichtbaar) bij een betrokkene aanwezig is maar dat bepalend is het moment waarop op grond van die ziekte voor het eerst beperkingen worden ondervonden. [20]
6.2.
Volgens eiseres volgt uit het psychodiagnostisch onderzoek dat eind december 2022 door GGNet is verricht dat zij op haar 18e verjaardag al een ziekte of gebrek had, namelijk een licht verstandelijke beperking. De beperkingen die zij door die licht verstandelijke beperking heeft, zijn binnen 5 jaar na haar 18e verjaardag toegenomen en zichtbaar geworden. Eiseres heeft het rapport van het psychodiagnostisch onderzoek niet (volledig) overgelegd.
6.2.1.
Daarnaast heeft eiseres in de beroepsprocedure 2 brieven van GGNet overgelegd. De brief van 23 september 2024 en de brief van 4 augustus 2025. [21]
De brief van 23 september 2023 is voor eiseres geschreven omdat eiseres de Wajong-uitkering wilde aanvragen. In de brief staat dat eiseres bij GGNet in behandeling is omdat eiseres PTSS heeft. Verder staat in de brief dat zij een licht verstandelijke beperking heeft.
De brief van 4 augustus 2025 is geschreven nadat de rechtbank aan eiseres heeft gevraagd of zij (meer) medische informatie heeft over haar gezondheid op en rond haar 17e en 18e verjaardag. [22] In die brief herhaalt GGNet dat eiseres PTTS en een licht verstandelijke beperking heeft. GGNet zegt in deze brief verder dat zij geen uitspraken kunnen doen over diagnoses voor 2020 omdat eiseres toen nog niet in behandeling was bij GGNet. GGNet vindt het aannemelijk dat eiseres haar hele leven al last zal hebben gehad van de licht verstandelijke beperking. GGNet denkt dat de PTSS pas na 2018 is ontstaan. Verder denkt GGNet dat eiseres door haar licht verstandelijke beperking mogelijk wel meer last heeft van de PTSS-klachten.
6.2.2.
Andere informatie heeft eiseres niet overgelegd.
6.3.
De verzekeringsarts b&b van het UWV heeft deze brieven gezien. [23] De verzekeringsarts b&b schrijft dat eiseres naar school is geweest. Ze heeft een kappersopleiding gevolgd en een diploma gehaald. Verder heeft eiseres een horeca-certificaat en een rijbewijs gehaald. Daarnaast heeft eiseres gewerkt in verschillende baantjes.
Dat is eiseres allemaal gelukt, ook al heeft zij een licht verstandelijke beperking. De verzekeringsarts b&b vindt dat de licht verstandelijke beperking geen ziekte of gebrek is waardoor eiseres op haar 18e verjaardag duurzaam niet over arbeidsvermogen beschikte.
Anders gezegd, ook al heeft eiseres een licht verstandelijke beperking, zij heeft op dat moment dus wel arbeidsvermogen.
De verzekeringsarts b&b stelt verder vast dat eiseres pas in 2018 voor het eerst klachten krijgt door de PTSS en dat zij daardoor in 2019 arbeidsongeschikt is geworden. De PTSS komt niet door de licht verstandelijke beperking. Daarom is, volgens de verzekeringsarts b&b, geen sprake van toegenomen beperkingen door ziekte of gebrek die al op de 18e verjaardag bestond.
6.4.
De rechtbank is van oordeel dat de verzekeringsarts b&b van het UWV de medische informatie van eiseres goed en zorgvuldig heeft bekeken. De verzekeringsarts b&b heeft zijn oordeel ook goed overwogen en opgeschreven. In meer juridische woorden: het medisch oordeel is zorgvuldig en goed gemotiveerd.
Omdat eiseres niet meer medische informatie heeft overgelegd en de verzekeringsarts b&b goed en zorgvuldig heeft gekeken naar de medische informatie die er wel is, vindt de rechtbank dat het UWV juist heeft vastgesteld dat eiseres geen recht heeft op een Wajong-uitkering omdat zij op haar 18e verjaardag geen ziekte of gebrek had waardoor zij duurzaam niet (meer) kan werken en omdat de PTSS die is ontstaan na haar 18e verjaardag een andere ziekteoorzaak heeft. Het UWV heeft de aanvraag dan ook terecht afgewezen.

Conclusie en gevolgen

7. Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat het UWV terecht heeft geweigerd aan eiseres een Wajong-uitkering toe te kennen. Eiseres krijgt daarom het griffierecht niet terug. Zij krijgt ook geen vergoeding van haar proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.M.C. Schuurman-Kleijberg, rechter, in aanwezigheid van mr. K.V. van Weert, griffier.
Uitgesproken in het openbaar op
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden.
Digitaal hoger beroep instellen kan via “Formulieren en inloggen” op www.rechtspraak.nl. Hoger beroep instellen kan eventueel ook nog steeds door verzending van een brief aan de Centrale Raad van Beroep, Postbus 16002, 3500 DA Utrecht.
Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Bijlage: voor deze uitspraak belangrijke wet- en regelgeving

Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten
Artikel 1a:1, eerste lid:
Jonggehandicapte in de zin van dit hoofdstuk en de daarop berustende bepalingen is de ingezetene die:
a. op de dag waarop hij achttien jaar wordt als rechtstreeks en objectief medisch vast te stellen gevolg van ziekte, gebrek, zwangerschap of bevalling duurzaam geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie heeft;
b. na de in onderdeel a bedoelde dag als rechtstreeks en objectief medisch vast te stellen gevolg van ziekte, gebrek, zwangerschap of bevalling duurzaam geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie heeft en in het jaar, onmiddellijk voorafgaand aan de dag waarop dit is ingetreden, gedurende ten minste zes maanden studerende was.
Artikel 1a:1, tweede lid:
De ingezetene die op de dag, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a of b, beperkingen ondervindt als gevolg van ziekte, gebrek, zwangerschap of bevalling, maar op grond van het eerste lid niet aangemerkt wordt als jonggehandicapte, wordt alsnog jonggehandicapte in de zin van dit hoofdstuk en de daarop berustende bepalingen, indien hij binnen vijf jaar na die dag duurzaam geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie heeft, indien dit voortkomt uit dezelfde oorzaak als die op grond waarvan hij beperkingen als gevolg van ziekte, gebrek, zwangerschap of bevalling ondervond, op de dag, bedoeld in onderdeel a of b.
Artikel 1a:1, zesde lid:
De beoordeling van de mogelijkheden tot arbeidsparticipatie wordt gebaseerd op een verzekeringsgeneeskundig en voor zover nodig een arbeidskundig onderzoek.

Voetnoten

1.Rapport van 20 augustus 2025.
2.Artikel 8:57 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk.
3.Symbion.
4.Op MBO niveau 2.
5.Voor 26 uur per week, verdeeld over 5 dagen per week.
6.In het kader van de Wet verbetering Poortwachter/Eerstejaars Ziektewetbeoordeling.
7.De rechtbank heeft in de stukken gelezen waarom eiseres deze klachten heeft. Het is voor de beslissing niet nodig dat de reden voor die klachten wordt genoemd.
8.Huisartsenbrief van 10 februari 2020.
9.Post traumatische stressstoornis.
10.Na een verzekeringsgeneeskundige en arbeidsdeskundige beoordeling is het ziekengeld bij besluit van 17 augustus 2020 met ingang van 3 juni 2020 toegekend en voortgezet tot 6 mei 2021.
11.Een uitkering op grond van de Wet Werk en inkomen naar arbeidsvermogen.
12.Tijdens een telefonisch spreekuur op 5 mei 2021.
13.PTSS, rouwreactie, depressieve persoonlijkheidsstoornis.
14.Besluit van 6 mei 2021.
15.‘Rechtstreeks vast te stellen medisch gevolg.’
16.‘Duurzaam.’
17.Niet in geschil is dat eiseres op dat moment ook geen studerende in de zin van artikel 1a:1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wajong was. Tussen partijen is alleen in geschil of de situatie als bedoeld in artikel 1a:1, eerste lid, aanhef en onder a en het tweede lid van de Wajong aan de orde is.
18.Duurzaam niet over arbeidsvermogen beschikt.
19.Zie bijvoorbeeld de volgende uitspraken van de Centrale Raad van Beroep: 24 december 2010, ECLI:NL:CRVB:2010:BO9240; 27 mei 2011, ECLI:NL:CRVB:2011:BQ6477; 26 augustus 2021, ECLI:NL:CRVB:2021:2193.
20.Zie de uitspraak van 8 januari 2025 van de Centrale Raad van Beroep, ECLI:NL:CRVB:2025:20, rechtsoverweging 4.5.2.
21.Beide brieven zijn opgesteld door S. van Beusekom, GZ-psycholoog bij GGNet.
22.De brief van 15 juli 2025 van de rechtbank.
23.Medische rapportages in beroepsprocedure van 20 mei 2025 en 20 augustus 2025.