Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
uitspraak van de voorzieningenrechter van
op het beroep en het verzoek om voorlopige voorziening in de zaak tussen
[eiser] , uit [plaats] , eiser
de burgemeester van de gemeente Apeldoorn
Samenvatting
Eiser heeft beroep ingesteld tegen dit besluit van de burgemeester. Tevens heeft hij de voorzieningenrechter gevraagd een voorlopige voorziening te treffen.
1.1. In deze uitspraak beslist de voorzieningenrechter op het verzoek om een voorlopige voorziening van eiser. Hij doet dat aan de hand van de gronden van eiser. Omdat de voorzieningenrechter na afloop van de zitting tot de conclusie is gekomen dat nader onderzoek niet kan bijdragen aan de beoordeling van de zaak beslist hij ook op het beroep van eiser daartegen. Artikel 8:86 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk.
Procesverloop
Beoordeling door de voorzieningenrechter
5. De burgemeester heeft met het besluit van 25 juni 2024 de gedoogverklaring en de vergunning alcoholvrij bedrijf ingetrokken en de wijziging van de vergunning alcoholvrij bedrijf en de gedoogverklaring geweigerd. Verder heeft de burgemeester geweigerd aan eiser een nieuwe gedoogverklaring te verlenen. Dit besluit heeft hij met het besluit van 2 december 2024 gehandhaafd.
In de bijlage bij deze uitspraak is het van toepassing zijnde wettelijk kader opgenomen.
Het betreft allereerst het niet opvolgen van de aan de vergunning verbonden administratieve voorschriften. Verder is bij het uitreiken van het besluit tot schorsing van de gedoogverklaring op [datum] juni 2023 gebleken dat in de coffeeshop – die op dat moment geopend was voor publiek – geen van de op de vergunning alcoholvrij bedrijf en gedoogverklaring vermelde leidinggevenden aanwezig was. Voor deze overtreding heeft de burgemeester op [datum] juli 2023 een schriftelijke waarschuwing gegeven.
Ten slotte heeft de burgemeester bij zijn besluit betrokken dat uit het proces-verbaal van bevindingen van [datum] juni 2024 van de gemeentelijk toezichthouders blijkt dat op de website van de coffeeshop medicinale cannabis wordt aangeboden, zonder dat eiser hiervoor een vergunning heeft.
In artikel 2.33F, derde lid, van de APV is bepaald dat de vergunning ingetrokken kan worden als de inrichting voor het publiek geopend is zonder dat een op de vergunning vermelde leidinggevende aanwezig is.
Uit het bepaalde in de artikelen 3 en 7 van de Wet Bibob volgt dat een vergunning kan worden ingetrokken indien ernstig gevaar bestaat dat de beschikking mede zal worden gebruikt om: a. uit gepleegde strafbare feiten verkregen of te verkrijgen, op geld waardeerbare voordelen te benutten, of b. strafbare feiten te plegen.
De burgemeester heeft bij zijn besluit ook mogen betrekken dat op de website van ’ [naam eiser] medicinale cannabis wordt aangeboden, terwijl eiser voor de verkoop hiervan geen ontheffing als bedoeld in artikel 6 van de Opiumwet heeft. Medicinale cannabis mag alleen onder toezicht van het Bureau voor Medicinale Cannabis (BMC) worden geteeld en verstrekt. [4] Het BMC heeft ook eisen vastgelegd waar de ketenpartners (waaronder de teler en de logistieke dienstverlener) aan dienen te voldoen om te garanderen dat de gebruiker altijd een product van dezelfde sterkte krijgt en om te garanderen dat de cannabis geen pesticiden, zware metalen, bacteriën, schimmels of andere ziekteverwekkers bevat. Op de website van het BMC wordt verwezen naar een onderzoek van de Universiteit Leiden. Uit dit onderzoek is gebleken dat de cannabis uit coffeeshops niet van farmaceutische kwaliteit is. Deze cannabis is vaak verontreinigd met ziekteverwekkers. Het gebruik van cannabis die niet uit de apotheek komt, houdt daarom een ernstig gezondheidsrisico in voor patiënten. De burgemeester heeft daarom bij zijn besluit mogen betrekken dat eiser door medicinale cannabis aan te bieden zonder daarvoor een ontheffing te hebben, de (volks)gezondheid in gevaar heeft gebracht.
voorschrift 13is bepaald dat vanuit de inrichting buiten de inrichting geen verkoop of levering van "softdrugs" mag plaatsvinden.
Voorschrift 24houdt in dat naast het opvoeren van de door de belastingdienst verplicht gestelde boekhouding dagelijks een verkoopboek, inkoopboek en kas- of giroboek betreffende de aankoop en verkoop van softdrugs moet worden bijgehouden;
voorschrift 25is bepaald dat alle aanwijzingen door of namens de burgemeester gegeven opgevolgd dienen te worden.
In
voorschrift 31is bepaald dat eiser onverminderd voorschrift 24 over de periode tot en met 31 december 2023 maandelijks een financiële verantwoording af dient te leggen door middel van het (actief) verstrekken aan de burgemeester van een overzicht, uitgesplitst op weekniveau, van de inkoop en verkoop van softdrugs en (overige) producten door de coffeeshop.
De burgemeester heeft verder terecht vastgesteld dat eiser meermaals de maximaal toegestane handelsvoorraad softdrugs heeft overschreden en daardoor in strijd heeft gehandeld met voorschrift 8. Voor zover is betoogd dat niet kan worden vastgesteld dat de toegestane handelsvoorraad is overschreden omdat er gewogen is met verpakkingsmateriaal en niet met daarvoor bestemde weegapparatuur overweegt de voorzieningenrechter dat dit ook reeds in bezwaar aan de orde is geweest. Tijdens de zitting van de voorzieningenrechter in de bezwaarfase heeft de aanwezige toezichthouder verklaard dat hij altijd een geijkte weegschaal bij zich heeft, maar dat vanuit de coffeeshop was gevraagd hun eigen weegschaal te gebruiken. Bovendien werd altijd nagemeten door de medewerkers van de coffeeshop en werd zonder verpakkingsmateriaal gemeten. Eiser heeft deze verklaring betwist, maar nu hij dit zonder nadere onderbouwing heeft gedaan is dat geen aanleiding om aan de mededeling van de toezichthouder te twijfelen. Het betoog slaagt daarom niet.
gemiddeld per klantmeer dan vijf gram zou worden verkocht.
De voorzieningenrechter concludeert dat de burgemeester bevoegd was de vergunning alcoholvrij bedrijf en de gedoogverklaring in te trekken, de gevraagde wijzigingen op de vergunning te weigeren en de aangevraagde verlenging van de gedoogverklaring te weigeren.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
Informatie over hoger beroep
Artikel 1:6 van de APV
Artikel 2:33E van de APV
Artikel 2:33F van de APV:
2. (…)
Artikel 7, van de Wet Bibob
Van de bevindingen is een bestuurlijke rapportage opgemaakt. Uit deze rapportage blijkt ook dat eiser tegen de toezichthouder heeft verklaard dat de aangetroffen drugs onder meer worden gebruikt om zogenoemde wiet-smoothies te maken en dat hij daarmee ongeveer tussen de 80 en 100 mensen per week hielp. Uit de administratie die de coffeeshop op grond
Omdat de spacecake en chocokoekjes ook softdrugs bevatten, lijkt het tevens dat er structureel meer softdrugs in de coffeeshop aanwezig is dan de gedoogvoorraad van 500 gram.