In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Gelderland het beroep van eiser tegen de herroeping van de op 25 maart 2022 verleende omgevingsvergunning voor het plaatsen van een toegangspoort. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Duiven heeft op 29 maart 2023 de omgevingsvergunning herroepen, omdat eiser geen eigenaar is van de grond waarop de toegangspoort staat en de gemeente geen toestemming heeft verleend. Eiser is het niet eens met deze herroeping en heeft beroep ingesteld. De rechtbank heeft het beroep op 13 september 2024 behandeld, waarbij de gemachtigden van beide partijen aanwezig waren.
De rechtbank oordeelt dat de omwonende, die bezwaar heeft gemaakt tegen de omgevingsvergunning, ten onrechte als belanghebbende is aangemerkt. De rechtbank stelt vast dat de afstand tussen de woning van de omwonende en de toegangspoort ongeveer 115 meter bedraagt en dat er vanuit de woning zeer beperkt zicht is op de toegangspoort. Hierdoor is het niet aannemelijk dat de omwonende feitelijke gevolgen ondervindt van de toegangspoort. De rechtbank concludeert dat het college niet bevoegd was tot heroverweging en herroeping van de omgevingsvergunning voor de toegangspoort. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en verklaart het bezwaar van de omwonende niet-ontvankelijk.
Omdat het beroep gegrond is, krijgt eiser een vergoeding van zijn proceskosten, die door het college moet worden betaald. De rechtbank bepaalt dat het college het griffierecht van € 187,- aan eiser moet vergoeden en veroordeelt het college in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 1.750,-.