Op 14 oktober 2024 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Gelderland in Arnhem een wrakingsverzoek afgewezen dat was ingediend door twee verzoekers, wonende in Jersey. De verzoekers vroegen om wraking van de rechters L.L. van Benthem, J.J. Westerbaan en D. Liem, naar aanleiding van twee procesbeslissingen die zij als partijdig ervoeren. De verzoekers voerden aan dat de rechters hen benadeeld hadden door een verzoek om uitstel van de zitting en een verzoek om online deel te nemen aan de zitting af te wijzen. Deze beslissingen zouden hen hinderen in hun recht op een eerlijk proces, zoals gewaarborgd door het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM).
De rechtbank oordeelde dat de verzoekers niet voldoende concrete omstandigheden hadden aangevoerd die de objectieve vrees voor partijdigheid rechtvaardigden. De wrakingskamer benadrukte dat procedurele beslissingen, zoals het afwijzen van uitstel en deelname aan de zitting, in beginsel geen grond voor wraking kunnen vormen. De rechtbank merkte op dat de rechters vermoed worden onpartijdig te zijn en dat er bijzondere omstandigheden nodig zijn om dit vermoeden te weerleggen.
De wrakingskamer concludeerde dat de afwijzing van het wrakingsverzoek terecht was, omdat de verzoekers niet konden aantonen dat de rechters vooringenomen waren. De beslissing om het verzoek tot wraking af te wijzen werd openbaar uitgesproken door de rechters J.M. Graat, M.J.M. Verhoeven en A.L.M. Steinebach-de Wit.