ECLI:NL:RBGEL:2024:7190
Rechtbank Gelderland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling van facturen voor uitgeleend personeel met geschil over vertegenwoordigingsbevoegdheid
In deze civiele zaak vordert eiseres betaling van € 32.152,50 aan facturen voor door haar aan gedaagde uitgeleend personeel. De rechtbank oordeelt dat gedaagde een bedrag van € 7.650,00 moet betalen, aangezien gedaagde erkent dat dit bedrag verschuldigd is. Daarnaast wordt een bedrag van € 4.500,00 toegewezen, dat gedaagde ten onrechte aan een ingeleend persoon heeft betaald in plaats van aan eiseres. De rechtbank komt tot de conclusie dat de overgelegde werkbonnen onvoldoende onderbouwing bieden voor de gefactureerde uren, omdat de persoon die deze werkbonnen heeft getekend niet bevoegd was. Eiseres kan zich niet beroepen op de algemene voorwaarden, omdat gedaagde zich terecht op vernietiging heeft beroepen. De procedure omvat een tussenvonnis en aanvullende producties, en de rechtbank wijst de vordering voor het overige af. Eiseres heeft onvoldoende bewijs geleverd voor de gefactureerde uren en de vordering tot buitengerechtelijke incassokosten en rente wordt afgewezen. De rechtbank compenseert de proceskosten tussen partijen, en het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.