Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
2.Overwegingen ten aanzien van het bewijs
op of omstreeks 16 september 2022in het bezit was van kinderporno dan wel dat hij zich op of omstreeks die datum de toegang tot kinderporno heeft verschaft. Het dossier verschaft hierover onvoldoende duidelijkheid. Zo wordt in het Proces-verbaal Beschrijving kinderpornografisch materiaal opgemerkt dat de kinderpornografische afbeeldingen (ten aanzien waarvan later in het proces-verbaal wordt opgemerkt dat deze niet meer toegankelijk zijn voor verdachte) zijn aangetroffen in een app die gebruikt kan worden om foto’s en video’s te bekijken en delen. Vervolgens wordt echter opgemerkt dat bij verricht tactisch onderzoek aan de telefoon niet naar voren is gekomen dat deze applicaties op de telefoon van verdachte stonden of ooit hebben gestaan. De daaropvolgende conclusie dat verdachte de afbeeldingen op enig moment wel moet hebben bekeken en hij zich daartoe dus toegang heeft verschaft, nu deze op zijn telefoon zijn aangetroffen, laat zich niet (goed) rijmen met de eerdere opmerkingen, nog daargelaten dat deze conclusie niets zegt over ‘bezit’ en/of ‘het zich toegang verschaffen tot’ op de ten laste gelegde pleegdatum. Ook het proces-verbaal van 20 juni 2024, houdende bevindingen van aanvullend onderzoek naar de toegankelijkheid, verschaft op deze punten niet de vereiste helderheid.
10 jaar was en de leeftijd van 16 jaar dus nog niet had bereikt. Nu verdachte haar vader was, wist hij dit ook. [slachtoffer] valt hiermee onder de leeftijdsgroep als bedoeld in artikel 240a van het Wetboek van Strafrecht. Verder stelt de rechtbank vast dat op de afbeeldingen een ontbloot bovenlichaam van een voor [slachtoffer] onbekende vrouw en het geslachtsdeel van haar vader te zien was. Gezien de context waarbinnen de afbeeldingen zijn verstuurd, namelijk onverhoeds en van vader naar dochter, en gelet op de inhoud van de afbeeldingen, acht de rechtbank de vertoning van deze afbeeldingen aan [slachtoffer] schadelijk.
3.De bewezenverklaring
of omstreeks6 september 2022 te [woonplaats] ,
althans in Nederland,één
of meerafbeelding
en, waarvan de vertoning schadelijk is te achten voor personen beneden de leeftijd van zestien jaren, te weten
(een
)foto
(’s)
(blote) borsten, althanshet
(ontblote
)bovenlichaam van een vrouw zichtbaar was
/warenheeft verstuurd aan [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 2] 2011 van wie verdachte wist
, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden,dat deze jonger was
/warendan zestien jaar;
of omstreeks15 september 2022 te [woonplaats] ,
althans in Nederland,één
of meerafbeelding
en, waarvan de vertoning schadelijk is te achten voor personen beneden de leeftijd van zestien jaren, te weten
(een
)foto
(’s
)
, althans een, (ontblo
(o)t
(e
))geslachtsdeel zichtbaar was heeft verstuurd aan [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 2] 2011 van wie verdachte wist
, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden,dat deze jonger was
/warendan zestien jaar.
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van de feiten
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
8.De beoordeling van de civiele vordering
9.De toegepaste wettelijke bepalingen
10.De beslissing
spreekt verdachte vrijvan de onder parketnummer 05/235210-24 ten laste gelegde feiten;
taakstraf van 150 uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 75 dagen;
- bepaalt dat deze een gedeelte van deze taakstraf,
- stelt als algemene voorwaarde dat verdachte zich niet schuldig zal maken aan een strafbaar feit;
- stelt als bijzondere voorwaarden:
- verdachte zijn medewerking zal verlenen aan het ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit afnemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage zal aanbieden;
- verdachte zijn medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht als bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht. De medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht zijn daaronder begrepen;
- veroordeelt verdachte in verband met het feit onder nummer 05/037517-23 tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer] van € 159,00 aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 20 september 2022 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Daarnaast wordt verdachte veroordeeld tot betaling van € 300,00 aan smartengeld, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 6 september 2022;
- veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nihil;
(€ 300,00) wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 6 september 2022 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald.