Uitspraak
RECHTBANK Gelderland
1.[eiser sub 1] ,
2.
[eiseres sub 2],
[bedrijf 1],
1.De procedure
- het verkort proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 7 augustus 2024.
2.De feiten
Ik stel u hierbij nogmaals aansprakelijk en in gebreke namens cliënte. En ik sommeer u om binnen 21 dagen met een gedetailleerd herstelplan met tijdslijn te komen. Voor het uitvoeren van deze werkzaamheden krijgt u vanaf heden drie maanden (derhalve uiterlijk tot 29 december a.s.) de tijd.”
3.Het geschil
4.De beoordeling
.Weliswaar kan hierin een schriftelijke aanmaning aan het adres van [gedaagde] worden gelezen en wordt door [eisers] een termijn voor nakoming gesteld, maar [eisers] heeft [gedaagde] niet in de gelegenheid gesteld de lekkages in de aanbouw te herstellen zonder daaraan voorwaarden te stellen. Dat is wel een vereiste om te kunnen spreken van een adequate ingebrekestelling in de zin van artikel 6:82 BW. De functie van een ingebrekestelling is immers om [gedaagde] nog een laatste termijn voor (onvoorwaardelijke) nakoming te geven. Overigens zijn partijen het erover eens dat het plaatsen van een drainage met pompsysteem de lekkages niet zou hebben opgelost. Daar komt nog bij dat [eisers] na de brief van 6 juli 2023 met [gedaagde] in gesprek is gebleven en dat [eisers] vervolgens op het voorstel van [gedaagde] is ingegaan om [bedrijf 3] de oorzaak van de lekkages vast te laten stellen (zie hiervoor onder 2.10). Door dit handelen heeft [eisers] bij [gedaagde] de indruk gewekt dat hij de poging van [gedaagde] om de oorzaak van de lekkages vast te stellen ondersteunde en dat hij [gedaagde] niet langer hield aan de in de brief van 6 juli 2023 gestelde termijn. De rechtbank is dan ook van oordeel dat [gedaagde] door de brief van 6 juli 2023 niet in verzuim is geraakt.
5.De beslissing
donderdag 9 oktober 2024om beide partijen in de gelegenheid te stellen een akte in te dienen waarin zij zich uitlaten over het aangekondigde deskundigenbericht,