ECLI:NL:RBGEL:2024:6542

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
23 september 2024
Publicatiedatum
26 september 2024
Zaaknummer
05/011067-22
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een militair voor het verhandelen van onbruikbaar gemaakte wapens

Op 23 september 2024 heeft de meervoudige militaire kamer van de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het verhandelen van onbruikbaar gemaakte wapens. De verdachte, geboren in 1993, werd beschuldigd van het zonder erkenning verhandelen van wapens van categorie II en III in de periode van 18 december 2020 tot en met 1 november 2022. De officier van justitie stelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan het verhandelen van deze wapens in de uitoefening van een bedrijf, terwijl hij daar een gewoonte van had gemaakt. De verdediging voerde aan dat de wapens volgens EU-normen als onbruikbaar waren geclassificeerd en dus niet onder de Wet wapens en munitie vielen.

De militaire kamer oordeelde dat de verdachte in de tenlastegelegde periode meer dan 100 wapens had verhandeld via online platforms, wat duidde op een gewoonte. De kamer stelde vast dat de verdachte niet beschikte over de vereiste erkenning voor het verhandelen van deze wapens. De verdachte werd veroordeeld tot een taakstraf van 120 uren, met een voorwaardelijke militaire detentie van 1 maand en een proeftijd van 2 jaren. Daarnaast werden vier wapens onttrokken aan het verkeer, omdat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd was met het algemeen belang en de wet.

De uitspraak benadrukt de strikte regelgeving rondom het verhandelen van wapens en de noodzaak voor erkenning bij dergelijke activiteiten. De militaire kamer hield rekening met de omstandigheden van de verdachte, waaronder het feit dat hij geen relevante justitiële documentatie had en dat het feit een oud feit betrof. De uitspraak is een duidelijke boodschap dat het verhandelen van wapens zonder de juiste vergunningen en erkenningen niet wordt getolereerd.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer: 05/011067-22
Datum uitspraak : 23 september 2024
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige militaire kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1993 in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] , [postcode] in [woonplaats] ,
raadsman: mr. B. Damen, advocaat in Maastricht.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op een openbare terechtzitting.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is, na toewijzing van een vordering tot wijziging van de tenlastelegging/tot nadere omschrijving van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 18 december 2020 tot en met 1 november 2022 te Deurne, althans in Nederland (telkens) zonder erkenning één of meer wapens en/of onderdelen behorende bij één of meer wapen(s) van categorie I (onder 7) en/of II en/of III, te weten: (via [advertentiewebsite 2] , zie PV-038A):
- een revolver (Whitney, Navy) (zie regelnummer: 4) en/of
- een revolver (Colt, 1851) (zie regelnummer: 7) en/of
- een trommelmagazijn behorende bij een MG42 (zie regelnummer: 13) en/of
- een revolver (Winchester, 1870) (zie regelnummer: 17) en/of
- een machinegeweer (Bren, Mark 3, .303 cal) (zie regelnummer: 20) en/of
(via [advertentiewebsite 1] , zie PV-038A, tabblad 21-12-2020 – 11-02-2022):
- een revolver (Colt Uberti, 1860, .44 black powder) (zie regelnummer: 2) en/of
- een revolver (Remington, Uberti 1858, .44 black powder) (zie regelnummer: 4) en/of
- een machinepistool (STEN gun, MK5, kaliber 9mm) (zie regelnummer: 5) en/of
- een geweer (Lee Enfield, SMLE, kaliber .303 cal) (zie regelnummer: 6) en/of
- een machinepistool (PPS, 43, kaliber 7.62 x 25mm) (zie regelnummer: 7) en/of
- een geweer (Lee Enfield, SMLE, kaliber .303 cal) (zie regelnummer: 8) en/of
- een automatisch geweer (FAMAS, F1, 5.56 x 45mm) (zie regelnummer: 9) en/of
- een machinepistool (STEN gun, MK5, kaliber 9mm) (zie regelnummer: 12) en/of
- een machinepistool (STEN gun, MK5, kaliber 9mm) (zie regelnummer: 15) en/of
- een geweer (Brescia, Breda, 12 gauge) (zie regelnummer: 16) en/of
- een geweer (Lee Enfield, SMLE, kaliber .303 cal) (zie regelnummer: 19) en/of
- een geweer (M1 karabijn, .30 cal) (zie regelnummer: 20) en/of
- een geweer (Lee Enfield, Long Branch No.4 Mkt .303 cal) (zie regelnummer: 22) en/of
- een machinepistool (STAR, Z70, 9 x 19mm) (zie regelnummer: 23) en/of
- een automatisch geweer (CZ, M56, 7.62 x 25mm) (zie regelnummer: 25) en/of
- een machinepistool (Madsen, M50, 9 x 19mm) (zie regelnummer: 26) en/of
- een geweer (Gewehr 88, 7.92 x 57mm) (zie regelnummer: 27) en/of
- een geweer (Lee Enfield, SMLE, kaliber .303 cal) (zie regelnummer: 28) en/of
- een machinepistool (STEN gun, MK5, kaliber 9 x 19mm) (zie regelnummer: 29) en/of
- een geweer (Lee Enfield, SMLE, kaliber .303 cal) (zie regelnummer: 30) en/of
- een machinepistool (Beretta, M38/44, 9 x 19mm) (zie regelnummer: 31) en/of
- een machinepistool (Beretta, M38/44, 9 x 19mm) (zie regelnummer: 32) en/of
- een machinepistool (STAR, Z70, 9 x 19mm) (zie regelnummer: 34) en/of
- een pistool (Glock, 17, 9 x 19mm) (zie regelnummer: 35) en/of
- een machinepistool (Lanchester, Mk1, 9 x 19mm) (zie regelnummer: 36) en/of
- een machinepistool (Thompson, M1928A1, .45 ACP) (zie regelnummer: 39) en/of
- een machinepistool (PPS, 43, kaliber 7.62 x 25mm) (zie regelnummer: 40) en/of
- een machinepistool (STEN gun, MK5, kaliber 9 x 19mm) (zie regelnummer: 41) en/of
- een automatisch geweer (Beretta, BM59, 7.62 x 51 mm) (zie regelnummer: 42) en/of
- een geweer (Remington, M1903A3, .30-06 cal) (zie regelnummer: 44) en/of
- een machinegeweer (BREN, Mark 3, .303 cal) (zie regelnummer: 45) en/of
- een pistool (Mauser, P38 SVW46, 9 x 19mm) (zie regelnummer: 46) en/of
- een machinepistool (PPS, 43, kaliber 7.62 x 25mm) (zie regelnummer: 47) en/of
- een machinepistool (Thompson, M1928A1, .45 ACP) (zie regelnummer: 49) en/of
- een geweer (M1 karabijn, .30 cal) (zie regelnummer: 50) en/of
- een machinepistool (Madsen, M50, 9 x 19mm) (zie regelnummer: 51) en/of
- een machinepistool (Madsen, M50, 9 x 19mm) (zie regelnummer: 52) en/of
- een geweer (Lee Enfield, SMLE, kaliber .303 cal) (zie regelnummer: 53) en/of
- een pistool (Mauser, C96, 7.63 x 25mm) (zie regelnummer: 54) en/of
- een geweer (Ithaca, model 37, 12 gauge) (zie regelnummer: 55) en/of
- een machinepistool (IMI, Uzi, 9 x 19mm) (zie regelnummer: 56) en/of
- een pistool (Mauser, M1914, 7.65 mm) (zie regelnummer: 57) en/of
- een machinepistool (STAR, Z70, 9 x 19mm) (zie regelnummer: 58) en/of
- een machinepistool (STAR, Z70, 9 x 19mm) (zie regelnummer: 60) en/of
- een machinepistool (IMI, Uzi, 9 x 19mm) (zie regelnummer: 61) en/of
- een geweer (M1 karabijn, .30 cal) (zie regelnummer: 62) en/of
- een machinepistool (Thompson, Ml 928A1, .45 ACP) (zie regelnummer: 63) en/of
- een machinepistool (STEN gun, MK5, kaliber 9 x 19mm) (zie regelnummer: 64) en/of
- een machinepistool (Madsen, M50, 9 x 19mm) (zie regelnummer: 65) en/of
- een machinegeweer (CZ, MG42/53, 7.92 x 57mm) (zie regelnummer: 66) en/of
- een pistool (Glock, 17, 9 x 19mm) (zie regelnummer: 68) en/of
- een machinepistool (Madsen, M50, 9 x 19mm) (zie regelnummer: 69) en/of
- een machinepistool (PPS, 43, kaliber 7.62 x 25mm) (zie regelnummer: 70) en/of
- een pistool (Makarov, 9 x 18mm) (zie regelnummer: 71) en/of
- een machinepistool (IMI, Uzi, 9 x 19mm) (zie regelnummer: 72) en/of
- een machinepistool (PPS, 43, kaliber 7.62 x 25mm) (zie regelnummer: 74) en/of
- een machinepistool (CZ, M49/57, 7.62 x 25mm) (zie regelnummer: 75) en/of
- een automatisch geweer (IMI, Galil SAR, 5.56 x 45mm) (zie regelnummer: 76) en/of
- een pistool (Mauser, M1914, 7.65mm) (zie regelnummer: 77) en/of
- een pistool (FEG, Frommer, 7.65mm) (zie regelnummer: 78) en/of
- een machinepistool (STAR, Z70, 9 x 19mm) (zie regelnummer: 79) en/of
- een machinepistool (IMI, Uzi, 9 x 19mm) (zie regelnummer: 81) en/of
- een pistool (Walther, PP, 7.65mm) (zie regelnummer: 82) en/of
- een pistool (Mauser, model 34, 7,65mm) (zie regelnummer: 84) en/of
- een pistool (Glock, 17, 9 x 19mm) (zie regelnummer: 85) en/of
- een automatisch geweer (Zastava, M49/57, 7.62 x 25mm) (zie regelnummer: 86) en/of
- een geweer (Lee Enfield, SMLE, kaliber .303 cal) (zie regelnummer: 87) en/of
- een automatisch geweer (PPS, 43, kaliber 7.62 x 25mm ) (zie regelnummer: 89) en/of
- een geweer (Mauser, K98, 7,92 x 57mm) (zie regelnummer: 90) en/of
- een revolver (Smith & Wesson, model 10, .38 cal. ) (zie regelnummer: 91) en/of
- een pistool (Glock, 17, 9 x 19mm) (zie regelnummer: 92) en/of
- een geweer (M1 karabijn, .30 cal) (zie regelnummer: 93) en/of
- een automatisch geweer (PPS, 43, kaliber 7.62 x 25mm) (zie regelnummer: 94) en/of
- een automatisch geweer (Zastava, M49/57, 7.62 x 25mm) (zie regelnummer: 95) en/of
- een machinepistool (CZ, scorpion vz61, .32 ACP) (zie regelnummer: 96) en/of
- een revolver (Nagant, M1985, 7.62mm) (zie regelnummer: 97) en/of
- een machinepistool (IMI, Uzi, 9 x 19mm) (zie regelnummer: 98) en/of
- een geweer (Mauser, K98, 7,92 x 57mm) (zie regelnummer: 99) en/of
- een revolver (Enfield, No2 Mk1, .38 cal) (zie regelnummer: 100) en/of
- een pistool (Glock, 17, 9 x 19mm) (zie regelnummer: 101) en/of
- een automatisch geweer (PPS, 43, kaliber 7.62 x 25mm) (zie regelnummer: 102) en/of
- een geweer (Lee Enfield, SMLE, kaliber .303 cal) (zie regelnummer: 103) en/of
(via [advertentiewebsite 1] , zie PV-038A, tabblad: 11-02-2022 – 01-11-2022)
- een machinepistool (STEN gun, MK5, kaliber 9 x 19mm) (zie regelnummer: 2 en zie procesdossier p. 214) en/of
- een revolver (Colt, Brevete model 1851, .36 cal) (zie regelnummer: 3) en/of
- een machinepistool (STEN gun, MK5, kaliber 9 x 19mm) (zie regelnummer: 4) en/of
- een machinepistool (Beretta, M38/44, 9 x 19mm) (zie regelnummer: 5) en/of
- een machinepistool (STEN gun, MK5, kaliber 9 x 19mm) (zie regelnummer: 6) en/of
- een machinepistool (STEN gun, MK5, kaliber 9 x 19mm) (zie regelnummer: 7) en/of
- een machinepistool (STEN gun, MK5, kaliber 9 x 19mm) (zie regelnummer: 8) en/of
- een geweer (Colt, Lightning Pump, .22 cal) (zie regelnummer: 9) en/of
- een machinepistool (STEN gun, MK5, kaliber 9 x 19mm) (zie regelnummer: 10) en/of
- een geweer (Colt, Lightning Pump, .38 cal) (zie regelnummer: 11) en/of
- een geweer (Winchester, Shotgun) (zie regelnummer: 12) en/of
- een pistool (Glock, 17, 9 x 19mm) (zie regelnummer: 13) en/of
- een revolver (Remington, model 1858) (zie regelnummer: 14) en/of
- een machinepistool (STEN gun, MK5, kaliber 9 x 19mm) (zie regelnummer: 15) en/of
- een geweer (Westernfield, Shotgun) (zie regelnummer: 16) en/of
- een pistool (Glock, 17, 9 x 19mm) (zie regelnummer: 17) en/of
- een machinepistool (STEN gun, MK5, kaliber 9 x 19mm) (zie regelnummer: 18) en/of
- een pistool (CZ, vz.24, .38 ACP) (zie regelnummer: 19) en/of
- een semi automatisch pistool (van het merk: Glock, type: 17, kaliber: 9 x 19 millimeter, zie p. 213 van het procesdossier) en/of
- een grendelgeweer (van het merk: Mauser, type: k98, kaliber: 7.92 mm, zie p. 215 van het procesdossier) en/of
- een grendelgeweer (van het merk: Lee Enfield, type: Long Branch no4 MK 1, kaliber: .303, (zie p. 216 van het procesdossier),
voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen en/of heeft verhandeld en/of (anderzins) ter beschikking heeft gesteld, al dan niet in uitoefening van een bedrijf en/of, terwijl, hij verdachte, daar een gewoonte en/of beroep van heeft gemaakt.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Verdachte heeft bekend dat hij in de tenlastegelegde periode alle in de tenlastelegging genoemde (onbruikbaar gemaakte) wapens en wapenonderdelen heeft verkocht via [advertentiewebsite 1] en [advertentiewebsite 2] , zonder dat hij daar een erkenning voor had. [2]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het zonder erkenning alle in de tenlastelegging genoemde wapens te verhandelen en/of ter beschikking te stellen, in de uitoefening van een bedrijf, terwijl hij daar een gewoonte of beroep van heeft gemaakt.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat uit de Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2403 (met verwijzing naar Richtlijn 91/477) volgt dat vuurwapens die volgens de EU-normen zijn gedeactiveerd, niet meer beschouwd kunnen worden als vuurwapens, waardoor een op juiste wijze onklaar gemaakt wapen niet meer valt onder categorie II en III van de Wet wapens en munitie (hierna: WWM). Hierdoor kan niet worden bewezen dat verdachte zonder erkenning wapens uit categorie II en III heeft verhandeld, waardoor vrijspraak moet volgen.
Indien de militaire kamer het verweer van de raadsman niet volgt, dan stelt hij zich op het standpunt dat niet bewezen kan worden dat sprake is geweest van handel in onklaar gemaakte wapens in de uitoefening van een bedrijf, waardoor eveneens vrijspraak moet volgen of ontslag van alle rechtsvervolging. Ook van handelen in de uitoefening van beroep of gewoonte is geen sprake, omdat van stelselmatig handelen met oog op financieel gewin niet is gebleken.
Beoordeling door de militaire kamer
Het verweer van de raadsman komt er kort gezegd op neer dat een onklaar gemaakt wapen, blijkens Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2403, met verwijzing naar Richtlijn 91/477, geen vuurwapen is, waardoor dit niet valt onder categorie II en/of III van de WWM.
De militaire kamer stelt vast dat Richtlijn 91/477 is gewijzigd bij Richtlijn 2017/853 van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2017 (de Vuurwapenrichtlijn). Onder punt 21 van de preambule is vermeld dat, rekening houdend met het grote risico dat het opnieuw gebruiksklaar maken van op onjuiste wijze onbruikbaar gemaakte vuurwapens met zich meebrengt en met het oog op betere beveiliging in de hele Unie, onbruikbaar gemaakte vuurwapens onder Richtlijn 91/477/EEG moeten vallen. Aan artikel 1 van Richtlijn 91/477 is een onderdeel toegevoegd, met daarin een definitie van definitief onbruikbaar gemaakte vuurwapens (sub 6).
Ook Uitvoeringsverordening 2015/2403 is gewijzigd, namelijk bij Uitvoeringsverordening 2018/337 van 5 maart 2018. Deze Uitvoeringsverordening is verbindend, met ingang van 28 juni 2018 van toepassing en is in al haar onderdelen rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat. In de preambule van deze Uitvoeringsverordening onder punt 4 is vermeld dat onbruikbaar gemaakte vuurwapens vallen onder het toepassingsgebied van de gewijzigde richtlijn (2017/853), die tevens voorziet in hun indeling en in een definitie ervan die overeenstemt met de beginselen van het onbruikbaar maken van vuurwapens als bedoeld in het Protocol tegen de illegale vervaardiging van en handel in vuurwapens, delen en onderdelen daarvan en munitie, tot aanvulling van het Verdrag van de Verenigde Naties tegen grensoverschrijdende georganiseerde misdaad, gevoegd bij Besluit 2014/164/EU van de Raad, waarbij dat protocol in de rechtsorde van de Unie is opgenomen.
In de Memorie van Toelichting van de Wet tot wijziging van de Wet wapens en munitie in verband met de Richtlijn 2017/853 (34984, nummer 3) is nader ingegaan op de achtergrond van deze wijziging van het Europese recht. De Europese Commissie heeft opgeroepen tot herziening van Richtlijn 91/477 teneinde het misbruik van vuurwapens voor criminele doeleinden verder te kunnen aanpakken. Eén van de doelstellingen van Richtlijn 2017/853 is de traceerbaarheid van vuurwapens binnen de Europese Unie te verbeteren. Het toepassingsbereik van de Vuurwapenrichtlijn is hierdoor uitgebreid. Voorwerpen die eerder niet gekwalificeerd werden als een vuurwapen in de zin van de Richtlijn, zijn nu wel onder het bereik van de Vuurwapenrichtlijn gebracht, zo ook de definitief onbruikbaar gemaakte wapens. Waar in Richtlijn 91/477 nog stond dat een voorgoed onbruikbaar gemaakt wapen niet onder de definitie van een vuurwapen viel, is in Richtlijn 2017/853 een aparte definitiebepaling opgenomen van een vuurwapen en van een onbruikbaar gemaakt wapen, waarmee de eerdere bepaling dat een onbruikbaar gemaakt wapen geen vuurwapen is in de zin van de WWM is komen te vervallen.
Per 26 april 2021 is Richtlijn 2021/555 in werking getreden, waarbij Richtlijn 91/477 is ingetrokken. De definitie van een onbruikbaar gemaakt wapen, zoals deze al was opgenomen in Richtlijn 2017/853 is echter onveranderd gebleven. Gelet op het voorgaande is de militaire kamer van oordeel dat een onbruikbaar gemaakte wapen nog steeds een (gecategoriseerd) vuurwapen is in de zin van de WWM.
De militaire kamer ziet zich vervolgens gesteld voor de vraag of verdachte heeft gehandeld in strijd met de WWM.
Voorhanden hebben onbruikbaar gemaakte wapens:
Op 1 november 2022 is de woning van aangever doorzocht. Hierbij zijn de volgende wapens aangetroffen [3] :
een vuurwapen Glock 17, wapennummer NL 16153 met bijbehorend certificaat;
een vuurwapen Long Branch, wapennummer 16L8848 met bijbehorend certificaat;
een vuurwapen, merk Mauser, wapennummer 2547 met bijbehorend certificaat;
een Enfield Sten NK V, wapennummer 235827 met bijbehorend certificaat.
De aangetroffen wapens zijn een viertal onbruikbaar gemaakte vuurwapens met een Brits certificaat, afgegeven na 31 december 2020. Door de Koninklijke Marechaussee is onderzocht of deze wapens vallen onder de vrijstelling als bedoeld in artikel 18, eerste lid, onder a en derde lid van de Regeling wapens en munitie of onder de bepalingen van de WWM. Geconcludeerd is dat de wapens vuurwapens zijn in de zin van artikel 1, derde lid van de WWM. Deze vier vuurwapens zouden kunnen vallen onder de vrijstelling als bedoeld in artikel 18, eerste lid onder a en derde lid van de Regeling wapens en munitie, wanneer de certificaten waren afgegeven voor 31 december 2020. [4]
Echter alle vier de certificaten zijn afgegeven door een Britse proefbank, na 31 december
2020. Het Verenigd Koninkrijk heeft zich op 1 februari 2020 uit de Europese Unie teruggetrokken en is daarmee, op dat moment, een "derde land" geworden. Het terugtrekkingsakkoord voorzag in een overgangsperiode die op 31 december 2020 eindigde. Tot die datum was het EU-recht onverminderd van toepassing op, in en voor het Verenigd Koninkrijk . Voornoemde houdt dus in dat de door de Britse proefbanken opgemaakte "EU certificaten", van na 31 december 2020, ten onrechte zijn afgegeven, omdat deze proefbanken, op de afgifte datum, geen deel meer uitmaakten van een lid van de Europese Unie.
Hierdoor is de vrijstelling als bedoeld in artikel 18 eerste lid onder a en derde lid van de
Regeling wapens en munitie, niet van toepassing op deze vier vuurwapens. [5]
Gelet op voorgaande is de militaire kamer van oordeel dat verdachte voor de vier wapens die bij hem thuis zijn aangetroffen niet over een in de Europese Unie rechtsgeldig certificaat beschikte en daarom deze wapens niet voorhanden mocht hebben. Ten aanzien van de wapens en wapenonderdelen die verdachte heeft verhandeld op [advertentiewebsite 2] en [advertentiewebsite 1] waren deze certificaten er wel, waardoor verdachte deze wapens en wapenonderdelen wel voorhanden mocht hebben. Verdachte wordt hiervan dan ook partieel vrijgesproken.
Verhandelen van onbruikbaar gemaakte wapens
Verdachte heeft gedurende de tenlastegelegde periode in totaal 108 onbruikbaar gemaakte wapens gekocht en verkocht via verschillende online veilingplatforms. Deze wapens lopen uiteen van machinegeweren uit de Tweede Wereldoorlog tot moderne wapens. Alle wapens zijn gecategoriseerd als vuurwapens die vallen onder categorie II, sub 2 of categorie III, sub 1 van de WWM. [6]
De volgende vraag die de militaire kamer moet beantwoorden is of verdachte de in de tenlastelegging genoemde (onbruikbaar gemaakte) wapens heeft verhandeld in de uitoefening van bedrijf en/of hier een gewoonte en/of beroep van heeft gemaakt. Zo ja, dan had hij hiervoor op grond van artikel 4 lid 1 van de WWM een erkenning nodig. De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat geen sprake is geweest van handelen in onklaar gemaakte wapens in de uitoefening van bedrijf en/of beroep of gewoonte.
Ter terechtzitting heeft verdachte verklaard dat hij in de tenlastegelegde periode per week ongeveer één wapen verkocht, soms waren dit er meer. Hij keek elke dag op sites naar onbruikbaar gemaakte wapens die hij in zijn collectie wilde hebben. Als hij iets wilde kopen, dan keek hij welk wapen hij uit zijn huidige collectie kon verkopen. Welk bedrag hij kreeg voor een wapen lag aan verschillende factoren van het wapen, waaronder de zeldzaamheid. Al het geld dat verdachte had, zat in zijn wapencollectie. Verdachte heeft verklaard dat hij veel tijd heeft gestoken in het kopen en verkopen van wapens, hij was er elke dag mee bezig. De advertenties waren uitgebreid, omdat voor een koper ieder stempeltje van toepassing is. Hij heeft niet uitgezocht of hij een erkenning nodig had voor de verkoop. [7]
Op 14 augustus 2021 heeft verdachte een WhatsApp-gesprek met ‘ [verdachte] Ww2 Landmacht’. [verdachte] stuurt naar verdachte: “
Haha in Frankrijk voor 800 kopen en op cata voor 1900 verkopen?”en
“Boeit je ook niks wat defensie vind he”. Hierop reageert verdachte:
“is ie al 1900 ja?”en
“2 kopen 1 verkopen”. [8]
De Koninklijke Marechaussee heeft de beoordelingen van kopers bekeken op het account van verdachte met de naam [accountnaam] . Het account heeft 25 beoordelingen in de afgelopen 12 maanden, waarvan alle 25 beoordelingen als positief zijn beoordeeld. In totaal heeft de gebruikersnaam 71 beoordelingen. De eerste beoordeling uit de afgelopen 12 maanden was geplaatst op vrijdag 3 september 2021. De meest recente beoordeling was geplaatst op donderdag 7 juli 2022. [9]
Uit onderzoek is gebleken dat er in de periode van 21 december 2020 tot en met 21 december 2021 op rekening [rekeningnummer] een bedrag van in totaal € 290.556,05 werd afgeschreven en een totaalbedrag van € 286.051,06 werd bijgeschreven. Hierbij viel op dat € 101.815,72 is overgeschreven aan bedrijven in het Verenigd Koninkrijk die onder andere onbruikbaar gemaakte wapens aanbieden. Er werd € 55.735,04 ontvangen, waarbij het ging om 64 transacties met de omschrijving [advertentiewebsite 1] , € 11.610,00 van [naam] (volgens internet een handelaar in onder andere militaria), € 22.350,00 aan overschrijvingen met de omschrijving ‘ [omschrijving] ’, € 4.477,00 aan overschrijvingen met trefwoord ‘ [omschrijving] ’, € 2.125,00 aan ontvangen [advertentiewebsite 2] gelden en € 2.100,00 met omschrijving ‘ [omschrijving] ’ en ’ [omschrijving] ’. In de gevorderde periode is op de spaarrekening van verdachte een totaal bedrag
van € 105.819 bijgeschreven. [10]
In de periode 22 december 2021 tot en met 1 november 2022 is € 51.828,00 uitgegaan naar [bedrijf 1] en € 2.701,00 naar [bedrijf 2] , bedrijven die in het Verenigd Koninkrijk onder andere onbruikbaar gemaakte wapens aanbieden. Daarnaast is € 7.998,00 uitgegaan naar [bedrijf 3] , een bedrijf in Frankrijk dat onder andere ongeschikt gemaakte wapens verhandelt.
Verdachte heeft vanuit 37 transacties met omschrijving [advertentiewebsite 1] € 34.456,93 ontvangen,
€ 8.283,95 vanuit tien overschrijvingen met omschrijving ‘ [omschrijving] ’, € 4.375,00 van [naam] en
€ 750,00 vanuit één overschrijving met de omschrijving ‘ [advertentiewebsite 2] ’.
Uit onderzoek naar de transacties is tevens te zien dat verdachte in totaal een bedrag van
€ 75.551,- overschrijft naar zijn spaarrekening en € 89.212,05 terugboekt naar zijn eigen
betaalrekening. Tevens is op de ontvangen bankafschriften te zien dat de verdachte diverse
transacties verricht met particulieren met een totaal aan afschrijvingen € 15.647,68 en een totaal
aan bijschrijvingen van €14.493,08. Bij een aantal van deze transacties staan namen van wapens, danwel wapenonderdelen vermeld. Over de gevorderde periode is er in totaal een bedrag van € 89.932,05 afgeschreven en een bedrag van in totaal €75.682,05 bijgeschreven.
Op 7 overschrijvingen na, vonden alle transacties plaats tussen de spaarrekening en de
betaalrekening [rekeningnummer] of visa versa. De andere 7 transacties betroffen
overschrijvingen naar de gezamenlijke bankrekening [bankrekeningnummer] . Tevens bleek dat in het begin van de gevorderde periode het saldo op de rekening € 21.250,00 betrof
en aan het einde van de gevorderde rekening € 7.000,00- betrof. [11]
In het arrest van de Hoge Raad van 3 juli 2007 (ECLI:NL:HR:2007:BA5040) dat is gewezen in het kader van artikel 55, vierde lid, van de WWM, is uitgelegd dat het bij het begrip ‘beroep’ gaat om de wil om eenzelfde feit stelselmatig te begaan uit winstbejag of om in het onderhoud te voorzien. Daarvoor kan één daad voldoende zijn, mits deze daad wijst op het vaste voornemen hetzelfde feit nogmaals te begaan met het oog op financieel gewin. Dit vaste voornemen kan blijken uit de gehele context: beoordeeld wordt of het algehele handelen van verdachte en zijn uitlatingen in de tenlastegelegde periode duiden op een gangbare illegale praktijk, wijzend op zijn vaste voornemen om nogmaals wapens te verkopen, met het oog op financieel gewin (Hof Arnhem-Leeuwarden, 26 oktober 2017, ECLI:NL:GHARL:2017:9295). Bij die beoordeling komt betekenis toe aan de aard en hoeveelheid wapens, de duur en intensiteit (Hof Den Haag 25 januari 2013, ECLI:NL:GHDHA:2013:BZ6560), de variëteit in het aanbod, de periode, het gebruik van een vast netwerk of vaste patronen, en de aanwezige expertise (conclusie AG De Meijer, 8 september 2020, ECLI:NL:PHR:2020:755). ‘Beroep of gewoonte’ liggen dicht tegen elkaar, maar waar het kenmerkende van de gewoonte in de herhaling ligt, gaat het bij handelen uit beroep om het oogmerk om te herhalen.
De militaire kamer stelt vast dat verdachte in circa twee jaar tijd meer dan 100 wapens heeft verhandeld via de online veilig platforms [advertentiewebsite 2] en [advertentiewebsite 1] . Verdachte had een gevarieerd aanbod aan soorten wapens, maar ook van verschillende merken. Hij heeft in voornoemde periode een grote hoeveelheid professionele en uitgebreide advertenties geplaatst, met diverse foto’s en hij besteedde hier veel tijd aan. Uitgaande van zijn eigen verklaring, verkocht verdachte vrijwel wekelijks wapens. Verdachte heeft van in ieder geval 25 kopers ook beoordelingen ontvangen. Uit het onderzoek naar de bankrekeningen van verdachte blijkt daarnaast dat met de aan- en verkoop van de wapens grote geldsommen gepaard zijn gegaan en dat verdachte hiervan delen overmaakte naar zijn spaarrekening. Gelet op voorgaande, alsmede op de herhaling in het handelen van de verdachte, is de militaire kamer van oordeel dat verdachte zich stelstelmatig heeft beziggehouden met wapenhandel, waarvan hij een ‘gewoonte’ heeft gemaakt. Omdat verdachte handelde uit gewoonte, was op grond van artikel 4, onder 1 van de WWM een erkenning vereist. Verdachte beschikte hier niet over. De militaire kamer acht daarmee wettig en overtuigend bewezen dat verdachte een gewoonte heeft gemaakt van het verhandelen van 108 wapens en/of wapenonderdelen,

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de militaire kamer is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
hij op
één ofmeer tijdstip(pen) in
of omstreeksde periode van 18 december 2020 tot en met 1 november 2022 te Deurne,
althans in Nederland (telkens
)zonder erkenning
één of meerwapens en
/ofonderdelen behorende bij
één of meerwapen
(s
)van categorie
I (onder 7) en/ofII en/of III, te weten: (via [advertentiewebsite 2] , zie PV-038A):
- een revolver (Whitney, Navy) (zie regelnummer: 4) en
/of- een revolver (Colt, 1851) (zie regelnummer: 7) en
/of- een trommelmagazijn behorende bij een MG42 (zie regelnummer: 13) en
/of- een revolver (Winchester, 1870) (zie regelnummer: 17) en
/of- een machinegeweer (Bren, Mark 3, .303 cal) (zie regelnummer: 20) en
/of
(via [advertentiewebsite 1] , zie PV-038A, tabblad 21-12-2020 – 11-02-2022):
- een revolver (Colt Uberti, 1860, .44 black powder) (zie regelnummer: 2) en
/of- een revolver (Remington, Uberti 1858, .44 black powder) (zie regelnummer: 4) en
/of- een machinepistool (STEN gun, MK5, kaliber 9mm) (zie regelnummer: 5) en
/of- een geweer (Lee Enfield, SMLE, kaliber .303 cal) (zie regelnummer: 6) en
/of- een machinepistool (PPS, 43, kaliber 7.62 x 25mm) (zie regelnummer: 7) en
/of- een geweer (Lee Enfield, SMLE, kaliber .303 cal) (zie regelnummer: 8) en
/of- een automatisch geweer (FAMAS, F1, 5.56 x 45mm) (zie regelnummer: 9) en
/of- een machinepistool (STEN gun, MK5, kaliber 9mm) (zie regelnummer: 12) en
/of- een machinepistool (STEN gun, MK5, kaliber 9mm) (zie regelnummer: 15) en
/of- een geweer (Brescia, Breda, 12 gauge) (zie regelnummer: 16) en
/of- een geweer (Lee Enfield, SMLE, kaliber .303 cal) (zie regelnummer: 19) en
/of- een geweer (M1 karabijn, .30 cal) (zie regelnummer: 20) en
/of- een geweer (Lee Enfield, Long Branch No.4 Mkt .303 cal) (zie regelnummer: 22) en
/of- een machinepistool (STAR, Z70, 9 x 19mm) (zie regelnummer: 23) en
/of- een automatisch geweer (CZ, M56, 7.62 x 25mm) (zie regelnummer: 25) en
/of- een machinepistool (Madsen, M50, 9 x 19mm) (zie regelnummer: 26) en
/of- een geweer (Gewehr 88, 7.92 x 57mm) (zie regelnummer: 27) en
/of- een geweer (Lee Enfield, SMLE, kaliber .303 cal) (zie regelnummer: 28) en
/of- een machinepistool (STEN gun, MK5, kaliber 9 x 19mm) (zie regelnummer: 29) en
/of- een geweer (Lee Enfield, SMLE, kaliber .303 cal) (zie regelnummer: 30) en
/of- een machinepistool (Beretta, M38/44, 9 x 19mm) (zie regelnummer: 31) en
/of- een machinepistool (Beretta, M38/44, 9 x 19mm) (zie regelnummer: 32) en
/of- een machinepistool (STAR, Z70, 9 x 19mm) (zie regelnummer: 34) en
/of- een pistool (Glock, 17, 9 x 19mm) (zie regelnummer: 35) en
/of- een machinepistool (Lanchester, Mk1, 9 x 19mm) (zie regelnummer: 36) en
/of- een machinepistool (Thompson, M1928A1, .45 ACP) (zie regelnummer: 39) en
/of- een machinepistool (PPS, 43, kaliber 7.62 x 25mm) (zie regelnummer: 40) en
/of- een machinepistool (STEN gun, MK5, kaliber 9 x 19mm) (zie regelnummer: 41) en
/of- een automatisch geweer (Beretta, BM59, 7.62 x 51 mm) (zie regelnummer: 42) en
/of- een geweer (Remington, M1903A3, .30-06 cal) (zie regelnummer: 44) en
/of- een machinegeweer (BREN, Mark 3, .303 cal) (zie regelnummer: 45) en
/of- een pistool (Mauser, P38 SVW46, 9 x 19mm) (zie regelnummer: 46) en
/of- een machinepistool (PPS, 43, kaliber 7.62 x 25mm) (zie regelnummer: 47) en
/of- een machinepistool (Thompson, M1928A1, .45 ACP) (zie regelnummer: 49) en
/of- een geweer (M1 karabijn, .30 cal) (zie regelnummer: 50) en
/of- een machinepistool (Madsen, M50, 9 x 19mm) (zie regelnummer: 51) en
/of- een machinepistool (Madsen, M50, 9 x 19mm) (zie regelnummer: 52) en
/of- een geweer (Lee Enfield, SMLE, kaliber .303 cal) (zie regelnummer: 53) en
/of- een pistool (Mauser, C96, 7.63 x 25mm) (zie regelnummer: 54) en
/of- een geweer (Ithaca, model 37, 12 gauge) (zie regelnummer: 55) en
/of- een machinepistool (IMI, Uzi, 9 x 19mm) (zie regelnummer: 56) en
/of- een pistool (Mauser, M1914, 7.65 mm) (zie regelnummer: 57) en
/of- een machinepistool (STAR, Z70, 9 x 19mm) (zie regelnummer: 58) en
/of- een machinepistool (STAR, Z70, 9 x 19mm) (zie regelnummer: 60) en
/of- een machinepistool (IMI, Uzi, 9 x 19mm) (zie regelnummer: 61) en
/of- een geweer (M1 karabijn, .30 cal) (zie regelnummer: 62) en
/of- een machinepistool (Thompson, Ml 928A1, .45 ACP) (zie regelnummer: 63) en
/of- een machinepistool (STEN gun, MK5, kaliber 9 x 19mm) (zie regelnummer: 64) en
/of- een machinepistool (Madsen, M50, 9 x 19mm) (zie regelnummer: 65) en
/of- een machinegeweer (CZ, MG42/53, 7.92 x 57mm) (zie regelnummer: 66) en
/of- een pistool (Glock, 17, 9 x 19mm) (zie regelnummer: 68) en
/of- een machinepistool (Madsen, M50, 9 x 19mm) (zie regelnummer: 69) en
/of- een machinepistool (PPS, 43, kaliber 7.62 x 25mm) (zie regelnummer: 70) en
/of- een pistool (Makarov, 9 x 18mm) (zie regelnummer: 71) en
/of- een machinepistool (IMI, Uzi, 9 x 19mm) (zie regelnummer: 72) en
/of- een machinepistool (PPS, 43, kaliber 7.62 x 25mm) (zie regelnummer: 74) en
/of- een machinepistool (CZ, M49/57, 7.62 x 25mm) (zie regelnummer: 75) en
/of- een automatisch geweer (IMI, Galil SAR, 5.56 x 45mm) (zie regelnummer: 76) en
/of- een pistool (Mauser, M1914, 7.65mm) (zie regelnummer: 77) en
/of- een pistool (FEG, Frommer, 7.65mm) (zie regelnummer: 78) en
/of- een machinepistool (STAR, Z70, 9 x 19mm) (zie regelnummer: 79) en
/of- een machinepistool (IMI, Uzi, 9 x 19mm) (zie regelnummer: 81) en
/of- een pistool (Walther, PP, 7.65mm) (zie regelnummer: 82) en
/of- een pistool (Mauser, model 34, 7,65mm) (zie regelnummer: 84) en
/of- een pistool (Glock, 17, 9 x 19mm) (zie regelnummer: 85) en
/of- een automatisch geweer (Zastava, M49/57, 7.62 x 25mm) (zie regelnummer: 86) en
/of- een geweer (Lee Enfield, SMLE, kaliber .303 cal) (zie regelnummer: 87) en
/of- een automatisch geweer (PPS, 43, kaliber 7.62 x 25mm ) (zie regelnummer: 89) en
/of- een geweer (Mauser, K98, 7,92 x 57mm) (zie regelnummer: 90) en
/of- een revolver (Smith & Wesson, model 10, .38 cal. ) (zie regelnummer: 91) en
/of- een pistool (Glock, 17, 9 x 19mm) (zie regelnummer: 92) en
/of- een geweer (M1 karabijn, .30 cal) (zie regelnummer: 93) en
/of- een automatisch geweer (PPS, 43, kaliber 7.62 x 25mm) (zie regelnummer: 94) en
/of- een automatisch geweer (Zastava, M49/57, 7.62 x 25mm) (zie regelnummer: 95) en
/of- een machinepistool (CZ, scorpion vz61, .32 ACP) (zie regelnummer: 96) en
/of- een revolver (Nagant, M1985, 7.62mm) (zie regelnummer: 97) en
/of- een machinepistool (IMI, Uzi, 9 x 19mm) (zie regelnummer: 98) en
/of- een geweer (Mauser, K98, 7,92 x 57mm) (zie regelnummer: 99) en
/of- een revolver (Enfield, No2 Mk1, .38 cal) (zie regelnummer: 100) en
/of
- een pistool (Glock, 17, 9 x 19mm) (zie regelnummer: 101) en
/of- een automatisch geweer (PPS, 43, kaliber 7.62 x 25mm) (zie regelnummer: 102) en
/of- een geweer (Lee Enfield, SMLE, kaliber .303 cal) (zie regelnummer: 103) en
/of
(via [advertentiewebsite 1] , zie PV-038A, tabblad: 11-02-2022 – 01-11-2022)
- een machinepistool (STEN gun, MK5, kaliber 9 x 19mm) (zie regelnummer: 2 en zie procesdossier p. 214) en
/of- een revolver (Colt, Brevete model 1851, .36 cal) (zie regelnummer: 3) en
/of- een machinepistool (STEN gun, MK5, kaliber 9 x 19mm) (zie regelnummer: 4) en
/of- een machinepistool (Beretta, M38/44, 9 x 19mm) (zie regelnummer: 5) en
/of
- een machinepistool (STEN gun, MK5, kaliber 9 x 19mm) (zie regelnummer: 6) en
/of- een machinepistool (STEN gun, MK5, kaliber 9 x 19mm) (zie regelnummer: 7) en
/of- een machinepistool (STEN gun, MK5, kaliber 9 x 19mm) (zie regelnummer: 8) en
/of- een geweer (Colt, Lightning Pump, .22 cal) (zie regelnummer: 9) en
/of- een machinepistool (STEN gun, MK5, kaliber 9 x 19mm) (zie regelnummer: 10) en
/of- een geweer (Colt, Lightning Pump, .38 cal) (zie regelnummer: 11) en
/of- een geweer (Winchester, Shotgun) (zie regelnummer: 12) en
/of- een pistool (Glock, 17, 9 x 19mm) (zie regelnummer: 13) en
/of- een revolver (Remington, model 1858) (zie regelnummer: 14) en/of
- een machinepistool (STEN gun, MK5, kaliber 9 x 19mm) (zie regelnummer: 15) en
/of- een geweer (Westernfield, Shotgun) (zie regelnummer: 16) en
/of- een pistool (Glock, 17, 9 x 19mm) (zie regelnummer: 17) en
/of- een machinepistool (STEN gun, MK5, kaliber 9 x 19mm) (zie regelnummer: 18) en
/of- een pistool (CZ, vz.24, .38 ACP) (zie regelnummer: 19) en
/of- een semi automatisch pistool (van het merk: Glock, type: 17, kaliber: 9 x 19 millimeter, zie p. 213 van het procesdossier) en
/of- een grendelgeweer (van het merk: Mauser, type: k98, kaliber: 7.92 mm, zie p. 215 van het procesdossier) en
/of- een grendelgeweer (van het merk: Lee Enfield, type: Long Branch no4 MK 1, kaliber: .303, (zie p. 216 van het procesdossier),
voorhanden heeft gehad en
/of heeft overgedragen en/ofheeft verhandeld en
/of (anderzins) ter beschikking heeft gesteld, al dan niet in uitoefening van een bedrijf en/of, terwijl, hij verdachte, daar een gewoonte
en/of beroepvan heeft gemaakt.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Handelen in strijd met art. 9 lid 1 van de WWM, strafbaar gesteld bij art. 55 lid 1 van de WWM, meermaals gepleegd.

5.De strafbaarheid van het feit

Het feit is strafbaar
.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot militaire detentie voor de duur van 1 maand, geheel voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren, en voorts tot het verrichten van 120 uren werkstraf subsidiair 60 dagen hechtenis
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat aan verdachte een taakstraf moet worden opgelegd van maximaal 40 uur, eventueel gecombineerd met een geldboete. Verdachte heeft geen relevante justitiële documentatie, het gaat om een oud feit, de gevaarzetting in deze zaak is nihil en verdachte heeft te goeder trouw gehandeld.
De beoordeling door de militaire kamer
De militaire kamer heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De militaire kamer heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
Verdachte heeft gedurende een periode van twee jaar een gewoonte gemaakt van het verhandelen van onbruikbaar gemaakte wapens, waarvoor hij volgens de Wet wapens en munitie een erkenning nodig had. Daarnaast heeft hij een viertal wapens voorhanden gehad, waarbij hij niet over het juiste certificaat beschikte. De militaire kamer neemt het verdachte kwalijk dat hij zich niet, dan wel onvoldoende heeft ingespannen om erachter te komen welke wetten en regels van toepassing waren. Dit klemt temeer nu ter zitting is gebleken dat verdachte nota bene lid is van de vereniging van Nederlandse Wapenverzamelaars en hij ook in zijn werk veelvuldig in aanraking komt met wapens en aanverwante regelgeving. Uit de Memorie van Toelichting blijkt de achtergrond van de in de Europese Unie en Nederland geldende wet en regelgeving, waarbij het gevaarszettingscriterium een grote rol speelt. Voorkomen moet worden dat eventueel onjuist onbruikbaar gemaakte wapens alsnog naar bruikbare wapens worden omgebouwd en ongecontroleerd op de Europese Markt worden gebracht. Daarvoor is juist noodzakelijk dat over een erkenning door de Korpschef wordt beschikt. Daarnaast is van belang dat ook wapens die onbruikbaar zijn gemaakt nog steeds geschikt zijn voor afdreiging. Dat is ook de reden dat voor het verhandelen van deze wapens strenge regels gelden en erkenning moet worden aangevraagd.
De militaire kamer heeft acht geslagen op het uittreksel justitiële documentatie van 1 augustus 2024. Hieruit blijkt dat verdachte niet eerder is veroordeeld voor een soortgelijk strafbaar feit.
Gelet op het voorgaande acht de militaire kamer een taakstraf voor de duur van 120 uren, zoals gevorderd door de officier van justitie, passend en geboden. Het daarbij opleggen van voorwaardelijke militaire detentie acht de militaire kamer niet opportuun.

8.De beoordeling van het beslag

De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat het beslag ten aanzien van de vier inbeslaggenomen wapens dient te worden opgeheven, waarbij verdachte aanbiedt om de wapens via de Koninklijke Marechaussee rechtens onklaar te laten maken.
De militaire kamer zal beslissen dat de in beslag genomen wapens met betrekking tot welke het feit is begaan worden onttrokken aan het verkeer omdat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met het algemeen belang en de wet.

9.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf en/of maatregel is gegrond op de artikelen:
- 9, 22 c, 22d en 36b en 36c van het Wetboek van Strafrecht;
- 9 en 55 van de Wet wapens en munitie.

10.De beslissing

De militaire kamer:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert het strafbare feit zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 legt op een
taakstraf van 120 uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 60 dagen;
 beveelt de onttrekking aan het verkeer van:
- 1 STK Wapen (Omschrijving: PL2700-27FCC210022_12686, serienummer: NL16153, Zwart, merk: Glock 17);
- 1 STK Wapen (Omschrijving: PL2700-27FCC210022_12687, serienummer: NL16L8848, Long Branch);
- 1 STK Wapen (Omschrijving: PL2700-27FCC210022_12688, serienummer: 2547, 7,92 mm, merk: Mauser);
- 1 STK Wapen (Omschrijving: PL2700-27FCC210022_12689, serienummer:
235827, Sten Mk V, merk: Enfield).
Dit vonnis is gewezen door mr. Y. van Wezel (voorzitter), mr. Y.H.M. Marijs en Kapitein ter Zee (LD) mr. F.E. Venema (militair lid), rechters, in tegenwoordigheid van L. Willems, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 23 september 2024.
Mr. Y. van Wezel is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant] van de Koninklijke Marechaussee, afdeling Tactische Opsporing, opgemaakte proces-verbaal, procesdossier 27MUJA (PL270027FCC210022), gesloten op 18 januari 2023 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Verklaring van verdachte ter terechtzitting van 9 september 2024.
3.Proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming, p. 198-199.
4.Proces-verbaal, p. 212-217.
5.Proces-verbaal, p. 212-217.
6.Proces-verbaal herkenning vuurwapens ten behoeve van onderzoek MUJA.
7.Verklaring van verdachte ter terechtzitting van 9 september 2024.
8.Proces-verbaal, p. 46.
9.Proces-verbaal van bevindingen, p. 154.
10.Proces-verbaal van bevindingen, p. 65-66.
11.Proces-verbaal van bevindingen, p. 68-69.