ECLI:NL:RBGEL:2024:4497
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verrekening van inkomsten met WIA-uitkering en de rol van polisadministratie
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Gelderland het beroep van eiser tegen de verrekening van zijn inkomsten met de WIA-uitkering over de periode van 1 juli 2022 tot en met 31 januari 2023. Het UWV had op 13 februari 2023 de inkomsten van eiser verrekend met zijn WIA-uitkering en dit besluit werd gehandhaafd na bezwaar op 14 maart 2023. Eiser, vertegenwoordigd door mr. E. Hoekstra, betwistte de hoogte van de verrekening, stellende dat de door het UWV gebruikte bedragen niet overeenkwamen met zijn loonstroken, en dat er sprake was van een dubbele korting op zijn Individueel Keuzebudget (IKB).
De rechtbank oordeelt dat het UWV terecht is uitgegaan van de gegevens uit de polisadministratie, die door de werkgever aan de Belastingdienst zijn opgegeven. Eiser heeft niet aangetoond dat deze gegevens onjuist zijn, en de rechtbank volgt het standpunt van het UWV dat de polisadministratie leidend is. De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is, en dat de beslissing van het UWV om de inkomsten te verrekenen met de WIA-uitkering correct is. Eiser krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten.
De uitspraak benadrukt het belang van de polisadministratie in de beoordeling van WIA-uitkeringen en de verplichting van het UWV om deze gegevens te gebruiken, tenzij er bewijs is van onjuistheden. De rechtbank wijst erop dat eiser de werkgever had moeten verzoeken om een correctie van de gegevens indien hij deze onjuist achtte. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.