In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank Gelderland het beroep van eisers tegen een omgevingsvergunning die is verleend voor het plaatsen van lichtmasten bij een paardenbak. De aanvraag voor de omgevingsvergunning werd ingediend op 27 juni 2022 en betreft de legalisering van drie lichtmasten van 7,8 meter hoog. De rechtbank behandelt het beroep op 5 april 2024, waarbij eisers, het college van burgemeester en wethouders van de gemeente West Maas en Waal, en een derde-partij aanwezig zijn. De rechtbank constateert dat de vergunning in strijd is met het bestemmingsplan, maar dat het college van B&W bevoegd is om in afwijking van het bestemmingsplan een vergunning te verlenen, mits er geen onaanvaardbare aantasting van het woon- en leefklimaat plaatsvindt.
Eisers stellen dat de lichtmasten lichthinder veroorzaken, vooral omdat ze ook op hun woning schijnen. Het college heeft echter betoogd dat de lichthinder is getoetst en dat de lichtmasten niet bedrijfsmatig worden gebruikt, waardoor de hinder beperkt zou zijn. De rechtbank oordeelt dat het college in redelijkheid heeft kunnen besluiten dat de lichtmasten geen onaanvaardbare aantasting van het woon- en leefklimaat veroorzaken. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, waardoor de omgevingsvergunning in stand blijft. Eisers krijgen geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten.