In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Gelderland het beroep van eiser tegen de verleende omgevingsvergunning van 9 mei 2023 voor het bouwen van 23 tijdelijke woningen aan [locatie 1]. De rechtbank heeft het beroep op 22 februari 2024 op zitting behandeld, waarbij de gemachtigden van het college en de vergunninghouder aanwezig waren. Eiser is niet verschenen. De rechtbank concludeert dat de omgevingsvergunning in stand blijft, omdat het college voldoende gemotiveerd heeft aangetoond dat de marginale toename van verkeer op [locatie 2] acceptabel is en dat de vergunning voldoet aan de eisen van de goede ruimtelijke ordening.
De rechtbank overweegt dat de vergunninghouder de aanvraag voor de tijdelijke woningen heeft ingediend als uitwijklocatie voor bewoners die tijdelijk hun huurwoning moeten verlaten. De omgevingsvergunning is verleend in strijd met het bestemmingsplan, maar de rechtbank oordeelt dat het college bij de afweging van belangen in redelijkheid tot zijn besluit heeft kunnen komen. Eiser heeft geen gronden aangevoerd tegen de activiteit bouwen, maar enkel tegen de afwijking van het bestemmingsplan.
De rechtbank concludeert dat de toename van verkeersbewegingen op [locatie 2] niet onevenredig is en dat de geluidsbelasting op de woning van eiser niet significant zal toenemen. De rechtbank wijst erop dat de wettelijke voorbereidingsprocedure is gevolgd en dat eiser niet tot de direct omwonenden behoort. De beroepsgrond van eiser slaagt niet, en de rechtbank verklaart het beroep ongegrond, waardoor de omgevingsvergunning in stand blijft.